FLUXUS G60x
Horizontale buis
Kies een meetpunt waar de sensoren aan de zijkant van de buis kunnen worden beves-
tigd zodat de geluidsgolven zich horizontaal in de buis verspreiden. Op die manier kun-
nen vaste deeltjes of vloeistof op de bodem van de buis het verspreiden van het signaal
niet beïnvloeden, zie Afb. 3.8 en Afb. 3.9.
Afb. 3.8:
Aanbevolen aanbrenging van de
sensoren
3.4
Ongestoord stromingsprofiel
Veel doorstromingselementen (b.v. bochtstukken, ventielen, pompen, reducties) veroor-
zaken een lokale vervorming van het stromingsprofiel. Het voor een correcte meting ver-
eiste axiaalsymetrische stromingsprofiel in de buis bestaat dan niet meer. Door zorgvul-
dige keuze van het meetpunt is het mogelijk, de invloed van storingsbronnen te beper-
ken.
Het is buitengewoon belangrijk dat u een meetpunt kiest dat op voldoende afstand van
storingsbronnen ligt. Alleen dan kunt u verwachten dat het stromingsprofiel zich volledig
gevormd heeft. Meetresultaten kunnen echter ook worden geleverd als de aanbevolen
afstanden ten opzichte van storingsbronnen om praktische overwegingen niet in acht
kunnen worden genomen.
De voorbeelden in Tab. 3.1 tonen de aanbevolen rechte in- of uitlooptrajecten voor de
verschillende types storingsbronnen van doorstromingen.
Tab. 3.1:
Aanbevolen afstanden t.o.v. storingsbronnen;
D – nominale diameter op het meetpunt,
l – aanbevolen afstand tussen de storingsbron en de sensorpositie
storingsbron: 90°-bochtstuk
inloop: l ≥ 10 D
UMFLUXUS_G60xV5-3NL, 2020-05-29
l
3.4 Ongestoord stromingsprofiel
Afb. 3.9:
Ongunstige aanbrenging van de
sensoren
uitloop: l ≥ 5 D
l
3 Grondbeginselen
21