Inhoudsopgave
Advertenties
Programma parameters
Specificeert de tijd vanaf het moment dat het attack niveau
is bereikt, totdat het sustain niveau is bereikt.
3: Sustain < SUSTAIN >
Specificeert het sustain niveau.
4: Release < RELEASE >
Specificeert de tijd vanaf note-off totdat het niveau 0 be-
reikt.
5: Curve
Selecteert de curve voor de decay en release segmenten van
de envelope.
EG Curve Type
1 2
Decay
Attack
6: LvlVelInt (Level Velocity Intensity)
Hiermee kan de amplitude van de EG door de velocity van
de note-on worden bestuurd. Met hogere waardes kan de
velocity meer effect op de amplitude hebben.
Positieve (+) waardes
Als u zacht speelt zal de EG amplitude afnemen, als u sterk
speelt zal de EG amplitude toenemen.
Negatieve (-) waardes
Als u sterk speelt zal de EG amplitude afnemen. Als u zacht
speelt zal de EG amplitude toenemen.
TimKeyTrk (Decay/ReleaseTime Keyboard Track)
7: TimKeyTrk (Decay/ReleaseTime Keyboard Track)
Hiermee kan keyboard tracking (de positie op het toetsen-
bord) invloed hebben op de decay tijd en release tijd van de
EG. Als u deze waarde verhoogt, zal de positie op het toet-
senbord een groter verschil in de EG tijden teweegbren-
gen.De toetsenbord positie is gerelateerd aan de C4 toets.
Positieve (+) waardes
EG parameters worden korter als u boven C4 speelt en lan-
ger als u onder C4 speelt.
Negatieve (-) waardes
EG parameters zullen korter worden als u onder C4 speelt
en langer als u boven C4 speelt.
TimVelLnt (Decay/ReleaseTime velocity Intensity)
8: TimVelInt (Decay/ReleaseTime Velocity Intensity)
Hiermee kan velocity effect hebben op de decay en release
tijd van de EG. Als u deze waarde verhoogt, zal de velocity
een groter verschil in de EG tijden teweegbrengen.
Positieve (+) waardes
EG tijden worden langer als u zacht speet, en korter als u
sterk speelt.
90
[000...127]
[000...127]
[LogHard...Expo]
1: Log Hard
2: Log Mid
3: Log Soft
5
4: Linear
4
3
5: Expo
4
3
1 2
Release
[–63...+63]
[–63...+63]
[–63...+63]
Negatieve (-) waardes
EG tijden zullen langer worden als u sterk speelt, en korter
als u zacht speelt.
P10 LFO
Dit zijn de parameters voor de LFO's (Low Frequency Os-
cillators). Een LFO kan cyclische verandering op het geluid
toepassen.
LFO1 is intern geschakeld als modulatiebron voor oscilla-
tor 1 'Control1'.
LFO2 is intern geschakeld als de modulatiebron voor de os-
cillator toonhoogte modulatie die door het modulatiewiel
wordt geregeld (of door het modulatiewiel van een aange-
sloten extern MIDI apparaat).
Indien het effect van de LFO moeilijk hoorbaar is,
kunt u de diepte of intensiteit van de modulatiebe-
stemming verhogen.
5
P10–1, 2: LFO 1, 2
1: Wave < SELECT >
Selecteert de LFO golfvorm.
Voor LFO1 kunt u kiezen uit Saw, Squ, tri en S/H.
Voor LFO2 kunt u kiezen uit Saw, Squ+, Sin en S/H.
Saw
Squ+
Sin
2: Shape
Wijzigt de vorm van de bij 'Wave' geselecteerde golfvorm.
[Saw, Squ, Squ+, Tri, S&H]
Squ
Tri
S&H
Golfvorm verandert onregelmatig
(Sample & Hold)
[–63...+63]
Advertenties
Inhoudsopgave
