Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

P13 Eq/Fx (Equalizer/Effect) - Korg RADIAS Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Programma parameters
Als u 'Knob' op OSC1c2 (OSC1 Control 2) instelt
wanneer OSC1 'Wave' op Synth PCM of Drum PCM
staat, zal de werking hetzelfde zijn als Step, zelfs
wanneer deze parameter op Smooth is ingesteld.
(Step)
De waarde die op elke stap is opgenomen, wordt vastge-
houden totdat de volgende stap speelt.
1
2
3
4
5
Stappen
1: StepSel (Step Select)
Selecteert de te bewerken stap.
2: Value (Step Value)
Bewerkt de waarde die is opgenomen in de stap die met
'StepSel' van de modulatie sequens is gespecificeerd.
De hier aangegeven waarde is een offset, die op de hui-
dige waarde van de parameter, die aan de modulatie se-
quencer is toegewezen, toegepast zal worden. Als de
huidige waarde bijvoorbeeld +10 is, en de sequens data
bevat +10, +10, +20...beginnend op stap 1, zal de resul-
terende waarde van de parameter veranderen in +20,
+20, +30...als het afspelen begint.
Gebruik de cursor knoppen om de cursor naar de te be-
werken stap te verplaatsen, en gebruik de [PROGRAM/
VALUE] draaiknop om de waarde te bewerken. U kunt
ook de MOD SEQUENCER [SELECT] knop gebruiken
om de te bewerken modulatie sequens te selecteren, en
de waardes met de zestien knoppen bewerken.
94
6
7
8
9
10
11
12
13
14
[01...Last Step]
[-24...+24, -63...+63]

P13 EQ/FX (Equalizer/Effect)

Hier kunt u de parameters van de equalizer en de effecten
bewerken.
P13-1: EQ
Dit zijn de equalizer instellingen.
De equalizer wordt gebruikt om de klankbalans van elk
timbre bij te stellen, bijvoorbeeld door bepaalde fre-
quenties die de neiging hebben weg te vallen omhoog te
halen of andere frequenties die te duidelijk aanwezig
15
16
zijn te reduceren. De equalizer is direct achter de timbre
uitvoer geschakeld.
1: HiFreq (High Frequency)
Specificeert de cutoff frequentie van de hoge equalizer
(shelving type).
2: HiGain (High Gain) < HI >
Specificeert de gain van de hoge equalizer. Positieve (+) in-
stellingen duwen het geluid in de regio van de cutoff fre-
quentie omhoog, en negatieve (-) instellingen kappen het
geluid in de regio van de cutoff frequentie af.
3: LoFreq (Low Frequency)
Specificeert de cutoff frequentie van de lage equalizer
(shelving type)
4: LoGain (Low Gain) < LO >
Specificeert de gain van de lage equalizer. Positieve (+) in-
stellingen duwen het geluid in de regio van de cutoff fre-
quentie omhoog, en negatieve (-) instellingen kappen het
geluid in de regio van de cutoff frequentie af.
Als de gain excessief verhoogd wordt, kan de uitvoer
vervormen.
P13-2, 3: IFX1, 2 (Insert Effect 1, 2)
Dit zijn de instellingen voor insertie effecten 1 en 2.
Voor elk timbre zijn twee insertie effecten (insert effect 1
en insert effect 2) beschikbaar. Nadat de uitvoer van een
timbre door de EQ is gegaan, wordt deze in serie gescha-
keld door effect 1 en dan effect 2.
[1.00...20.0kHz]
[-15.0...+15.0dB]
[0020...1000Hz]
[-15.0...+15.0dB]

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave