Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Control Changes Aan Parameter Controllers (Knoppen En Drukknoppen) Toewijzen; Overige Regeling; De Geluiden Van Alle Kanalen Tijdelijk Stil Maken (Mute) - Korg RADIAS Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Control changes aan parameter
controllers (knoppen en drukknoppen)
toewijzen
U kunt control changes CC#00-CC#95 en CC#102-CC#119
aan de hoof parameter controllers (knoppen en drukknop-
pen) van het voorpaneel toewijzen. Deze instellingen wor-
den op de Global mode P07: MIDI MAP [CC#] pagina
gemaakt.
Als een control change aan een knop of drukknop is toe-
gewezen, zal door het bedienen van de betreffende knop
de toegewezen control change worden verzonden.
Wanneer een toegewezen control change wordt ontvan-
gen, is het resultaat hetzelfde als wanneer de controller
bediend werd volgens de corresponderende waarde.
Controllers voor geluidsparameters en insertie effect pa-
rameters worden via het MIDI kanaal van het timbre
verzonden en ontvangen. Controllers voor master effect
parameters worden via het globale MIDI kanaal verzon-
den en ontvangen. Controllers voor vocoder parameters
worden via het MIDI kanaal van het timbre dat bij de
Vocoder Edit mode P06: CARRIER pagina 'InSrc1' is
toegewezen.
Parameters die als NRPN worden
verzonden en ontvangen
NRPN (Non-Registered Parameter Number) berichten zijn
toegewezen aan de voorpaneel knoppen van de RADIAS
die niet binnen de hierboven vermelde control berichten
vallen. VRPN berichten kunnen vrijelijk door elke fabri-
kant en apparaatmodel worden gebruikt.
Gebruik de volgende procedure om via NRPN berichten
te bewerken.
1
Gebruik NRPN MSB (CC#99) [Bn, 63, mm] en
NRPN LSB (CC#98) [Bn, 62, rr] (n: kanaal, mm,
rr: hoogste en laagste bytes van parameternum-
mer) om de parameter die u wilt bewerken te
selecteren.
2
Gebruik data invoer MSB (CC#6) [Bn, 06, mm]
(n: kanaal, mm: parameterwaarde) om de waarde
van iedere parameter in te stellen.
De RADIAS gebruikt alleen de data invoer MSB.
De arpeggiator en step sequencer
besturen
Als u de knoppen op het voorpaneel gebruikt om de arpeg-
giator of step sequencer instellingen te wijzigen, zullen
NRPN berichten voor de corresponderende parameter
worden verzonden. Wanneer NRPN berichten worden ont-
vangen, zullen de instellingen van de arpeggiator of step
sequencer op de corresponderende waardes worden inge-
steld. Deze berichten worden via het globale MIDI kanaal
verzonden en ontvangen.
Meer over de overeenkomst tussen parameters en NRPN
berichten vindt u in de 'MIDI Implementatie' op de bijgele-
verde CD-ROM.

Overige regeling

Naast de arpeggiator en step sequencer parameters, kun-
nen NRPN berichten voor de
VIRTUAL PATCH 1-6 SOURCE DESTINATION, de voco-
der FCMOD SOURCE en CH PARAM (kanaal parameters)
ook worden verzonden en ontvangen. Berichten voor de
besturing van de VIRTUAL PATCH 1-6 SOURCE/DESTI-
NATION worden via het MIDI kanaal van het timbre ver-
zonden en ontvangen. Berichten voor regeling van de
vocoder's FC MOD SOURCE en CH PARAM worden ver-
zonden en ontvangen via het MIDI kanaal van het timbre
dat op de Vocoder Edit mode P06: CARRIER pagina
'InSrc1' is geselecteerd.
Meer over de overeenkomst tussen parameters en NRPN
berichten vindt u in de 'MIDI Implementatie' op de bijgele-
verde CD-ROM.
De effecten besturen
Afhankelijk van het type effect dat u gebruikt, kunnen de
regelaars op het voorpaneel (modulatiewiel, pedaal, scha-
kelaar) en de 'MIDI1', 'MIDI2', 'MIDI3', 'MIDI4' en
'MIDI5', die op de Global mode P04: MIDI pagina zijn toe-
gewezen, gebruikt worden voor het moduleren van effect
parameters.
U kunt ook control change berichten aan de voorpaneel
[EDIT] knoppen van de insertie en master effecten toe-
wijzen, en deze berichten gebruiken om de parameters
te besturen. Deze toewijzingen worden op de Global
mode P07: MIDI MAP [CC#] pagina gemaakt.
De control changes die als besturingsbronnen
voor de insertie effecten worden gebruikt, worden
ongeacht de MIDI filter instellingen van het tim-
bre verzonden en ontvangen (Program Edit mode
P03-5, 6: TIMBRE – CC-A, CC-B tab pagina's).
De control changes die als besturingsbronnen
voor het master effect of voor besturing van de
[EDIT] knop worden gebruikt, worden via het glo-
bale MIDI kanaal verzonden en ontvangen.
De geluiden van alle kanalen tijdelijk
stil maken (Mute)
All note off (CC#123) [Bn, 7B, 00]
(waarde is 00)
Als een All Note Off bericht wordt ontvangen, zullen
alle noten die op het betreffende kanaal worden ge-
speeld, uitgezet worden. De decay, toe te schrijven aan
de envelope instellingen, zal behouden blijven.
All sound off (CC#120) [Bn, 78, 00]
(waarde is 00)
Wanneer een All Sound Off bericht wordt ontvangen,
zullen alle geluiden die op het betreffende kanaal wor-
den geproduceerd onhoorbaar gemaakt worden. In te-
genstelling tot het All Note Off bericht, waarbij de decay
blijft optreden, maakt het All Sound Off bericht het ge-
luid direct helemaal stil. Dit bericht is echter bedoeld
Over MIDI
149

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave