Opties voor opnameweergave
●
Druk op de knop
om opname-informatie of het histogram weer te
geven of te verbergen. Om aan te passen wat wordt weergegeven,
opent u het tabblad [
1] > [Opname-infoscherm].
●
Als u in een omgeving met weinig licht opnamen maakt, wordt met
de nachtschermfunctie de helderheid van het scherm automatisch
verhoogd. Zo kunt u de compositie van uw opnamen gemakkelijker
controleren. Mogelijk komen de beeldhelderheid op het scherm en de
helderheid van uw foto's niet overeen. Vertekening van het beeld op
het scherm of schokkerige bewegingen van het onderwerp hebben
geen invloed op vastgelegde beelden.
Opties voor afspeelweergave
●
Het is niet mogelijk om van displaymodus te wisselen terwijl de camera
draadloos via Wi-Fi is verbonden met apparaten die geen printer zijn.
Scherm Snel instellen
●
Configureer veelgebruikte functies in het scherm [ ] (Snel instellen).
●
De beschikbare instellingen en opties verschillen afhankelijk van de
geselecteerde opname- of afspeelmodus.
●
U kunt ook opties selecteren door aan de knop
●
Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan
maken door de standaardinstellingen van de camera te herstellen.
●
U kunt het menu ook verlaten door [
] te selecteren in de
instellingsitems en op de knop
te drukken.
Menuscherm
●
Bij menu-items met opties die niet worden weergegeven, drukt
u eerst op de knop
de knoppen
configureren op de knop
scherm.
●
Als u klaar bent met instellen, kunt u door op de knop
drukken teruggaan naar het scherm dat werd weergegeven voordat
u op de knop
●
Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan
maken door de standaardinstellingen van de camera te herstellen.
●
De beschikbare menu-items verschillen afhankelijk van de geselecteerde
opname- of afspeelmodus.
Toetsenbord op het scherm
●
De lengte en het soort informatie dat u in kunt voeren hangt af van de
functie die u gebruikt.
●
Tik op [
aanraakt, worden er vijf tekens tegelijkertijd verwijderd.
●
Voor bepaalde functies wordt [
niet worden gebruikt.
te draaien.
●
Tekens kunnen ook worden ingevoerd door op de knoppen
te drukken om tekens of pictogrammen te selecteren en vervolgens
op de knop
knop
naar het vorige scherm.
Indicatorweergave
●
Als de indicator groen knippert, mag u de camera niet uitschakelen,
het geheugenkaartklepje of het accuklepje niet openen en de camera
niet schudden of aanstoten. Als u dit wel doet, kunnen de beelden,
camera of geheugenkaart beschadigd raken.
om van scherm te wisselen. Daarna drukt u op
/
om het menu-item te selecteren. Druk tijdens het
om terug te keren naar het vorige
drukte.
] om het vorige teken te verwijderen. Als u [
] niet weergegeven en kan deze optie
te drukken. U kunt de cursor ook verplaatsen door de
te draaien. Druk op de knop
om terug te keren
Draadloze functies/accessoires
Draadloze functies
Accessoires
De camera leren kennen
Voorbereiding en basisuitleg
te
Opnamen maken
Afspelen
Instellingen
Problemen oplossen
Fouten en waarschuwingen
Bijlage
] lang
Index
/ / /
52