Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Korg RADIAS Gebruikershandleiding pagina 99

Inhoudsopgave

Advertenties

Reverse (Last Step=16)
Step
Step
Step
16
15
14
Run Mode=Loop
Alt1/Alt2
Speel afwisselend in voorwaartse en achterwaartse rich-
ting. Alt 1 verandert de richting onmiddellijk op de eind-
punten, dus de eerste stap en laatste stappen worden
slechts eenmaal per loop gespeeld. Alt 2 speelt de eerste
stap en de laatste stap zowel op de weg omhoog als om-
laag, dus deze stappen worden twee keer per loop ge-
speeld.
Alt1 (Last Step=16)
Step
Step
01
02
Run Mode
Step
Step
=Loop
01
02
Alt2 (Last Step=16)
Step
Step
01
02
Run Mode
=Loop
Step
Step
01
02
Bij Motion Rec gebeurt het afspelen altijd in voor-
waartse richting.
3: RunMode
Specificeert de loop instelling voor het afspelen.
OneShot
De sequens zal slechts gedurende één cyclus gespeeld wor-
den, en zal de waarde van de laatste step behouden.
Loop
De sequens zal als een loop worden afgespeeld, met ge-
bruik van het sequens type dat bij 'Seq Type'is gespecifi-
ceerd.
Als u de Motion Rec functie gebruikt of 'KeySync'op
'Off'staat, wordt er altijd volgens de Loop mode af-
gespeeld.
4: KeySync
Specificeert hoe de sequens opnieuw ingesteld zal worden
als een note-on optreedt (dwz: wanneer een toets wordt in-
gedrukt).
Off
De sequens wordt niet opnieuw ingesteld wanneer een
note-on optreedt.
Timbre
De sequens zal opnieuw worden ingesteld als de eerste
note-on van een timbre zich voordoet, vanuit een status
waarbij alle toetsen zijn losgelaten. In het geval van een
programma waarbij verschillende regio's van het toetsen-
bord verschillende timbres spelen (dwz: een split program-
ma), zal het opnieuw instellen gebeuren voor het timbre
dat door de note-on werd gespeeld.
Voice
De sequens zal individueel opnieuw worden ingesteld bij
iedere nieuw note-on die zich voordoet.
Step
Step
Step
03
02
01
Step
Step
15
16
Step
15
Step
Step
15
16
Step
Step
15
16
OneShot, Loop]
[Off, Timbre, Voice]
Wanneer zowel de modulatie sequencer als de arpeg-
giator aan staan, moet u deze parameter op Off of
Timbre instellen. Als dit op Voice wordt ingesteld,
zal de sequens elke keer dat de arpeggiator een nieu-
we noot genereert opnieuw worden ingesteld. Als u
dit op Timbre instelt, zal de sequens opnieuw wor-
den ingesteld wanneer een akkoord verandering op-
treedt.
5: Resolutn (Resolution)
Specificeert de afspeelsnelheid van de sequens, in verhou-
ding tot het tempo (MIDI klok) dat met de [TEMPO] knop
is aangegeven. De sequens zal bij iedere nootwaarde die u
hier aangeeft een stap vooruitgaan, gerelateerd aan het
tempo. Als u dit bijvoorbeeld op 1/4 instelt, zal de se-
quens bij elke kwartnoot een stap vooruitgaan.
P12–2...4: SEQ1...SEQ3
1: Knob
Selecteert de parameter die in de modulatie sequencer zal
worden opgenomen.
None
De modulatie sequence doet niets.
Pitch
De modulatie sequens zal de algehele toonhoogte van de
klinkende oscillators binnen een bereik van +/- 24 halve to-
nen wijzigen.
Overige
De modulatie sequens wijzigt de parameter die aan een
specifieke paneelknop is toegewezen, over een reeks van
ongeveer 63 (ongeveer 24 voor OSC2 Sem).
Als dezelfde parameter aan meer dan één sequence is
toegewezen, wordt een '*'aan de rechterkant ge-
toond. In dit geval hebben de toewijzingen in de
volgorde SEQ3, SEQ2 en SEQ1 prioriteit.
2: Motion
Specificeert hoe de opgenomen waardes zullen veranderen
als de sequens wordt afgespeeld.
(Smooth)
De verandering is doorlopend, waarbij de waardes die op
elke stap zijn opgenomen door rechte lijnen zijn verbon-
den.
1
2
3
4
5
6
7
Stappen
3. Synth Parameters
[ 31/48... 1/1]
[None, Pitch...Pch6Int]
[
,
8
9
10
11
12
13
14
15
16
]
93

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave