Inhoudsopgave
Advertenties
P10 LFO
P10–1, 2: LFO1, 2
Zie p.90 'P10 LFO'.
P11 PATCH (Virtual Patch)
P11–1...6: P1...6
Zie p.91 'P11 PATCH (Virtual Patch').
4. Utility
Hier kunt u verscheidene functies als Copy, Initialize and
Swap gebruiken om drum kits en drum instrumenten op
een gemakkelijke manier te bewerken.
P16 UTILITY
P16–1: DRUM UTILITY
Dit zijn de aan drum gerelateerde voorzieningen.
1: Edit
Selecteer de voorziening die u wilt gebruiken.
Init Kit
Initialiseert de op dat moment geselecteerde drum kit.
Gebruik 'Edit' om Init Kit te selecteren, verander 'Sure?'
in 'Press [YES]' en druk dan op de [EDIT/YES] knop.
(☞p.107 'InitPROG').
[Init Kit...NameTemplate]
Init Inst
Initialiseert het op dat moment geselecteerde drum instru-
ment.
Gebruik 'Edit' om Init Inst te selecteren, verander 'Su-
re?' in 'Press [YES]' en druk dan op de [EDIT/YES]
knop. (☞p.107 'InitPROG').
Copy Inst
Kopieert een drum instrument
Gebruik 'Edit' om Copy Inst te selecteren, gebruik
'Source' om de kopieerbron drum kit en drum instru-
ment te selecteren. Verander 'Sure?' in 'Press [YES]' en
druk dan op de [EDIT/YES] knop. (☞p.107 'CopyVO-
CODER').
Swap Inst
Wisselt drum instrument instellingen binnen de huidig ge-
selecteerde drum kit uit.
Gebruik 'Edit' om Swap Inst te selecteren, gebruik
'Source' om de drum instrument kopieerbron te selecte-
ren en 'Dest' om de bestemming voor de uitwisseling te
selecteren. Verander 'Sure?' in 'Press [YES]' en druk dan
op de [EDIT/YES] knop. (☞p.109 'SwapModSeq').
MakeTemplate
Creert een template met gebruik van de instellingen van
het op dat moment geselecteerde drum instrument.
Gebruik 'Edit' om Make Template te selecteren, gebruik
'Source' Om het drum instrument dat u wilt opslaan te
selecteren. Gebruik 'Dest' om de opslagbestemming aan
te geven, gebruik 'Name' om een naam in toe voeren.
Verander 'Sure?' in 'Press [YES]' en druk dan op de
[EXIT/YES] knop. (☞p.108 'NameTemplate').
Drum instrument templates worden op dezelfde
plaats bewaard als de timbre templates, en data kan
onderling worden overgebracht. Wees echter voor-
zichtig dat data niet per ongeluk wordt overschre-
ven.
NameTemplate
Bewerkt de naam van een template.
Gebruik 'Edit' om NameTemplate te selecteren, gebruik
'Dest' om de template waarvan u de naam wilt bewer-
ken te selecteren. Gebruik 'Name' om een naam in te
voeren, verander 'Sure?' in 'Press [YES]' en druk dan op
de [EXIT/YES] knop. (☞p.108 'NameTemplate').
4. Utility
113
Advertenties
Inhoudsopgave
