Het document mag alleen compleet en ongewijzigd worden gebruikt en doorgegeven. De gebruiker heeft de verantwoordelijkheid
te controleren of dit document geldig is voor zijn product.
Pagina 47 van 56
➨ De ventieleilanden, evt. met slangkoppeling, verbindings-
slang of aansluitingshouder, en de schotelveren aanbren-
gen. De schotelveren met de bolling naar boven inleggen.
Op de correcte uitlijning van de ventieleilanden letten.
☞ Het ventieleiland op de ventielzitting centreren. Het ventie-
leiland moet vlak binnen de lip van de ventielzitting liggen.
Ventieleiland met gasballast-/slangkoppelingsaansluiting:
➨ De vierkante moer van de aansluitingshouder in de groef
in het kopdeksel schuiven c.q. de vierkante moer in de
groef leggen en de aansluitingshouder aansluitend losjes
vastschroeven.
☞ De lenskopbout slechts losjes vastdraaien.
➨ De spanklauw aanbrengen.
➨ De verzonken boorgaten op de schroefdraaddome uitlij-
nen.
➨ De verzonken bouten iets indraaien, evt. de uitlijníng van
de ventieleilanden corrigeren.
➨ De bouten met verzonken kop met een Torx-schroeven-
draaier TX20 vastdraaien.
☞ Aanhaalmoment: 3 Nm.
➨ De membranen in een positie brengen, waarin deze cen-
trisch en vlak in het contactvlak van de behuizingsopening
liggen.
➨ De kopdeksels met ventieleilanden en aansluitingen aan-
brengen.
☞ Op de correcte uitlijning van de kopdeksels letten:
Behuizing met cilinderstift: de cilinderstift op de pompbe-
huizing moet in de desbetreffende uitsparing in het kop-
deksel zitten.
Behuizing met markering: De uitsparing op het kopdeksel
moet naar de markering op de behuizing wijzen.
➨ De cilinderbouten van het kopdeksel met een inbussleutel
mt. 5 kruislings eerst handvast en daarna goed vastdraai-
en.
☞ Aanbevolen aanhaalmoment: 12 Nm.
➨ De roosters in de kopdeksels steken.
De slangverbinding van de verbindingsslang naar de andere
kant van de pomp weer in orde maken.
Pomp in de pompdrager:
De slangverbinding van de verbindingsslang naar de andere
kant van de pomp evenals slangverbinding naar de aan- c.q.
afvoer van het pompsysteem opnieuw tot stand brengen.
➨ De slang op de slangaansluiting van het ventieleiland ste-
ken.
➨ De slang en de slangkoppeling tot aan de aanslag (lip op
het ventieleiland) opschuiven.
➨ De slangkoppeling m.b.v. een combinatietang sluiten.