Globale parameters
P09 USER SCALE
P09–1: USER SCALE
Hier kunt u een user scale creeren. U kunt de toonhoogte
van elke noot binnen het octaaf (C...B) binnen een reeks
van –99 - +99 cent aanpassen.
Gebruik de cursor knoppen om de cursor naar een noot-
naam (C...B) te verplaatsen, en gebruik de [PROGRAM/
VALUE] draaiknop om de toonhoogte van die noot aan te
passen.
Als u de Program Edit mode P02-1: COMMON – PROG tab
pagina 'Scale' parameter op User Scale instelt, zal de volle-
dige reeks van het toetsenbord de hier gespecificeerde
toonschaal gebruiken.
1: C...B
Specificeert een offset voor elke toonhoogte C...B in eenhe-
den van een cent, overeenkomstig met de standaard gelijk-
zwevende stemming als 0.
Met een instelling van +99 is de toonhoogte ongeveer een
halve toon hoger dan de standaard toonhoogte.
Met een instelling van -99 is de toonhoogte ongeveer een
halve toon lager dan de standaard toonhoogte.
P10 CATEGORY NAME
P10-1: CATEGORY NAME
Hier kunt u de namen van elke categorie creëren en speci-
ficeren. Elk programma is aan één van de zestien cate-
gorëeen toegewezen. Tijdens het selecteren van
programma's is het gemakkelijk om de gewenste categorie
te kiezen en dan programma's uit die categorie te selecte-
ren. Meer over het selecteren van programma's per catego-
rie vindt u op p.21 'Programma's per categorie selecteren'.
Nadat u een categorie naam heeft bewerkt, moet de
Write operatie worden uitgevoerd. Als u dit niet
doet, zal de naam naar zijn onbewerkte status terug-
keren.
Om een programma aan een categorie toe te wijzen,
gebruikt u de Program Edit mode P01-1: NAME –
PROG tab pagina (☞p.36 Een categorie toewijzen').
120
1: Category
Selecteer het nummer van de categorie waarvan u de naam
wilt bewerken.
2: Name
Voer een naam voor de betreffende categorie in.
De beschikbare tekens en de procedure zijn hetzelfde als bij
een programma. Meer over het invoeren van een naam
vindt u op ☞p.36 'Een categorie toewijzen').
P11 CALIB [A.SW]
P11–1: CALIB [A.SW] (Assignable Sw)
Met deze operatie wordt de pedaalschakelaar die op de
RADIAS is aangesloten gekalibreerd (schaalverdeling).
Zet de aangesloten pedaalschakelaar aan en uit, en druk
dan op de [EDIT/YES] knop.
[–99...+99]
P12 CALIB [A.PEDAL]
P12–1: CALIB [A.PEDAL]
(Assignable Pedal)
Deze operatie kalibreert de geldige reeks van een pedaal
dat op de RADIAS is aangesloten. Laat het aangesloten pe-
daal door zijn volledige reeks bewegingen gaan, en druk
dan op de [EDIT/YES] knop.
Indien het kalibreren niet is gelukt, wordt 'Invalid
Data' in het scherm getoond als u op de [EDIT/YES]
knop drukt. Als dit gebeurt, voert u de operatie nog-
maals uit.
U moet de Write operatie voor de 11: CALIB [A.SW]
en 12: CALIB [A.PEDAL] schaalverdelings instellin-
gen op dezelfde manier als voor de overige Global
parameters uitvoeren. Als u de Write operatie niet
uitvoert, zullen de instellingen naar hun vorige sta-
tus terugkeren (☞p.68 'Globale parameters opslaan
(Write)').
[01...16]
[!...']