Inhoudsopgave
Advertenties
Inbedrijfstelling van de manometer (alleen ME 4R NT)
De gebruikte manometers zijn manometers met glycerinevulling. De overdrukma-
nometer op de uitlaat van de pomp geeft de overdruk in relatie tot de op de locatie
heersende atmosferische druk (relatieve druk) aan. De vacuümmeter op de inlaat
van de pomp geeft de overdruk in relatie tot de op de locatie heersende atmosferi-
sche druk als absolute waarde aan.
☞ Pomp in de bedrijfsruimte plaatsen.
☞ Voor de inbedrijfstelling moet de referentiekamer van de manometer worden ge-
ventileerd. Als de manometer niet eerst geventileerd wordt kan een systemati-
sche meetfout optreden.
Bij de ventilatie van de referentiekamer kan, al naargelang het model manometer,
onderscheid tussen de volgende uitvoeringen worden gemaakt:
Uitsparing
Stift
Drukvereffe-
ningsventiel
Het document mag alleen compleet en ongewijzigd gebruikt en doorgegeven worden. De gebruiker heeft de verantwoordelijkheid
te controleren of dit document geldig is voor zijn product.
Pagina 35 van 76
A: manometer met boorgat aan de achterkant van de be-
huizing
De uitsparing aan de achterkant van de manometer doorprik-
ken. Daarbij kan er wat vloeistof lekken.
+ Pomp tijdens het transport niet kantelen.
B: manometer met ventilatiestift
De manometer door het optillen van de stift even kort ventile-
ren. De stift er niet helemaal uittrekken!
☞ Evt. herhalen als bij de geventileerde meetaansluiting een
drukverschil wordt geconstateerd.
C: manometer met drukvereffeningsventiel
De manometer kort via het drukvereffeningsventiel ventileren.
Het ventiel weer sluiten.
☞ Evt. herhalen als bij de geventileerde meetaansluiting een
drukverschil wordt geconstateerd.
D: manometer zonder boorgat, ventilatiestift of drukver-
effeningsventiel:
➨ De referentiekamer van deze manometer niet ventileren!
Advertenties
Inhoudsopgave
