De pomp mag alleen bij maximaal 1,1 bar druk (absoluut) op de uitlaat worden
gestart, aangezien anders eventueel de motor blokkeert en beschadigd raakt.
Condens/stof
✘
✘
IN
✘
✘
!
Het document mag alleen compleet en ongewijzigd gebruikt en doorgegeven worden. De gebruiker heeft de verantwoordelijkheid
te controleren of dit document geldig is voor zijn product.
Pagina 38 van 76
•
De maximaal toegestane druk op de in- en uitlaat, even-
max. 1,1 bar
als de maximaal toegestane verschildruk tussen de in- en
(absoluut)
uitlaat in acht nemen.
ME 4R NT:
•
Let op: De doseerbouten die linksom draaien hebben
geen aanslag! De doseerbouten er niet helemaal uitdraai-
en!
Voorkom condensatie in de pomp, evenals vloeistofslag en
stof, aangezien membranen en ventielen door het permanent
verpompen van vloeistoffen of stof beschadigd kunnen raken.
De pomp van buitenaf regelmatig op verontreinigingen en
afzettingen controleren. De pomp evt. reinigen om een verho-
ging van de bedrijfstemperatuur van de pomp te voorkomen.
Voorkom sterke warmtetoevoer (bijv. door hete procesgas-
sen). Toegestaan temperatuurbereik: zie "Technische gege-
vens/gasaanzuigtemperaturen".
Een zelfhoudende thermische wikkelingsbeveiliging
I ➨ O
1.
schakelt de motor bij te hoge temperaturen uit.
Let op:Kan alleen handmatig worden teruggezet. De pomp
2.
uitschakelen of de stekker uit het stopcontact trekken. De oor-
zaak van de oververhitting opsporen en verhelpen. De pomp
voldoende lang af laten koelen.
3.
°C/°F