9.2.2 Checklist voor inspectiewerkzaamheden
9.2.3 Voorpersdruk instellen
48 / 72
– Loopgeluid van de wentellagers controleren.
Trillingen, geluiden en een verhoogde stroomopname bij verder ongewijzigde
bedrijfsomstandigheden duiden op slijtage.
– De werking van de eventueel aanwezige overige aansluitingen controleren.
Als u de inspecties zelf uitvoert, dient minimaal eenmaal per jaar een inspectie van de
volgende punten plaats te vinden:
1.
Rustige loop van de pomp en de aandrijfmotor en de afdichting van de mechanische
asafdichting controleren.
2.
Afsluiters, aftap- en terugslagkleppen op goede werking en lekkage controleren.
3.
Vuilvangers in drukreduceer (voor zover aanwezig) reinigen.
4.
Compensatoren (voor zover aanwezig) op slijtage controleren.
5.
Voorpersdruk controleren en schakelreservoir indien nodig op lekkage controleren.
[ð Hoofdstuk 9.2.3, Pagina 48]
6.
Schakelautomatiek controleren.
7.
In- en uitschakelpunten van de drukverhogingsinstallatie controleren.
8.
Watertoevoer controleren, voordruk, droogloopbeveiliging, stromingsbewaking en
drukreduceer controleren.
9.
Quenchtank controleren en (indien aanwezig) vlotterventiel controleren. Overloop op
lekkage controleren en controleren of alles schoon is.
WAARSCHUWING
Verkeerd gas bijgevuld
Vergiftigingsgevaar!
Ø Drukkussen alleen met stikstof vullen.
De voorpersdruk van het drukreservoir moet onder de ingestelde inschakeldruk worden
ingesteld.
De instelling kan via een ventiel onder de afdekkap aan de bovenzijde van het reservoir
worden uitgevoerd.
Voorbeeld: Voorpersdruk 10 % onder de inschakeldruk
Voorpersdruk van het besturingsreservoir p = 0,9 x p
p
= inschakeldruk van de drukverhogingsinstallatie
E
Advies
Deze gegevens gelden als gemiddelde waarde. Proeven met reservoirs hebben aangetoond
dat bij
drukken >3 bar bij factor 0,9 en bij
drukken <3 bar bij factor 0,8
de beste opslagvolumes worden bereikt.
Voorbeeld:
p
= 5 bar: Voorpersdruk 5 x 0,9 = 4,5 bar
E
p
= 2 bar: Voorpersdruk 2 x 0,8 = 1,6 bar
E
E