Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening en werking
Bij de inbouw in een vacuümsysteem
➨ Zorgen voor een geschikt opvang- en afvalverwijderingssysteem, indien het ge-
vaar bestaat dat gevaarlijke of milieubedreigende fluïden vrijkomen.
☞ De leiding voor het af te voeren gas moet gasdicht en tegen losraken beveiligd
(bijv. met een slangklem) worden aangesloten en de afgevoerde gassen moeten
op geschikte wijze (bijv. via een afzuiging) als afval worden afgevoerd.
☞ De gasuitlaat mag niet geblokkeerd zijn. De leiding voor het af te voeren gas
moet altijd vrij (drukloos) zijn om een ongehinderde uitstoot van de gassen te
kunnen garanderen.
☞ Er mogen geen deeltjes en stof worden aangezogen. De gebruiker moet evt.
geschikte filters voor de pomp installeren. De gebruiker moet voor het gebruik de
geschiktheid van deze filters m.b.t. de doorstroming, chemische bestendigheid
en betrouwbaarheid tegen verstoppingen controleren en dit garanderen.
☞ Bij het inbouwen in een behuizing of bij een hoge omgevingstemperatuur voor
een goede ventilatie zorgen, evt. een externe gedwongen ventilatie aanbrengen.
•
De overdracht van mechanische krachten door starre verbindingsleidingen ver-
mijden en stukken elastische slang of veerelementen tussenschakelen.
Let op:Elastische elementen kunnen bij het evacueren samentrekken.
•
Aanvoerleiding op de inlaat van de pomp gasdicht aansluiten en tegen losraken
beveiligen, bijv. met een slangklem.
•
Bij stroomuitval kan het gebeuren dat - in het bijzonder bij een geopend gasbal-
lastventiel van de pomp - ongewenst wordt geventileerd. Dit kan tot gevaren
leiden, daarom de geschikte veiligheidsmaatregelen treffen.
•
Voor het inschakelen van de pomp de netspanning en de stroomsoort (zie type-
plaatje) controleren.
Pomp met motor met groot bereik: Controleer de instelling van de spannings-
•
keuzeschakelaar op de motorklemmenkast.
Let op: Wanneer de pomp bij een verkeerd ingestelde spanningskeuzeschake-
laar wordt ingeschakeld, kunnen beschadigingen aan de motor ontstaan!
Elke keer voor het inschakelen controleren of de spanningskeuzeschakelaar op
de klemmenkast op de juiste spanning staat ingesteld!
Het spanningsbereik alleen dan omschakelen wanneer de stekker uit het
stopcontact is getrokken.
Spanningskeuzeschakelaar:
Het spanningsbereik alleen dan omschakelen wanneer de stekker uit het
stopcontact is getrokken.
M.b.v. een schroevendraaier de spanningskeuzeschakelaar op de klemmenkast
op de bedrijfsspanning van het stroomnet instellen:
"115/120" geldt voor 90-126 V
"230/240" geldt voor 180-253 V
Zorg altijd voor toevoer van voldoende frisse lucht naar de ventilator. Een minimale
tussenruimte van 5 cm tussen ventilator en aangrenzende onderdelen (bijv. behui-
zing, wanden, ...) aanhouden, anders voor externe gedwongen ventilatie zorgen.
Het document mag alleen compleet en ongewijzigd worden gebruikt en doorgegeven. De gebruiker heeft de verantwoordelijkheid
te controleren of dit document geldig is voor zijn product.
Pagina 32 van 56
Spannings-
keuzeschakelaar
Advertenties
Inhoudsopgave
