Aansluiting drukzijde (uitlaat)
ME 2 NT / ME 4 NT / ME 8 NT / MZ 2 NT:
Uitlaat via schroefdraad G 1/4". Greepstop aan de uitlaat verwijderen. Schroef de meegeleverde geluid-
demper of de meegeleverde slangkoppeling DN 10 mm op de uitlaat.
ME 4S NT / ME 8S NT / MZ 2S NT:
Uitlaat via schroefdraad G 1/4". Greepstop aan de uitlaat verwijderen. Schroef de meegeleverde geluid-
demper of een slangkoppeling DN 10 mm (zie "Toebehoren") op de uitlaat.
MD 4 NT / MV 2 NT / MZ 2D NT:
Uitlaat via geluiddemper
MD 4S NT / ME 4R NT:
Uitlaat via slangkoppeling DN 10 mm.
MD 4CRL NT:
Uitlaat via kleine flens KF DN 16.
➨ Zorgen voor een geschikt opvang- en afvalverwijderingssysteem, indien het ge-
vaar bestaat dat gevaarlijke of milieubedreigende fluïden vrijkomen.
✔
✔
Uitlaat
Het document mag alleen compleet en ongewijzigd gebruikt en doorgegeven worden. De gebruiker heeft de verantwoordelijkheid
te controleren of dit document geldig is voor zijn product.
Pagina 33 van 76
Achtung: Gebruik de (optionele) geluiddemper alleen bij lage
gasdoorvoer en controleer deze regelmatig op doorstroming!
Evt. een slangkoppeling (met pakking) gebruiken, zie "Toe-
behoren".
Uitlaat
Aansluiting van een leiding voor af te voeren gas op de uitlaat
van de pomp met geluiddemper:
De geluiddemper losschroeven en de slangkoppeling DN 10
mm met de pakking inschroeven (schroefdraad G1/4").
☞ Sluit een gasafvoerslang gasdicht en beveiligd tegen los-
raken (bijv. met een slangklem) aan en voer de uitlaatgas-
sen op geschikte wijze (bijv. via een afzuiging) af. Daarbij
de geluiddemper evt. vervangen door een slangklem (zie
onder).
✘
✘
☞ Sluit een uitlaatgasslang gasdicht en beveiligd tegen los-
raken aan op de uitlaat van de pomp MD 4CRL NT (kleine
flens KF DN 16) (bijv. met een slangklem) en voer de uit-
laatgassen vakkundig af (bijv. via een ontluchting).
☞ De gasuitlaat mag niet geblokkeerd zijn. De leiding voor
het af te voeren gas moet altijd vrij (drukloos) zijn om een
ongehinderde uitstoot van de gassen te kunnen garande-
ren.
ME 4R NT:
☞ Bij het gebruik als compressiepomp moet erop worden
gelet, dat de maximaal gegenereerde overdruk past bij de
mechanische stabiliteit van dat van het drukvat, evt. over-
drukventiel aanbrengen.
☞ Met name bij het gebruik als vacuümpomp mag de gasuit-
laat niet geblokkeerd zijn. De leiding voor het af te voeren
gas moet altijd vrij (drukloos) zijn om een ongehinderde
uitstoot van de gassen te kunnen garanderen.