17 Uitgebreide functies
FLUXUS G60x
17.12 Gedrag van de alarmuitgangen
Druk tijdens de meting 3 maal op de toets C om alle alarmuitgangen in de rusttoestand
terug te zetten. Alarmuitgangen waarvan nog aan de schakelvoorwaarde wordt voldaan,
worden na 1 s weer geactiveerd. Deze functie wordt gebruikt om alarmuitgangen van het
type HOUDEN te resetten als niet meer aan de schakelvoorwaarde wordt voldaan.
Met een druk op de toets BRK stopt u de meting en gaat u naar het hoofdmenu. Alle
alarmuitgangen worden stroomloos geschakeld, ongeacht de geprogrammeerde rusttoe-
stand.
17.12.3 Alarmuitgangen tijdens de sensorpositionering
Aan het begin van de sensorpositionering (balkendiagram) worden alle alarmuitgangen
in hun geprogrammeerde rusttoestand teruggezet.
Als men tijdens de meting het balkendiagram kiest, worden alle alarmuitgangen in hun
geprogrammeerde rusttoestand teruggeschakeld.
Een alarmuitgang van het type HOUDEN die tijdens de voorafgaande meting geactiveerd
is, blijft na de sensorpositionering in rusttoestand als niet meer aan zijn schakelvoor-
waarde wordt voldaan.
Het schakelen van de alarmuitgangen in de rusttoestand verschijnt niet in beeld.
17.12.4 Alarmuitgangen tijdens de meting
Een alarmuitgang met de schakelvoorwaarde MAX of MIN wordt max. eenmaal per se-
conde geactualiseerd om brommen te voorkomen (d.w.z. schommelen van de meet-
waarden rond de waarde van de schakelvoorwaarde).
Een alarmuitgang van de type NIET-HOUDEN wordt geactiveerd, als aan de schakel-
voorwaarde wordt voldaan. Hij wordt gedeactiveerd, als niet meer aan de schakelvoor-
waarde wordt voldaan. Hij blijft echter min. 1 s geactiveerd, ook als korter aan de scha-
kelvoorwaarde wordt voldaan.
Alarmuitgangen met schakelvoorwaarde GRTHD. worden geactiveerd, als de grenswaar-
de bereikt is.
Alarmuitgangen met schakelvoorwaarde FOUT worden pas na meerdere mislukte meet-
pogingen geactiveerd. Hierdoor leiden typische kortstondige storingen van de meting
(bijv. het aanzetten van een pomp) niet tot activering van het alarm.
Alarmuitgangen met schakelvoorwaarde +→- -→+ en van het type NIET-HOUDEN wor-
den bij elke verandering van de stroomrichting voor ca. 1 s geactiveerd, zie Afb. 17.1.
Alarmuitgangen met schakelvoorwaarde +→- -→+ en van het type HOUDEN worden na
de eerste verandering van de stroomrichting geactiveerd. Zij kunnen door drie drukken
op de toets C teruggeschakeld worden, zie Afb. 17.1.
185
UMFLUXUS_G60xV5-3NL, 2020-05-29