☞ Te allen tijde moet worden voorkomen dat enig deel van het menselijk lichaam
aan het vacuüm kan worden blootgesteld.
☞ Zorg te allen tijde voor vrije afvoerleiding voor het af te voeren gas (drukloos).
☞ Het overdrukventiel op de emissiecondensator regelmatig controleren en evt.
vervangen.
☞ Chemicaliën met inachtneming van eventuele verontreinigingen door de afge-
pompte substanties overeenkomstig de desbetreffende voorschriften afvoeren.
Voorzorgsmaatregelen treffen (bijv. beschermende kleding en veiligheidsbril dra-
gen), om het inademen en contact met de huid te vermijden (chemicaliën, ther-
mische afbraakproducten van fluorelastomeren).
☞ Uitval van de pomp (bijv. door stroomuitval) en daarop aangesloten componen-
ten, uitval van onderdelen in verband met de voedingsspanning en gewijzigde
kernwaarden mogen in geen geval tot een gevaarlijke situatie leiden. Door lekke
slangen of gescheurd membraan kunnen verpompte substanties in de omgeving,
in de behuizing van de pomp of in de motor terechtkomen. De aanwijzingen met
betrekking tot de bediening en het gebruik, evenals het onderhoud in acht ne-
men.
☞ In verband met de resterende leksnelheid van de apparaten kan in zeer ge-
ringe mate gas tussen de omgeving en het vacuümsysteem worden uitgewisseld.
Verontreiniging van de verpompte substanties of de omgeving uitsluiten.
•
Bij te hoge aanzuigdrukken kan op grond van de grote compressie van de
pomp overdruk op het gasballastventiel ontstaan.
Bij een geopend gasballastventiel kan het verpompte gas of gevormd condens
door het gasballastventiel naar buiten lekken. Verontreiniging van de aanvoerlei-
ding bij het gebruik van inert gas uitsluiten.
•
Neem het symbool "Hete oppervlakken" op de pomp in acht. Afhankelijk van de
bedrijfs- en omgevingsomstandigheden kunnen gevaren door hete oppervlakken
ontstaan. Gevaar door hete oppervlakken uitsluiten. Zo nodig een aanrakingsbe-
veiliging aanbrengen.
Met name de emissiecondensator kan bij permanent hoge gasdoorstroming een
verhoogde oppervlaktemperatuur vertonen aan de glazen componenten. De
temperaturen die zich tijdens het gebruik ontwikkelen, zouden brandwonden kun-
nen veroorzaken. Voorkom directe aanraking van het oppervlak. Zo nodig een
aanrakingsbeveiliging aanbrengen.
•
Altijd zorgen voor een vrije koelmiddelafvoer op de emissiecondensator.
Voorkom altijd dat het gas kan ophopen of condens terug kan stromen.
Waterslag in de pomp vermijden.
De vulhoogte in de beide ronde erlenmeyers regelmatig controleren en deze tijdig
legen. Eventueel een elektronische vulpeilsensor installeren (zie "Toebehoren").
De gebruiker moet ervoor zorgen dat de installatie ook in geval van storing in een
veilige toestand wordt gebracht. De gebruiker moet geschikte veiligheidsmaatrege-
len treffen (voorzorgsmaatregelen die rekening houden met de eisen voor de betref-
fende toepassing) tegen uitval of een defect aan het apparaat.
Een zelfhoudende thermische wikkelingsbeveiliging schakelt de motor bij te
hoge temperaturen uit.
Let op:Kan alleen handmatig worden teruggezet. De pomp uitschakelen of de stek-
ker uit het stopcontact trekken. De oorzaak van de oververhitting opsporen en ver-
helpen. Wacht eerst ca. vijf minuten voordat de pomp weer wordt ingeschakeld.
Het document mag alleen compleet en ongewijzigd worden gebruikt en doorgegeven. De gebruiker heeft de verantwoordelijkheid
te controleren of dit document geldig is voor zijn product.
Pagina 13 van 56