Bergen, laden en transport
Transport met dieplader
Hoofdstuk veiligheidsbepalingen (blz. 13) en para-
graaf Veiligheidsbepalingen bij het transport (blz. 32)
STOP
in acht nemen.
Oprijbanen in een hoek van 10° tot 15° op het transportvoertuig
plaatsen. Daarbij de breedte van het loopvlak en de spoor-
breedte in acht nemen.
Laadperrons zo op het transportvoertuig bevestigen, dat ze bij
het oprijden niet kunnen wegglijden.
Het is verboden te draaien of te zwaaien bij het naar
boven rijden. Indien nodig de machine terugrijden, op-
STOP
nieuw richten en terug oprijden.
Hefmast en hulpstuk ca. 40 cm boven de bodem opheffen.
Machine met de rugzijde naar het transportvoertuig nauwkeurig op het laadperron richten.
Voorzichtig en aan een lage snelheid in een rechte lijn terug op het transportvoertuig rijden.
Voorste en achterste frame op één lijn brengen en de machine uitschakelen.
Op de schakelaar neutraal drukken en de rijrichting in neutraal brengen.
Hefmast en hulpstuk volledig op het transportoppervlak leggen.
Motor uitschakelen en sleutel uittrekken.
Druk uit hydraulisch systeem laten (blz. 115).
Stuurframevergrendeling monteren (blz. 27).
R5615-8144-5
01/2018
35