Tab. 4: Categorieën van beoogd gebruik
Categorie
Definitie
C1
In de eerste omgeving (woonwijken en bedrijven) geïnstalleerde
frequentieregelaars met een voedingsspanning van minder dan 1000 V.
C2
In de eerste omgeving (woonwijken en bedrijven) geïnstalleerde
frequentieregelaars met een voedingsspanning van minder dan 1000 V, die noch
kant-en-klaar aansluitbaar noch flexibel zijn en door gekwalificeerd personeel
moeten worden geïnstalleerd en in bedrijf genomen.
C3
In de tweede omgeving (industriële omgevingen) geïnstalleerde
frequentieregelaars met een voedingsspanning van minder dan 1000 V.
C4
In de tweede omgeving (industriële omgevingen) geïnstalleerde
frequentieregelaars met een voedingsspanning van minder dan 1000 V en een
nominale stroom van meer dan 400 A of die bestemd zijn voor gebruik in
complexe systemen.
Wanneer de generieke norm "interferentie-emissies" ten grondslag ligt, moeten de volgende
grenswaarden en testniveaus worden aangehouden:
Tab. 5: Classificatie van de opstellingsomgeving
Omgeving
Eerste omgeving (woonhuis en bedrijf)
Tweede omgeving (industriële omgevingen)
De frequentieregelaar voldoet aan de volgende eisen:
Tab. 6: EMC-eigenschappen van de frequentieregelaar
Vermogen
[kW]
≤ 11
Voor aandrijfsystemen die niet voldoen aan de categorie C1, wijst de EN 61800-3 op de
volgende aanwijzing:
In een woonwijk kan dit product hoogfrequente storingen veroorzaken, waarvoor
ontstoringsmaatregelen nodig kunnen zijn.
2.9.2 Eisen aan hogere harmonischen
Het product is volgens EN 61000-3-2 een professioneel apparaat. Bij aansluiting op het
openbare elektriciteitsnet gelden de volgende generieke normen:
– EN 61000-3-2
voor symmetrische driefasige apparaten (professionele apparatuur met maximaal 1 kW
totaal vermogen)
– EN 61000-3-12
voor apparaten met een fasestroom tussen 16 A en 75 A en professionele apparatuur
vanaf 1 kW tot een fasestroom van 16 A.
2.9.3 Eisen aan interferentiebestendigheid
In het algemeen is de eis aan interferentiebestendigheid van een frequentieregelaar
afhankelijk van de omgeving waarin de frequentieregelaar wordt geïnstalleerd.
De eisen voor industriële omgevingen zijn derhalve hoger dan de eisen voor woonhuizen en
kantooromgevingen.
De frequentieregelaar is zo ontworpen dat wordt voldaan aan de eisen van
interferentiebestendigheid voor industriële omgevingen en dus automatisch ook aan de
lagere eisen voor woonhuizen en kantooromgevingen.
Generieke norm
EN/ IEC 61000-6-3
voor particuliere, zakelijke en commerciële
omgevingen
EN/ IEC 61000-6-4
voor industriële omgevingen
Kabellengte
Categorie volgens EN 61800-3
[m]
≤ 5
Grenswaarden
conform EN 55011
Klasse B
Klasse A Groep 1
Klasse A Groep 2
geen grens
Grenswaarden
conform EN 55011
Klasse B
Klasse A Groep 1
Grenswaarden
conform EN 55011
C1
Klasse B
1)
11 / 72