●
Houd rekening met de volgende punten wanneer u [Diffractie] instelt
op [Insch.].
-
Wanneer lensafwijkingen worden gecorrigeerd, kan deze functie
ervoor zorgen dat beeldruis onder bepaalde opnameomstandigheden
meer opvalt.
-
Hoe hoger de ISO-snelheid, hoe lager de mate van correctie zal zijn.
-
Correctie wordt niet toegepast op films.
●
[Diffractie] corrigeert niet alleen verlies van scherpte door diffractie,
maar ook door het low-passfilter en andere factoren. Daarom werkt de
correctie ook bij belichtingen waarbij het diafragma ver wordt geopend.
●
Download software-instructiehandleidingen op de website van Canon.
Raadpleeg de "Software-instructiehandleiding" voor downloadinstructies.
●
Wanneer [Correctiegeg. niet beschikbaar] wordt weergegeven op
het instelscherm, betekent dit dat er geen correctiegegevens aan de
camera zijn toegevoegd. Houd rekening met het volgende wanneer
u correctiegegevens toevoegt.
-
Lenscorrectiegegevens voor lenzen die deze functie ondersteunen,
worden geregistreerd (opgeslagen) op de camera. Stel [Helderheid
randen] en [Chromatische afw.] in op [Insch.] voor automatische
correctie.
-
Met EOS Utility kunt u controleren voor welke lenzen correctiegegevens
zijn geregistreerd op de camera. U kunt ook correctiegegevens
registreren voor lenzen die nog niet zijn geregistreerd. Het is niet nodig
om informatie te registreren voor EF-M-lenzen of voor EF-lenzen die
hun eigen correctiegegevens bevatten.
-
Bestaande JPEG-beelden kunnen niet worden gecorrigeerd.
-
Het effect van diffractiecorrectie wordt niet getoond op het
opnamescherm.
-
Effecten van de correctie van de helderheid van randen en
de correctie van chromatische afwijking worden niet getoond
op het opnamescherm wanneer u opnamen maakt met een
vergrote weergave.
-
De hoeveelheid correctie (behalve diffractiecorrectie) is minder
voor lenzen die geen afstandsinformatie verstrekken.
-
Effecten van lensafwijkingscorrectie variëren al naargelang de lens
en opnameomstandigheden. Bij sommige lenzen en onder bepaalde
opnameomstandigheden kunnen de effecten minder merkbaar zijn.
-
Als de effecten van de correctie niet goed te zien zijn, vergroot u de
afbeelding en controleert u deze opnieuw.
-
De resultaten van opnamen zonder het registreren van
correctiegegevens voor de lens op de camera zijn hetzelfde als
opnamen waarbij [Helderheid randen] en [Chromatische afw.] zijn
ingesteld op [Uitsch.].
Ruisonderdrukking bij meerdere opnamen
●
De camera neemt vier opnamen en combineert deze wanneer u de
ontspanknop volledig indrukt. Houd de camera stil terwijl u een
opname maakt.
●
Er kunnen onverwachte resultaten optreden wanneer beelden
behoorlijk verkeerd zijn uitgelijnd (bijvoorbeeld door cameratrilling).
Plaats de camera indien mogelijk op een statief of neem andere
maatregelen om de camera stil te houden.
●
Als u een bewegend onderwerp fotografeert, kan de beweging
van het onderwerp nabeelden achterlaten en kan het gebied om
het onderwerp heen donker worden.
●
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan er mogelijk ruis aan
de randen van het beeld ontstaan.
●
Niet beschikbaar bij [Ruisred. lange sluitertijd], wanneer u RAW-beelden
maakt of wanneer u bulbbelichting gebruikt. Het instellen van deze
functies voorkomt dat u [Ruisond. bij meerd. opn.] kunt gebruiken.
●
Flitsopname is niet mogelijk.
●
Het opslaan van de opname op de kaart duurt langer dan bij normale
opnamen. U kunt pas weer andere opnamen maken als het proces
is voltooid.
Draadloze functies/accessoires
Draadloze functies
Accessoires
De camera leren kennen
Voorbereiding en basisuitleg
Opnamen maken
Afspelen
Instellingen
Problemen oplossen
Fouten en waarschuwingen
Bijlage
Index
69