2. BEOOGD GEBRUIK
Doel
De bloeddrukmeter (hierna 'apparaat' genoemd) is bedoeld voor
de volautomatische, niet-invasieve meting van arteriële bloed-
druk- en hartslagwaarden aan de bovenarm.
De bloeddrukmeter is ontwikkeld voor zelfmeting in de thuisom-
geving door volwassenen.
Doelgroep
De bloeddrukmeting is geschikt voor volwassen gebruikers met
een bovenarmomtrek die binnen het bereik ligt dat op de manchet
wordt vermeld.
Bovendien is het apparaat uitermate geschikt voor het meten van
de bloeddruk van vrouwen tijdens de zwangerschap.
Klinische voordelen
Met dit apparaat kan de gebruiker snel en eenvoudig zijn bloed-
druk- en hartslagwaarden registreren. De vastgestelde meetwaar-
den worden conform internationaal geldende richtlijnen geclas-
sificeerd en grafisch beoordeeld. Het apparaat kan daarnaast
eventueel aanwezige onregelmatige hartslagen tijdens de meting
herkennen en de gebruiker hier door middel van een symbool
op het display op wijzen. Het apparaat slaat de geregistreerde
meetwaarden op en kan ook gemiddelde waarden van eerdere
metingen weergeven. De geregistreerde gegevens kunnen zorg-
verleners helpen bij het diagnosticeren en behandelen van bloed-
drukproblemen en dragen voor de gebruiker op die manier bij aan
een gezondheidscontrole op de lange termijn.
Indicaties
De gebruiker kan bij een hoge bloeddruk en een lage bloeddruk
zijn bloeddruk en hartslagwaarden zelfstandig in zijn thuisomge-
ving in de gaten houden. De gebruiker hoeft echter geen hoge
bloeddruk of aritmieën te hebben om het apparaat te gebruiken.
Contra-indicaties
WAARSCHUWING
• Gebruik de bloeddrukmeter niet bij baby's, kinderen en huis-
dieren.
• Personen met een beperkt fysiek, zintuiglijk of geestelijk ver-
mogen mogen het apparaat alleen gebruiken wanneer het ge-
bruik plaatsvindt onder toezicht van een voor hun veiligheid
verantwoordelijke persoon en wanneer zij van deze persoon
aanwijzingen hebben ontvangen over het gebruik van het ap-
paraat.
• Gebruik het apparaat niet als u metalen implantaten hebt.
• Breng de manchet niet aan bij personen die een borstamputa-
tie hebben ondergaan of waarbij lymfeklieren zijn verwijderd.
• Plaats de manchet niet over wonden, omdat dit kan leiden tot
meer verwondingen.
• Let op dat de manchet niet om een arm wordt aangebracht
waarvan de (slag)aderen een medische behandeling onder-
gaan, zoals intravasculaire toegang, intravasculaire therapie of
een arterioveneuze shunt.
Ongewenste bijwerkingen:
• Huidirritatie
• Negatieve invloed op de bloedsomloop
3. WAARSCHUWINGEN EN VEILIGHEIDS-
OPMERKINGEN
Algemene waarschuwingen
WAARSCHUWING
• De waarden die u hebt gemeten, dienen slechts als indicatie
– ze vormen geen vervanging van een medisch onderzoek!
6