Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

WIELLADER
NL
UITVOERING
R085
Geldig vanaf serienr. 00469
GEBRUIKSAANWIJZING
R5615-8144-5
- Origineel -
01/2018

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Kubota R085

  • Pagina 1 WIELLADER UITVOERING R085 Geldig vanaf serienr. 00469 GEBRUIKSAANWIJZING R5615-8144-5 - Origineel - 01/2018...
  • Pagina 2 (blz. 13). Deze contractuele garantieregelingen worden door de beschrijvingen van deze gebruiksaanwijzing niet uitgebreid noch beperkt. Het bedrijf KUBOTA Baumaschinen GmbH behoudt zich in het belang van de verdere technische ontwikkeling het recht, wijzigingen uit te voeren met behoud van de wezenlijke eigenschappen van de beschreven machine, zonder deze gebruiksaanwijzing gelijktijdig te corrigeren.
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Register INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen ..........................6 Algemene symbolen ..........................7 ALGEMEEN ............................9 Voorwoord ............................... 9 EG-conformiteitsverklaring ........................9 Uitgavedatum van de gebruiksaanwijzing .................... 9 Bedienend personeel ..........................10 Bewaring van de gebruiksaanwijzing....................10 Onderdelen ............................11 VEILIGHEIDSBEPALINGEN ......................13 Fundamentele veiligheidsbepalingen ....................
  • Pagina 4 Register Bekerhouder ............................54 Verwarming (cabine-uitvoering) en airco (optioneel)................55 Verwarmings- en aircoregeling ......................55 Luchtcirculatie ..........................55 Keuzehendel Recirculatie/Frisse lucht..................... 56 Verwarmingsklep ..........................57 Overige uitrustingen op de machine ....................58 Buitenspiegel ............................58 Startaccu ............................58 Schakelaar accuscheiding........................58 Elektrische zekeringen ........................
  • Pagina 5 Register Parkeren van de motor........................85 Controle van display na starten en tijdens het gebruik ..............86 Kruip- en rempedaal gebruiken ......................88 Rijmodus kiezen ..........................89 Standaardmodus ..........................89 Energiemodus..........................89 ECO-modus ............................. 90 Hulpstukmodus ..........................90 Partikelfilterregeneratie ........................91 Algemene instructies ........................
  • Pagina 6 Register Bediening in noodsituaties......................... 138 Handmatige motorstop ........................138 Hefmast laten zakken in noodgevallen..................... 138 Onderhoud ............................139 Bijvullen van ruitensproei-installatie ....................139 Koelvloeistof bijvullen ........................139 Machine bijtanken..........................140 Peilcontrole bij het tanken ........................ 140 Ontluchten van brandstofsysteem ....................141 Duurzaamheid van de asophanging garanderen ................
  • Pagina 7 Opslagomstandigheden ........................215 Maatregelen vóór de stillegging ......................215 Maatregelen gedurende de stillegging....................215 Opnieuw in bedrijf stellen na de stillegging ..................216 TOEBEHOREN ..........................217 KUBOTA hulpstukken......................... 217 KUBOTA zwaailamp ..........................218 KUBOTA leidingbreukbeveiliging...................... 218 Gebruiksaanwijzingen ......................... 218 R5615-8144-5 01/2018...
  • Pagina 8: Lijst Van Afkortingen

    Register Lijst van afkortingen 1/min omwentelingen per minuut kilogram procent km/h kilometer per uur ° graden kilonewton °C graden Celsius kilovolt Ampère kilowatt American Petroleum Institute  liter (Amerikaans instituut voor aardolie) l/min liter per minuut ASTM American Society for Testing and Materials geluidsdrukniveau bestuurdersplaats (Amerikaanse onderneming voor materiaalcontrole)
  • Pagina 9: Algemene Symbolen

    Register Algemene symbolen Waarschuwingslamp Indicatie klok instellen Indicatie brandstof Snelrijstand Indicatie motorolie Langzame rijstand Indicatie lading Rijrichting vooruit Indicatie voorgloeien Rijrichting achteruit Claxon Neutraal Gebruiksaanwijzing lezen Weergave parkeerrem Wis-/sproeischakelaar Weergave differentieelblokkering Weergave waarschuwings-/knipperlich- Dieselolie Vergrendeld Waarschuwingsknipperlichtsysteem Ontgrendeld Indicatie koelvloeistoftemperatuur Motorwaarschuwingslamp Indicatie onderhoudsinterval Displaykeuzeschakelaar Zwaailamp...
  • Pagina 10 Register Controlelamp ECO-modus Bedrijf met hydraulische continudruk Controlelamp energiemodus Roetdeeltjesfilterregeneratie Controlelamp hulpstukmodus Regeneratie bij stilstand nodig Controlelamp werkhydrauliek vergren- Roetdeeltjesfilterregeneratie geblok- deld keerd Controlelamp extra circuit Partikelfilterregeneratie starten Controlelamp waterafscheider R5615-8144-5 01/2018...
  • Pagina 11: Algemeen

    Algemeen ALGEMEEN Voorwoord Deze gebruiksaanwijzing is alleen voor de KUBOTA-wiellader R085, die onder de volgende EG-conformi- teitsverklaring (blz. 9) valt. De in deze gebruiksaanwijzing aangegeven veiligheidsbepalingen alsmede de regels en wetten voor het gebruik van de machine gelden voor de in deze documentatie vermelde machines.
  • Pagina 12: Bedienend Personeel

    Algemeen Bedienend personeel De bevoegdheden van het personeel moeten door de exploitant duidelijk worden vastgelegd; voor het bedienen, onderhouden, herstellen en voor de veiligheidstechnische controle. Het te instrueren personeel mag alleen onder toezicht van een ervaren persoon aan of met de machine werken. Gebruiker Het zelfstandig bedienen van de machine is overeenkomstig de voorschriften van de ongevallenverzekering al- leen voor personen toegestaan, die ouder zijn dan 18 jaar, waaraan de bediening van de graafmachine is aange-...
  • Pagina 13: Onderdelen

    Geef deze exacte gegevens bij een schriftelijke bestelling of houd ze binnen handbereik bij een telefonische be- stelling. Zo maakt u het voor ons en voor uzelf gemakkelijker en vermijdt u foute bestellingen of leveringen. Gelieve voor bestellingen contact op te nemen met uw KUBOTA-dealer. R5615-8144-5...
  • Pagina 14 Algemeen R5615-8144-5 01/2018...
  • Pagina 15: Veiligheidsbepalingen

    Veiligheidsbepalingen VEILIGHEIDSBEPALINGEN Fundamentele veiligheidsbepalingen Voor de bediening van de hiervoor genoemde machine geldt de EG-richtlijn arbeidsmiddelen (2009/104/EG)  van 16.09.2009. Voor het onderhoud en herstel gelden de gegevens in deze gebruiksaanwijzing.  Zo nodig moeten nationale voorschriften worden toegepast.  Verplichtingen, aansprakelijkheid en waarborg Basisvoorwaarde voor het veilige gebruik en het storingsvrije bedrijf van de machine is de kennis van de veilig- heidsaanwijzingen en van de veiligheidsvoorschriften.
  • Pagina 16: Veiligheidssymbolen

    Veiligheidsbepalingen De exploitant moet op eigen verantwoording ervoor zorgen, dat de veiligheidsbepalingen (blz. 13) in acht worden genomen,  dat een niet goedgekeurd gebruik (blz. 15) alsmede een ontoelaatbaar bedrijf uitgesloten zijn en  dat bovendien een goedgekeurd gebruik (blz. 15) gewaarborgd is en de machine overeenkomstig de contrac- ...
  • Pagina 17: Bedoeld Gebruik

    Veiligheidsbepalingen Bedoeld gebruik De in deze gebruiksaanwijzing vermelde machine mag worden gebruikt voor het opnemen, heffen, opnemen, transporteren van aarde, stenen en andere materialen met een hulpstuk, bijv. een schep. Overige hulpstukken, zoals palletkabels, opvouwbare scheppen (4 in 1 schep) etc. kunnen gebruikt worden. Tot het goedgekeurde gebruik behoort tevens: het opvolgen van alle aanwijzingen van deze gebruiksaanwijzing, ...
  • Pagina 18: Bijzondere Plichten Van De Exploitant

    Afvalproducten moeten volgens de geldige milieubeschermings- en veiligheidsbepalingen worden afgevoerd. Indien er vragen over vakkundige afvoering of over opslag van afvalproducten en gevaarlijke afvalstoffen zijn, neem dan s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer of uw plaatselijk afvoerbedrijf. R5615-8144-5 01/2018...
  • Pagina 19: Geluidsemissies En Trillingen

    Veiligheidsbepalingen Geluidsemissies en trillingen De in deze gebruiksaanwijzing aangegeven waarden werden in een testcyclus van een identieke machine bere- kend en gelden voor standaarduitvoeringen van de machine. De berekende waarden zijn onder Technische ge- gevens vermeld (blz. 39). Geluidsemissies De geluidswaarden werden bepaald conform de procedure voor het bepalen van het gegarandeerde geluidsdruk- niveau ISO 4871 gebaseerd op richtlijn 2000/14/EG, bijlage VI.
  • Pagina 20: Veiligheidsvoorschriften Aan De Machine

    Veiligheidsbepalingen Veiligheidsvoorschriften aan de machine Alle veiligheidsvoorschriften (sticker), die op de graafmachine zijn aangebracht, moeten goed leesbaar blijven, en evt. vernieuwd worden. Op de volgende afbeelding wordt getoond waar de veiligheidsbepalingen moeten worden aangebracht. Artikelnummer: R5611-5726-0 Gevaar voor snijwonden door draaiende componenten! De draaiende ventilator kan snijwonden in vingers veroorzaken of deze zelfs afsnijden.
  • Pagina 21 Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: RG158-5789-0 Gevaar voor snijwonden door draaiende componenten! De draaiende ventilator kan snijwonden in vingers veroorzaken of deze zelfs afsnijden. Inklemmingsgevaar door draaiende componenten! De draaiende riemaandrijving kan lichaamsdelen naar binnen trekken en inklemmen. Niet in draaiende componenten grijpen. ...
  • Pagina 22 Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: R2491-5796-0 Bevestigingspunt voor hefgereedschap. Artikelnummer: RG138-5733-0 Bevestigingspunt voor voertuigbeveiliging. Alleen voor het bevestigen van de machine op een transportvoer-  tuig gebruiken. Artikelnummer: RG109-5796-0 Geen bevestigingspunt voor hijswerktuig. Beschermdak Cabine R5615-8144-5 01/2018...
  • Pagina 23 Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: RG158-5732-0 Gevaar voor verbrandingen door hete componenten! Oppervlakken kunnen heet zijn en verbrandingen veroorzaken. Openingen, bijv ontluchting, en hete componenten niet met de han-  den afdekken. Artikelnummer: RG538-5754-0 Vluchtroute! Artikelnummer: R5615-5727-0 Verwondingsgevaar! Altijd de veiligheidsgordel aanbrengen.  Cabine Beschermdak R5615-8144-5...
  • Pagina 24 Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: R5615-5723-0 Levensgevaar door naar beneden vallende hefmast! Het plots naar beneden vallen van de opgetilde hefmast kan tot zware ongevallen met dodelijke gevolgen leiden. hefmast ondersteunen onderhoudswerkzaamheden  (blz. 26). Artikelnummer: R5615-5722-0 Levensgevaar door inklemmen! Een kleine veiligheidsafstand ten opzichte van de machine en de ob- stakels kan de vluchtweg uit de gevarenzone blokkeren.
  • Pagina 25 Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: R5611-5789-0 Ongevallenrisico door verkeerde bediening! Een ondeskundige bediening kan leiden tot schade aan de machine en zware ongelukken met hoge kans op verwondingen en de dood als ge- volg. Vóór ingebruikname de gebruiksaanwijzing lezen.  Artikelnummer: R5611-5732-0 Enkel olie uit de hulpstoffentabel gebruiken (blz. 174). Artikelnummer: RG158-5734-0 Verwondingsgevaar bij het op- en afstappen! Bij het op- en afstappen zonder veilig houvast kan men uitglijden en...
  • Pagina 26 Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: R5615-5784-0 Verwondingsgevaar door inklemmen! Aanraking van het hulpstuk tijdens de werking kan tot ernstige kneu- zingen of tot afgescheurde vingers leiden. Blijf tijdens de werking steeds op enige afstand van het hulpstuk en  raak het niet aan. Artikelnummer: R5611-5754-0 (optioneel) Opgelet, beschadiging van onderdelen mogelijk! Het oppervlak van de onderdelen kan slechts geringe lasten dragen.
  • Pagina 27 Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: R5611-5758-0 Toegelaten draagvermogen met palletkabel R085 met cabine Artikelnummer: R5611-5759-0 Toegelaten draagvermogen met palletkabel R085 met bestuurdersbeschermingsdak Beschermdak Cabine Artikelnummer: R5611-5731-0 Bandendruk R5615-8144-5 01/2018...
  • Pagina 28: Veiligheidsvoorzieningen

    Veiligheidsbepalingen Veiligheidsvoorzieningen Elke keer dat de machine in bedrijf wordt gesteld, moeten alle veiligheidsvoorzieningen op vakkundige wijze zijn aangebracht en werken. Manipulatie van de veiligheidsvoorzieningen, bijv. het overbruggen van eindschakelaars, is verboden. Beveiligingsvoorzieningen mogen alleen worden verwijderd na Het stoppen en uitschakelen van de machine, ...
  • Pagina 29: Stuurframevergrendeling

    Veiligheidsbepalingen Stuurframevergrendeling Gevaar door het scheuren van de knikbesturing! Voor het onderhoud of het transport altijd de stuurframevergrendeling monteren, om de knikbestu- STOP ring te blokkeren. Door de stuurframevergrendeling te monteren aan het linkerframe wordt de knikbesturing geblokkeerd. Knikbesturing met stuurframevergrendeling vergrendelen: Voor- en achterruiten op één lijn brengen.
  • Pagina 30: Beschermconstructie Beschermdak En Cabine

    De veiligheidsgordel moet bij gebruik van de machine zijn omgedaan.  Geen constructieve wijzigingen aanbrengen aan de beschermende structuur.  Bij beschadigingen wendt u zich tot uw KUBOTA-dealer. (Niet repareren!)  De machine niet zonder beschermende structuur gebruiken.  Om kantelen, glijden of andere mogelijke risico's bij het heffen te voorkomen, is uiterste voorzichtigheid geboden.
  • Pagina 31: Noodhamer

    Veiligheidsbepalingen Noodhamer Bij een eventueel ongeluk met de machine, waarbij de cabinedeur respectievelijk de voor- of zijruit niet kan worden geopend, kan de gebruiker de ruiten met de noodhamer (1) inslaan. Bij het inslaan van de ruit in elk geval de ogen sluiten STOP en met een arm beschermen.
  • Pagina 32: Brandbeveiliging

    Veiligheidsbepalingen Brandbeveiliging Onderdelen en hulpstukken van de machine, met name de motor en het uitlaatsysteem, bereiken al hoge temperaturen onder normale bedrijfsomstandigheden. Beschadigde of niet onderhouden elek- STOP trische installaties kunnen de oorzaak zijn van vonkoverslag of lichtbogen zijn. De volgende brand- veiligheidsrichtlijnen helpen u, uw uitrusting in stand en efficiënt te houden en het brandrisico te mi- nimaliseren.
  • Pagina 33: Bergen, Laden En Transport

    Bergen, laden en transport BERGEN, LADEN EN TRANSPORT Veiligheidsbepalingen bij het bergen Om de machine op te bergen moet hefgereedschap van minstens dezelfde gewichtsklasse als die van de ma-  chine worden gebruikt. Voor het bergen moet een sleepstang worden gebruikt. Bij het gebruik van een sleepkabel moet een rem- ...
  • Pagina 34: Veiligheidsbepalingen Bij Het Transport

    Bergen, laden en transport Veiligheidsbepalingen bij het transport De gebruikte laadperrons moeten een voldoende draagvermogen hebben, om het gewicht van de machine  te kunnen opnemen. Zij moeten veilig op het transportvoertuig worden geplaatst en bevestigd. Het laadvlak aan de achterzijde van het transportvoertuig met voldoende grote steunen ondersteunen. ...
  • Pagina 35: Bergen

    Voor het slepen moet de parkeerrem daarom handmatig gelost wor- den. Als de machine blijft stilstaan en hij versleept moet worden, verwittig dan de dichtstbijzijnde KUBOTA-dealer. Voer enkel in geval van nood de volgende werkzaamheden uit.
  • Pagina 36: Machine Verplaatsen Met Een Kraan

    Bergen, laden en transport Machine verplaatsen met een kraan Onderdeel Veiligheidsbepalingen (blz. 13) en para- graaf Veiligheidsbepalingen bij het laden/lossen van STOP de machine met een kraan (blz. 31) in acht nemen. Voor het laden Voorste en achterste frame op een egale ondergrond op één ...
  • Pagina 37: Transport Met Dieplader

    Bergen, laden en transport Transport met dieplader Hoofdstuk veiligheidsbepalingen (blz. 13) en para- graaf Veiligheidsbepalingen bij het transport (blz. 32) STOP in acht nemen. Oprijbanen in een hoek van 10° tot 15° op het transportvoertuig  plaatsen. Daarbij de breedte van het loopvlak en de spoor- breedte in acht nemen.
  • Pagina 38 Bergen, laden en transport Voor de veiligheid van het voertuig moeten de in de afbeelding weergegeven bevestigingspunten (1) worden gebruikt. Voorwielen en achterwielen met keggen (1) beveiligen.  Machine met geschikte spanriemen en kettingen op het trans-  portvoertuig aan de aanslagpunten vastmaken (2). Alle deuren en de afdekkingen aan de machine sluiten en ver- ...
  • Pagina 39: Beschrijving Van Machine

    Beschrijving van machine BESCHRIJVING VAN MACHINE Afmetingen De afmetingen van het model R085 staan in de volgende afbeeldingen en tabellen. R5615-8144-5 01/2018...
  • Pagina 40 Beschrijving van machine Opvouwbare schep Met schep Universele schep (4 in 1 schep) Totale lengte 5300 5360 Wielstand 2000 Spoorbreedte 1400 Totale hoogte (Cabine/ Bestuurdersbeveili- 2480/2460 gingsdak) Bodemspeling Dumping (zonder tanden) 2530 2490 Rijkwijdte (zonder tanden) Hoogte scharnierpen 3230 Hefhoogte 4140 4105 Graafdiepte...
  • Pagina 41: Technische Gegevens

    Beschrijving van machine Technische gegevens Navolgend zijn de technische gegevens voor deze uitvoeringen beschreven. KUBOTA-wiellader Uitvoering R085 Bescherm- Type Cabine Machinegewicht* 4450 4715 Werkgewicht** 4625 4790 Watergekoelde Type viercilinder turbodieselmotor Uitvoering V2607-CR-TE4-WL Cilinderinhoud cm³ 2615 Motor Motorvermogen (ISO 9249) kW (PS)
  • Pagina 42: Identificatie Van Machine

    Beschrijving van machine Identificatie van machine De typeplaat van de machine bevindt zich rechts aan de voorruit. De ingegraveerde gegevens moeten door de bediener in het veld aan de achterzijde van de titelbladzijde worden genoteerd. Toegelaten totaal gewicht Toegestane voorasbelasting Toegestane achterasbelasting Serienummer CE-markering...
  • Pagina 43: Basisuitrusting

    Beschrijving van machine Basisuitrusting De basisuitrusting van de uitvoeringen omvat de navolgende onderdelen: – Gebruiksaanwijzing – Onderdelenboek – Garantieverklaring – Vetspuit – Werktuigset in tas Onderdelenboek en garantieverklaring kunnen samen met de bedieningshandleiding bewaard worden (blz. 10). De vetpers moet rechts in de hefmast, onder de hefmaststeun, aan de houder (1) worden bevestigd.
  • Pagina 44 Beschrijving van machine R5615-8144-5 01/2018...
  • Pagina 45: Opbouw En Werking

    Opbouw en werking OPBOUW EN WERKING Onderdelenoverzicht Cabine Tankklep Werklamp vooraan (cabine) Achterwiel Buitenspiegel Gewicht achteraan Kantelcilinder Bevestigingspunt Combilichten vooraan (knipperlicht, zijdelingse Combilichten achteraan (knipperlicht, achter- begrenzingslamp, schijnwerper) ste begrenzingslamp, remlicht, achteruitrijlicht) Kantelhendel Sleepinrichting met koppelingsbouten Hefmast Motorkap Schep Uitlaatpijp Hefcilinder Zwaailicht (optioneel) Wielkeg...
  • Pagina 46: Bestuurdersplaats

    Opbouw en werking Bestuurdersplaats De bestuurdersplaats glijdt in principe naar het volgende bereik: Instrumentenpaneel Rechterbedieningsconsole Dashboard en stuurkolom Bestuurdersstoel Bedieningshendelconsole Pedalen R5615-8144-5 01/2018...
  • Pagina 47: Instrumentenpaneel

    Opbouw en werking Instrumentenpaneel Het instrumentenpaneel bestaat uit de volgende meldingen en controlelampen: Controlelamp voorgloeien Controlelamp onderhoud Controlelamp lading Controlelamp waarschuwingsknipperlicht / Controlelamp motordruk knipperlicht Controlelamp waterafscheider Controlelamp parkeerrem Controlelamp uur instellen Controlelamp differentieelblokkering Controlelamp ECO-modus Controlelamp grootlicht Controlelamp energiemodus Controlelamp dimlicht Controlelamp hulpstukmodus Controlelamp begrenzingslichten...
  • Pagina 48: Beschrijving Van Instrumentenpaneel

    Opbouw en werking Beschrijving van instrumentenpaneel Controlelamp voorgloeien De controlelamp voorgloeien brandt bij het schakelen van de startschakelaar in stand RUN. Wanneer de con- trolelamp uitgaat, kan de motor worden gestart. Controlelamp lading De controlelamp lading brandt, wanneer er niet genoeg spanning op het laadstroomcircuit staat. Controlelamp motordruk De controlelamp motoroliedruk brandt, wanneer de oliedruk onder de gewenste waarde ligt.
  • Pagina 49 Opbouw en werking 18. Controlelamp onderhoud De controlelamp onderhoud brandt, wanneer onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd moeten worden. 19. Controlelamp waarschuwingsknipperlicht / knipperlicht Als het knipperlicht bediend wordt, dan gaat afhankelijk van de schakelstand de linker- of rechtercontrolelamp knipperen. Als er op de waarschuwingsknipperlichtschakelaar is gedrukt, dan gaan beide controlelampen knipperen.
  • Pagina 50: Dashboard En Stuurkolom

    Opbouw en werking Dashboard en stuurkolom Op het dashboard en de stuurkolom bevinden zich de bedieningselementen van de voertuigbesturing. Luchtmonden (Cabineversie) 11. Continudrukschakelaar Claxondrukknop 12. Schakelaar lossende stand Waarschuwingsknipperlichtschakelaar 13. Schijnwerperschakelaar Menutoets 14. Schakelaar energiemodus Displaykeuzeschakelaar 15. Schakelaar ECO-modus Schakelaar extra circuit 16.
  • Pagina 51 Opbouw en werking Schakelaar extra circuit Met de extra-circuitschakelaar wordt de hydrauliek van het extra circuit in- en uitgeschakeld. Als het extra cir- cuit uitgeschakeld is, kan het extra circuit op het hulpstuk niet worden bediend. Het extra circuit kan enkel worden ingeschakeld, als de extra-circuitregelaar zich in de neutrale stand bevindt.
  • Pagina 52: Bedieningshendelconsole

    Opbouw en werking Bedieningshendelconsole Op de bedieningshendelconsole bevinden zich functie- en bestu- ringselementen van de werkhydrauliek en de motor. Transmissiestandschakelaar (verlagen) Transmissiestandschakelaar (verhogen) Bedieningshendel Regelaar extra circuit Motortoerentalregelaar Schakelaar neutraal Polssteun Richtingschakelaar Differentieelblokkeertoets Beschrijving van functie- en besturingselementen aan bedieningshendelconsole Transmissiestandschakelaar (verlagen) Door op de linkertransmissiestandschakelaar te drukken, wordt de maximale rijsnelheid stap voor stap ver- laagd.
  • Pagina 53: Rechterbedieningsconsole

    Opbouw en werking Rechterbedieningsconsole Aan de rechterkant van de bedieningsconsole bevinden zich de vol- gende elementen van de elektrische uitrusting: 12-V-contactdoos Schakelaar werklamp (cabine-uitvoering) Wis-wasschakelaar achterruit (cabine-uitvoering) Schakelaar toebehoren (zwaailicht) Handmatige motorstop Verwarmings- en aircoregeling (cabine-uitvoering) Startschakelaar Beschrijving van onderdelen aan rechterkant bedieningsconsole 12-V-contactdoos Het 12 V-stopcontact dient om een externe elektrische verbruiker aan te sluiten.
  • Pagina 54: Bestuurdersstoel

    Opbouw en werking Bestuurdersstoel De bestuurdersplaats kan zo ingesteld worden, dat er kan worden gewerkt zonder moe te worden en dat alle bedieningselementen goed te bereiken zijn. Armleuningversteller Rugleuningvergrendeling Veiligheidsslot Gewichtsinstellingshendel Lengteverstellingshendel Veiligheidsgordel Beschrijving van bestuurdersplaats Armleuningversteller Met de armleuningversteller kan de stand van de armleuning worden ingesteld. Rugleuningvergrendeling Door de rugleuningvergrendeling los te maken, kan de stand van de rugleuning gewijzigd worden.
  • Pagina 55: Pedalen

    Opbouw en werking Pedalen De pedalen om te accelereren en te versnellen bevinden zich in de voetenruimte: Gaspedaal Kruip- en rempedaal Beschrijving van de pedalen Gaspedaal Het gaspedaal bestuurt het motortoerental via de inspuitpomp. Hoe harder het gaspedaal wordt ingedrukt, hoe hoger het motortoerental.
  • Pagina 56: Overige Uitrustingen Op De Bestuurdersplaats

    Opbouw en werking Overige uitrustingen op de bestuurdersplaats Navolgend worden de overige uitrustingen op de bestuurdersplaats beschreven. Interieurverlichting (Cabineversie) Aan de bestuurderscabineklep bevindt zich een interieurlicht (1), dat door het drukken op het binnenlicht kan worden in- of uitgescha- keld. Zonnescherm (Cabineversie) Aan het bestuurderscabinedak bevindt zich een zonnescherm (1), dat naar beneden geklapt kan worden om de ogen voor het zonlicht...
  • Pagina 57: Verwarming (Cabine-Uitvoering) En Airco (Optioneel)

    Opbouw en werking Verwarming (cabine-uitvoering) en airco (optioneel) Verwarmings- en aircoregeling De regeling voor de verwarming en airconditioning (optioneel) is in de rechterbedieningsconsole ondergebracht en bevat de volgende onderdelen: Schakelaar airconditioning Controlelampje Thermostaat Ventilatorschakelaar Schakelaar airconditioning Met de aircoschakelaar kunt u de airconditioning aan en uitzet- ten.
  • Pagina 58: Keuzehendel Recirculatie/Frisse Lucht

    Opbouw en werking Voetenruimte Achterruit (voor ontvochtigen/ontdooien van achterruit) Interieur / bestuurdersplaats vooraan De gewenste stromingsrichting (A) kan op de luchtmonden worden ingesteld. De ronde luchtmonden voor de voetenruimte en voor het interieur kunnen los van elkaar worden ingesteld: A. Open B.
  • Pagina 59: Verwarmingsklep

    Opbouw en werking Verwarmingsklep De verwarmingsklep (1) bevindt zich in de voetenruimte onderaan de voetenmat, en regelt de voorziening van de verwarmingswarm- tewisselaar meet heet water uit het koudecircuit. R5615-8144-5 01/2018...
  • Pagina 60: Overige Uitrustingen Op De Machine

    Opbouw en werking Overige uitrustingen op de machine Navolgend worden de overige uitrustingen op de machine beschreven. Buitenspiegel De buitenspiegels (1) maken het zicht naar achteren mogelijk. De buitenspiegels kunnen voor een optimaal zicht in de gewenste zo- nes worden afgesteld. Startaccu De startaccu (1) bevindt zich in het opslagvak aan de linkermachi- nezijde onder de zijafdekking (2).
  • Pagina 61: Elektrische Zekeringen

    Opbouw en werking Elektrische zekeringen De elektrische zekeringen van de machine bevinden zich aan de rechterkant van de bestuurdersplaats, onder de zijafdekking. Zekeringenkast A Zekeringenkast B Zekeringenkast C Elektrische hoofdzekeringen De elektrische hoofdzekeringen (1) van de machine bevinden zich aan de linkermachinezijde, onder de motorruimteafdekking. Tankvulopening en peilcontrole De vulhals (1) bevindt zich in het opslagvak aan de rechtermachi- nezijde onder de tankdop (3).
  • Pagina 62: Reservoir Voor Hydraulische Olie

    Opbouw en werking Reservoir voor hydraulische olie Het hydraulische oliereservoir bevindt zich in de linkermachinezijde, boven de achteras. In het hydraulische olie- reservoir bevinden zich het aanzuigfilter en het retourfilter. Reservoir voor hydraulische olie Olievulopening voor hydraulische olie Revisieopening boven Retourfilter Revisieopening beneden Aanzuigfilter...
  • Pagina 63: Motorruimte

    Opbouw en werking Motorruimte De motorruimte bevindt zich achteraan de achterframe, onder de motorruimteafdekking. Motor Uitlaatdemper / partikelfilter Koelvloeistofexpansiereservoir Brandstoffilter Aandrijfriemen Voorcircuitfilter Dynamo Steun ruitenwisinstallatie Olie-afscheider Uitlaatpijp Waterafscheider Luchtfilterkast R5615-8144-5 01/2018...
  • Pagina 64 Opbouw en werking R5615-8144-5 01/2018...
  • Pagina 65: Veiligheidsbepalingen Voor Het Gebruik

    Bedrijf BEDRIJF Veiligheidsbepalingen voor het gebruik De veiligheidsbepalingen (blz. 13) moeten in acht genomen worden.  De machine mag enkel zoals bepaald in hoofdstuk Bedoeld gebruik (blz. 15) bediend worden.  Het bedienen van de machine is enkel toegestaan voor opgeleid personeel (blz. 10). ...
  • Pagina 66 Bedrijf Houd hulpstukken, vooral op hellingen, altijd zo laag mogelijk vast, zodat de machine niet kan kantelen. Rijd  niet op wegen met een hellingsgraad >30°, de machine kan zijdelings wegschuiven. Bij een natte of oneffen ondergrond geen hellingen >15° oprijden. Bergafwaarts rijden kan gevaarlijk zijn.
  • Pagina 67: Veiligheid Voor Kinderen

    Bedrijf Veiligheid voor kinderen Kinderen voelen zich in de regel aangetrokken tot machines en de werking daarvan. Als er zich kin- deren in de buurt van de machine bevinden, en die zich niet op een voldoende afstand en in het zicht STOP van de bediener bevinden, dan kan dit tot zware ongevallen en zelfs tot de dood van het kind leiden.
  • Pagina 68: Gedrag Bij Werkzaamheden In De Buurt Van Elektrische Bovenleidingen

    Bedrijf Gedrag bij werkzaamheden in de buurt van elektrische bovenleidingen Gedurende werkzaamheden met de machine in de buurt van elektrische bovenleidingen en rijdraden (bijv. tram- draden) moet tussen de graafmachine met zijn aanbouwdelen en de leiding een minimale afstand volgens de na- volgende tabel worden aangehouden.
  • Pagina 69: Eerste Inbedrijfstelling

    Alle bedieningsfuncties uitvoeren, zie hoofdstuk Bediening van graafmachine (blz. 83) en daaropvolgende  hoofdstukken. Informeer in geval van defecten a.u.b. onmiddellijk uw bevoegde KUBOTA-dealer. Instappen Verwondingsgevaar bij het op- en afstappen! Bij het op- en afstappen zonder veilig houvast kan men uitglijden en vallen.
  • Pagina 70: Selecteren Van Displayweergaven

    Bedrijf Selecteren van displayweergaven Wanneer de startschakelaar in stand RUN staat, kunnen op het dis- play (2) de tijd (3), motortoerental (4) en de bedrijfsuren (5) worden weergegeven. Om de displayweergave te selecteren de displaykeuzeschakelaar (1) zo vaak drukken, totdat de gewenste weergave op het display verschijnt.
  • Pagina 71: Machine Inrijden

    Bedrijf Machine inrijden Gedurende de eerste 50 bedrijfsuren moet in elk geval op de navolgende punten worden gelet: Machine bij een middelmatig motortoerental en een lage belasting warmrijden, en niet aan stationair toerental  warm laten lopen. Machine niet meer dan nodig belasten. ...
  • Pagina 72: Stofventiel - Reinigen

    Bedrijf Stofventiel - Reinigen Stofventiel (1) aan luchtfilterdeksel leegmaken door het meer-  maals samen te drukken. Bij sterke verontreiniging het luchtfilter uitbouwen en reinigen  (blz. 189). Stofweergave - Controleren Aan de luchtfilterbehuizing bevindt zich een stofweergave (2). Als het luchtfilter sterk verontreinigd is, verschijnt een rode signaalring (3) op het scherm.
  • Pagina 73: Motoroliepeil - Controleren

    Bedrijf Motoroliepeil - Controleren Om te controleren of het oliepeil correct is, moet de machine op een effen ondergrond staan en moet de motor minstens 5 minuten daarvoor worden uitge- schakeld. Alleen dan is er voldoende motorolie in het oliecarter verzameld. Oliepeilstok (2) eruit trekken en met een schone doek afvegen.
  • Pagina 74: Koelvloeistofkoeler En Oliekoeler - Controleren

    Bedrijf Koelvloeistofkoeler en oliekoeler - Controleren Visuele controle van radiateur (1) en oliekoeler (2) op dichtheid  en verontreiniging. Bevindt zich vuil of dergelijke aan de koeler: Koelvloeistofkoeler (1) en hydraulische oliekoeler (2) van motor  met een waterstraal of luchtdrukpistool reinigen. Géén hoge- drukreiniger gebruiken! Vooral moet op de tussenruimte tussen de radiateurs worden ...
  • Pagina 75: Uitlaatsysteem, Dichtheid - Controleren

    Bedrijf Uitlaatsysteem, dichtheid - Controleren Uitlaatsysteem op lekkage en goede bevestiging (scheuren) controleren.  Indien deze controle met een warme motor wordt uitgevoerd, bestaat verbrandingsgevaar in het uit- STOP laatsysteem. Als het uitlaatsysteem lek is of als het los zit, dan mag de machine pas opnieuw gebruikt worden nadat dit ...
  • Pagina 76: Waterafscheider - Ontwateren

    Bedrijf Waterafscheider - Ontwateren Water en vuil in brandstof worden in de waterafschei- der (1) verzameld. In de waterafscheider bevindt zich een rode kunststofring (4) die op de hoogte van het waterpeil drijft. Als zich dergelijke stoffen hebben af- gezet of als de rode kunststofring boven drijft, moet de waterafscheider ontwaterd of evt.
  • Pagina 77: Remvloeistofpeil - Controleren

    Bedrijf Remvloeistofpeil - Controleren Remvloeistofpeil in remvloeistofreservoir (1) controleren. Het vloeistofpeil moet zich tussen de bovenste en onderste marke- ring bevinden. Als het remvloeistofpeil zich onder de onderste mar- kering bevindt, vul de remvloeistof dan bij (blz. 139). Als het remvloeistofpeil zich na het bijvullen in korte tijd weer onder de onderste markering bevindt, dan bevindt er zich een lek in het remsysteem.
  • Pagina 78 Bedrijf Smeerplaatsen - Overzicht Hefmastbouten (2 smeerplaatsen) Voetbouten hefcilinder (2 smeerplaats) Vergrendelpennen (2 smeerplaatsen) Roteerbare koppeling aan achterruit (1 smeer- Koppelbouten (1 smeerplaats) plaats) Tuimelaarassen (3 smeerplaatsen) Knikbesturing (1 smeerplaats) Voetbouten kantelcilinder (1 smeerplaats) 10. Stuurcilinderlager (1 smeerplaats) Zuigerstangbouten hefcilinder (2 smeerplaatsen) R5615-8144-5 01/2018...
  • Pagina 79: Brandstofpeil - Controleren

    Bedrijf Brandstofpeil - Controleren De brandstofweergave (1) toont de relatieve brand- stofhoeveelheid in de brandstoftank. Hoe dieper de naald van de indicatie staat, des te minder brandstof bevindt zich in de brandstoftank. Brandstofmeter Waarschuwingslamp Controlelamp brandstofpeil A  Brandstoftank vol B ...
  • Pagina 80: Parkeerrem - Controleren

    Bedrijf Parkeerrem - Controleren Er kan pas gecontroleerd worden of hij werkt terwijl de machine in gebruik is. Machine op een helling met ca. 15 % uit zetten.  Parkeerremschakelaar (1) in stand AAN zetten.  Als de machine voortbeweegt, druk dan op het rempedaal en ...
  • Pagina 81: Richten Van De Werkplaatsen

    Bedrijf Richten van de werkplaatsen Openen en sluiten van de cabinedeur (cabineversie) Cabinedeur van buitenuit openen Cabinedeur met deurslot (2) ontgrendelen.  Cabinedeur openen door te trekken aan de deurgreep (3) ope-  nen en in het slot (1) van de cabinewand vergrendelen. Sluiten van de cabinedeur Ontgrendelhendel (1) eruit trekken en cabinedeur in het slot ...
  • Pagina 82: Openen En Sluiten Van De Zijruit (Cabineversie)

    Bedrijf Openen en sluiten van de zijruit (cabineversie) Openen van zijruit De zijruit kan fel geopend worden om een spleet te verluchten, of hij kan volledig geopend en ver- grendeld worden. Greep (1) naar boven trekken en zijruit ontgrendelen.  Om de zijruit voor de breedte van één spleet te openen, deze ...
  • Pagina 83: Afstellen Van De Bestuurdersstoel

    Bedrijf Afstellen van de bestuurdersstoel De bestuurdersstoel moet zodanig worden afgesteld, dat een moeiteloos en aangenaam werken kan plaatsvinden. Alle bedieningselementen moeten veilig kunnen worden gebruikt. Lengteverstelling van de zitting (zitafstand) De lengteverstelhendel (5) omhoog trekken en door voor-  waarts en terugschuiven van de zitting een passende zitpositie afstellen;...
  • Pagina 84: Afstelling Van De Zithoogte (Lengte Onderbeen Van Gebruiker)

    Bedrijf Afstelling van de zithoogte (lengte onderbeen van gebruiker) De zithoogte kan in meerdere standen worden ingesteld. Voor het afstellen van de zithoogte, de stoel langzaam heffen, totdat deze automatisch in de volgende vergrendelpositie vastklikt. Door de stoel over de hoogste vergren- delingsstand heen te heffen, wordt deze weer automatisch in de onderste vergrendelingsstand neergelaten.
  • Pagina 85: Veiligheidsgordel

    Bedrijf Veiligheidsgordel Veiligheidsgordel (6) uit het oprolmechanisme trekken en aan  het bekken (3) vastklikken. Waarborgen, dat de veiligheidsgordel strak aanligt.  Het is verboden de machine te gebruiken zonder be- STOP vestigde veiligheidsgordel. Om los te maken, op de rode knop aan de veiligheidsgordel ...
  • Pagina 86: Starten Van De Motors

    Bedrijf Starten van de Motors Plaatsnemen op de bestuurdersplaats en veiligheidsgordel bevestigen.  Sleutel in de startschakelaar (1) steken en in de stand RUN  draaien. De machine is voorzien van een diefstalbeveiliging. Als een verkeerde sleutel gebruikt wordt, brandt de controlelamp sleutel uittrekken op het instrumenten- paneel.
  • Pagina 87: Parkeren Van De Motor

    Bedrijf Met de displaykeuzeschakelaar (1) kan tussen de indicatie tijd,  motortoerental en bedrijfsuren op het display (2) gewisseld worden. De tijd (3) geeft de actuele dagtijd in uren en minuten weer. De toerenteller (4) geeft het actuele motortoerental aan. De bedrijfsurenweergave (5) toont de bedrijfsuren van de machine tot op dat moment, onafhankelijk van het motortoerental.
  • Pagina 88: Controle Van Display Na Starten En Tijdens Het Gebruik

    Bedrijf Controle van display na starten en tijdens het gebruik Na het starten en gedurende het bedrijf moet de gebruiker de controlelampen en de indicaties in het display con- troleren. De waarschuwingslamp (1) knippert rood bij het optre- den van een systeemfout of een technische storing, de motor moet onmiddellijk worden uitgezet.
  • Pagina 89 Bedrijf Bij zware belasting van de machine kan de koelvloeistoftempera- tuur iets hoger dan normaal stijgen. De controlelamp koelvloeistof- temperatuur (1) brandt. De Motorwaarschuwingslamp (2) knippert in het rood, en op het scherm verschijnt de melding zoals weerge- geven in de afbeelding rechts. De melding verdwijnt na korte tijd, de controlelamp "Koelvloeistof- (knippert) temperatuur"...
  • Pagina 90: Kruip- En Rempedaal Gebruiken

    Bedrijf Kruip- en rempedaal gebruiken Machine afremmen Kruip- en rempedaal (1) licht indrukken.  De oliestroom naar de hydrostatische aandrijving wordt verminderd. De machine rijdt zonder aandrijfvermogen, en rolt uit tot hij blijft stil- staan. Kruip- en rempedaal (1) volledig indrukken. ...
  • Pagina 91: Rijmodus Kiezen

    Bedrijf Kruip- en rempedaal (1) licht indrukken tijdens de schepmo-  dus.. De oliestroom van de hydraulische aandrijving kan gebruikt worden voor de werkhydrauliek. Bedieningshendel terugtrekken en hefmast opheffen.  Kruip- en rempedaal lossen, wanneer de gewenste hefhoogte  bereikt is. Rijmodus kiezen De machine beschikt over de volgende rijmodi, waarmee de machine de nodige opdrachten goed kan uitvoeren en op een juiste wijze kan functioneren.
  • Pagina 92: Eco-Modus

    Bedrijf ECO-modus In de ECO-modus kunnen lichtere werkzaamheden met een efficiënter brandstofverbruik als in de normale ope- rationele modus worden uitgevoerd, bijv. bij het transporteren van materiaal. Als er bij ingeschakelde ECO-modus een groter aandrijfvermogen nodig blijkt te zijn, bijv. op hellingen, dan wordt het motortoerental automatisch ver- hoogd om de rijsnelheid constant te houden.
  • Pagina 93: Partikelfilterregeneratie

    Bedrijf De machine moet zich in neutrale stand bevinden. Als er een rijrichting is geselecteerd, dan kan de hulpstukmodus niet worden ingeschakeld. Schakelaar neutraal (7) indrukken.  Om in te schakelen, op de schakelaar hulpstukmodus (3) druk-  ken. De controlelamp hulpstukmodus (6) brandt. Gewenst motortoerental met toerentalregelaar instellen.
  • Pagina 94: Algemene Instructies

    Bedrijf Algemene instructies Gevaar voor de gezondheid! Roestpartikels in uitlaatgassen zijn kankerverwekkend. STOP De regeneratie mag enkel in de open lucht gebeuren. Ondanks het partikelfilter, bestaat er gevaar voor de gezondheid door het inademen van uitlaatgas- sen. - De TRG 554-voorschriften en de nationale voorschriften in acht nemen. Brandgevaar! De uitlaatgastemperatuur wordt sterk verhoogd bij de regeneratie, en er komen hetere uitlaatgassen STOP...
  • Pagina 95: Automatische Partikelfilterregeneratie

    Bedrijf Automatische partikelfilterregeneratie Schakelaar DPF-regeneratie Controlelamp regeneratie bij stilstand Controlelamp regeneratie Motorwaarschuwingslamp Als al de hoeveelheid fijnstof zich in het partikelfilter bevindt, dan zal het partikelfilter automatisch zelf regenereren. Regeneratieproces Als er een regeneratie nodig is, dan zal de controlelamp regeneratie (1) gaan knipperen en een geluidssignaal weerklinken.
  • Pagina 96: Fijnstofalarm En Vereiste Actie

    Bedrijf Regeneratie enkel bij bedrijfstemperatuur uitvoeren.  Het regeneratieproces niet onnodig afbreken.  De motor vijf minuten stationair laten draaien voordat u hem uitschakelt.  Beschadiging aan onderdelen bij het niet in acht nemen! Als de waarschuwingssignalen genegeerd worden of het regeneratieproces vaak wordt afgeremd of afgebroken, dan kunnen de motor en het partikelfilter beschadigd raken.
  • Pagina 97 Motorwaarschuwingslamp knip- De machine naar een geschikte pert plaats verplaatsen en buiten be- drijf stellen. Anders worden de – Foutcode wordt weergegeven motor en het partikelfilter bescha- digd. – Aanhoudend geluidssignaal Contact opnemen – Motorvermogen 50 % KUBOTA-dealer. R5615-8144-5 01/2018...
  • Pagina 98: Regeneratie Bij Stilstand

    Bedrijf Regeneratie bij stilstand Als een bepaalde hoeveelheid fijnstof in het partikelfilter is bereikt, dan kan een regeneratie bij stilstand worden uitgevoerd. Terwijl dit gebeurt, kan er niet met de machine worden gewerkt. De controlelamp regeneratie bij stilstand (1) geeft aan wanneer het nodig is dit uit te voeren.
  • Pagina 99: Regeneratie Blokkeren

    Bedrijf De schakelaar, de bedieningshendel en het gaspedaal niet bedienen tijdens de regeneratie. Anders wordt de  regeneratie afgebroken. Als de regeneratie wordt afgebroken, dan zal de motor gedurende 30 seconden stationair draaien. Het gaspedaal werkt dan niet. Deze functie wordt na 30 seconden weer ingeschakeld. Regeneratie blokkeren Schakelaar DPF-regeneratie (1) geblokkeerd in stand regene- ...
  • Pagina 100 – Foutcode wordt weergegeven digd. – Aanhoudend geluidssignaal Contact opnemen KUBOTA-dealer. – Motorvermogen 50 % Als als er verder met de machine wordt gewerkt, dan schakelt het systeem over naar waarschuwingsfase 5. Geen regeneratie mogelijk! Het roetdeeltjesfilter moet worden vervangen. Er is geen regeneratie –...
  • Pagina 101: Rijden Met De Machine

    Bedrijf Rijden met de machine Gevaar voor ongevallen door klapband! Als een band barst, dan kan de machine wegrollen of kantelen. Door fel te remmen of heftig te sturen STOP kan je de controle over de machine verliezen. - De machine voorzichtig afremmen en sturen. Algemene veiligheidsbepalingen (blz.
  • Pagina 102: Rijden

    Bedrijf Rijden Op het gaspedaal drukken.  De machine rijdt in de voordien ingestelde rijrichting. (A) Vooruit (B) Achteruit Met de rijstandschakelaars (1, 2) kan in de hulpmodus de maximale snelheid in vijf niveaus worden ingesteld. De machine zal dan ook niet sneller gaan rijden als het gaspedaal helemaal ingedrukt wordt.
  • Pagina 103: Rijden Door Bochten

    Bedrijf Rijden door bochten Gevaar voor ongevallen door kantelen van machine! Geen scherpe bochten aan hoge snelheid nemen, de machine kan in het ergste geval kantelen. STOP - De snelheid verlagen voor het nemen van bochten. - Hulpstuk tot ca. 400 mm boven de bodem houden. Gevaar voor ongevallen na bochten! Het stuur van de machine keert na het nemen van de bocht niet automatisch terug naar de positie STOP...
  • Pagina 104: Parkeren En Hellingen

    Bedrijf Parkeren en hellingen Levensgevaar door wegrollende machine! Op hellingen bestaat het gevaar overreden te worden STOP door de wegrollende machine. - De machine met keggen (1) tegen wegrollen be- veiligen. Om de machine veilig te parkeren op hellingen: Voet van gaspedaal halen. ...
  • Pagina 105: Rijden Op Onverharde Wegen

    Bedrijf Hefmast opheffen totdat de beide markeringen (1) branden.  Schep volledig naar achteren kantelen.  Werkhydrauliek blokkeren. Daarvoor op de blokkeringsschake-  laar (1) drukken. De controlelamp werkhydrauliek (geblokkeerd) brandt. Extra circuit inschakelen, daarvoor op de extra-circuitschake-  laar (2) drukken. De controlelamp extra circuit brandt niet.
  • Pagina 106: Operationele Functies Van De Machine (Werking Van Bedieningselementen)

    Bedrijf Operationele functies van de machine (werking van bedieningselementen) Verplicht de volgende veiligheidsinstructies in acht te nemen bij het werken met de machine. STOP Het is verboden betonblokken of keien te breken met het hulpstuk.  Het hulpstuk niet laten neervallen. ...
  • Pagina 107: Overzicht Van De Functie Van De Bedieningshendels

    Bedrijf Overzicht van de functie van de bedieningshendels Op de afbeelding worden in combinatie met de volgende tabel de functies van de bedieningshendel weergegeven. Actie Pos. Functie Hefmast laten zakken Hendel naar voren Lossende stand Hendel naar rechts Schep naar voren bewegen Hendel naar achteren Hefmast opheffen Hendel naar links...
  • Pagina 108 Bedrijf Hefmast laten zakken Bedieningshendel (1) naar voren drukken (A).  De hefmast beweegt zoals weergegeven in de afbeelding. Hefmast lossende stand De lossende stand wordt gebruikt voor het hulpstukken, die in de rijmodus de oppervlakteomtrek moeten volgen (bijv. bij het gebruik van een veger of het gelijkmaken met de schep tijdens het achteruitrijden). Bedieningshendel (1) via stand (A) volledig naar voren duwen (B).
  • Pagina 109: Bediening Van Schep

    Bedrijf Bediening van schep Schep terugtrekken Bedieningshendel (1) naar links drukken (A).  De schep beweegt zoals weergegeven in de afbeelding. Schep naar voren bewegen Bedieningshendel (1) naar rechts drukken (A).  De schep beweegt zoals weergegeven in de afbeelding. R5615-8144-5 01/2018...
  • Pagina 110: Bediening Van Het Extra Circuit

    Bediening van het extra circuit Het extra circuit dient voor de bediening van hulpstukken, bijv. een opvouwbare schep (4 in 1 schep). Er mag alleen door KUBOTA goedgekeurd aanbouwapparatuur worden gebruikt. Het aanbouwap- STOP paratuur moet volgens de eigen gebruiksaanwijzing worden gemonteerd en gebruikt.
  • Pagina 111 Bedrijf Regelaar extra circuit (1) naar voren schuiven (A).  De oliestroom gebeurt bij de linkse aansluiting voor het extra circuit (A). Regelaar extra circuit (1) naar achteren schuiven (B).  De oliestroom gebeurt bij de rechtse aansluiting voor het extra cir- cuit (B.
  • Pagina 112: Gebruiksmodus Kiezen

    Bedrijf Gebruiksmodus kiezen Controlelamp ex- tra circuit Displaykeuzeschakelaar Schakelaar extra circuit Modus 1 Modus 0 Modus 2 Controlelamp Controlelamp uit Controlelamp brandt knippert Extra circuit inactief Max. doorstroomhoeveelheid Debietbegrenzing Als op de weergavetoets wordt gedrukt terwijl het extra circuit is ingeschakeld en een gebruiksmodus geselec- teerd is, dan wordt het ingestelde debiet op de rechtse aansluiting van het extra circuit, en daarna aan de linkse zijde van het extra circuit enkele seconden in het display weergegeven.
  • Pagina 113: Debietinstelling

    Bedrijf Debietinstelling Aangenomen dat hetzelfde hulpstuk aan een andere machine gemonteerd wordt. Ook als dezelfde debietinstel- lingen zoals bij de eerste machine zijn uitgevoerd, kan de werksnelheid afwijken. De debietinstellingen moeten aan elke machine afzonderlijk worden ingesteld. Bij het wisselen op een ander hulpstuk moeten de optimale door- stroomhoeveelheden voor het nieuwe hulpstuk opnieuw worden bepaald en ingesteld.
  • Pagina 114 Bedrijf Wanneer de geselecteerde doorstroomhoeveelheid in het display wordt weergegeven, kan met de displaykeuzeschakelaar (2) en de menu-toets (1) de doorstroomhoeveelheid verhoogd of verlaagd worden. Menu-toets (1) indrukken; de doorstroomhoeveelheid wordt  verlaagd. Displaykeuzeschakelaar (2) indrukken; de doorstroomhoeveel-  heid wordt verhoogd. De doorstroomhoeveelheid kan 19 niveaus verhoogd resp.
  • Pagina 115 Bedrijf Als in de gebruiksmodus de waarde voor de debietin- stelling aan beide aansluitingen van het extra circuit op nul is ingesteld, dan wordt deze gebruiksmodus bij het bedienen van de extra-circuitschakelaar (1) niet weergegeven. Tijdens het gebruik van de machine zijn enkel de gebruikstypes beschikbaar waarvoor een debiet groter dan nul is ingesteld.
  • Pagina 116 Bedrijf Instellen van maximaal debiet Instellen van maximaal debiet Extra circuit activeren Aansluiting extra circuit (rechts en links)  (brandt) Debietinstelling (0 tot 19) (knippert of brandt) (A) Op weergavetoets drukken en deze ingedrukt houden. (B) Menu-toets indrukken en ingedrukt houden. R5615-8144-5 01/2018...
  • Pagina 117: Druk Uit Hydraulisch Systeem Laten

    Bedrijf Druk uit hydraulisch systeem laten De druk van de werkhydrauliek moet apart van de druk van het extra circuit worden weggedaan. Werkhydrauliek Hefmast en hulpstuk volledig laten zakken.  De werkhydrauliek met de blokkeringsschakelaar werkhydrau-  liek (1) uitschakelen. De controlelamp werkhydrauliek (geblokkeerd) brandt.
  • Pagina 118 Bedrijf Extra circuit inschakelen, daarvoor op de extra-circuitschake-  laar (1) drukken. De controlelamp extra circuit brandt. Displaykeuzeschakelaar (1) indrukken.  Het ingestelde debiet wordt aan de rechtse aansluiting, en daarna aan de linkse aansluiting van het extra circuit enkele seconden op het display weergegeven.
  • Pagina 119: Hulpstuk Monteren En Demonteren Met Snelkoppeling

    Door een verkeerde bediening kan het hulpstuk vallen en op personen terechtkomen. - Hulpstuk enkel vanuit de bestuurdersplaats vergrendelen of ontgrendelen. - Enkel voor de machine toegelaten KUBOTA-hulpstukken gebruiken. - Na het controleren of het hulpstuk goed vergrendeld is.
  • Pagina 120 Bedrijf Op vrijgavetoets hulpstukontgrendeling (1) drukken (B) en  deze ingedrukt houden. Extra-circuitregelaar (2) naar achteren trekken (A).  De borgpennen worden hydraulisch ingetrokken. De snelkoppeling kan nu volledig aan het hulpstuk worden gekoppeld. Vrijgavetoets hulpstukontgrendeling loslaten.  Bedieningshendel naar rechts drukken en de snelkoppeling zo ...
  • Pagina 121 Bedrijf Regelaar extra circuit (1) naar voren duwen (A).  De borgpennen worden hydraulisch uitgeschoven, de hulpstukver- grendeling is vergrendeld. Het hulpstuk is aan de snelkoppeling ver- grendeld. Controleren of het hulpstuk juist vergrendeld is (blz. 120).  Bij een hydraulisch gebruikt hulpstuk, de druk uit de hydrauliek ...
  • Pagina 122: Vergrendeling Hulpstuk Controleren

    Bedrijf Vergrendeling hulpstuk controleren Levensgevaar door niet vergrendeld hulpstuk! Het hulpstuk kan naar beneden vallen en op personen terechtkomen, als niet alle scharnierpunten STOP en borgpennen volledig vastklikken. - Machine enkel gebruiken met goed vergrendeld hulpstuk. Visuele controle Machine veilig tot stilstand brengen. ...
  • Pagina 123: Gebruik Met Palletkabel

    Bedrijf Gebruik met palletkabel Veiligheidsinstructies bij het gebruik met palletkabel Levensgevaar door afvallende lasten! - Niet onder de opgetilde last komen of eronder blijven staan. STOP Gevaar voor ongevallen door verminderde stabiliteit! Hoe hoger de last wordt opgetild, hoe groter de kans dat hij kan kantelen. Bij het afremmen van de STOP machine wordt de stabiliteit vooral negatief beïnvloed door opgehoffen lasten.
  • Pagina 124: Toegelaten Draagvermogen

    Anders ontstaat er een lager toegelaten draagvermogen en kan de machi- ne gaan kantelen. - Het aangegeven toegelaten draagvermogen nooit overschrijden. - Enkel door KUBOTA uitgebrachte palletkabels en vorktanden gebruiken. - Verlengstukken van draagvorken mogen enkel worden geplaatst na schriftelijke toestemming van de firma KUBOTA.
  • Pagina 125 Informatie over controle van de hefinrichtingen in Frankrijk De controlecoëfficiënten, die door KUBOTA bepaald worden, en die voor de inbedrijfstelling of herinbedrijfstelling van de hefmachine moeten worden toegepast (artikel 10 en 11 van het decreet van 01.03.2004), zijn 1,25 voor de statische controle en 1,0 voor de dynamische controle.
  • Pagina 126: Buitenbedrijfstelling

    Bedrijf Buitenbedrijfstelling De machine moet op die manier worden geplaatst dat hij onmogelijk kan wegrollen en dat hij bevei- STOP ligd is tegen gebruik door onbevoegden. Machine op een effen en vaste ondergrond zetten.  Motor uitschakelen.  Parkeerrem aantrekken. ...
  • Pagina 127: Bediening Overige Uitrustingen Op De Bestuurdersplaats

    Bedrijf Bediening overige uitrustingen op de bestuurdersplaats Bediening van de verwarming (cabine-uitvoering) en de airco (optioneel) Dit aircosysteem bevat gefluoreerde broeikasgassen (F-gassen). -equivalent (t) Koelmiddel Hoeveelheid (kg) Aardopwarmingsvermogen (GWP*) HFC-134a 1,01 1430 * GWP = Global Warming Potential Verklaring van aanwijzingsbord: Symbool dat het aircosysteem F-gas bevat Industriële aanduiding van het desbetreffende F-gas Hoeveelheid F-gas (in kg) in de airconditioning...
  • Pagina 128 Bedrijf Verwarmingsklep openen Voetmat (1) verwijderen.  Verwarmingsklep 1) openen of sluiten door eraan te draaien.  A  Openen B  Sluiten In de zomer moet de verwarmingsklep altijd gesloten zijn. Alle hierna voor de bediening van de verwarming be- schreven handelingen moeten met draaiende motor worden uitgevoerd.
  • Pagina 129 Bedrijf De luchttoevoer met hendel (1) in stand circulatielucht (A) zet-  ten om de cabine sneller te verwarmen. Er stroomt geen koude buitenlucht naar binnen en de circulerende binnenlucht wordt sneller verwarmd. Om ervoor te zorgen dat de ruiten bij langdurig gebruik van de ver- warming niet beschadigd worden, moet de luchttoevoer na de ver- warmingsfase van de cabine weer in de stand frisse lucht (B) ge- schakeld worden.
  • Pagina 130: Ontdooien Of Ontvochtigen Van De Ruiten

    Bedrijf Ontdooien of ontvochtigen van de ruiten Ga al volgt te werk om de ruiten te ontdooien of het beslag te ver- wijderen: Open de luchtmonden voor de voorruit of achterruit.  Zet de thermostaat (3) in de stand Warm. ...
  • Pagina 131: Bediening Van Kleppenwasinstallatie (Cabine-Uitvoering)

    Bedrijf Bediening van kleppenwasinstallatie (cabine-uitvoering) In de winter voor het gebruik controleren of het ruitenwisserblad niet is vastgevroren. Indien dit zo is, de ruitenwisser niet gebruiken. Anders kan het wisserblad of de wissermotor beschadigd worden. De ruitenwisser enkel bedienen als de ruit nat genoeg is, evt. de ruitenwisserinstallatie vooraf uit- schakelen.
  • Pagina 132: Achterruitwisser Inschakelen

    Bedrijf Achterruitwisser inschakelen De startschakelaar staat in de stand RUN. Schakelaar (1) in stand RUITENWISSEN/SPROEIEN drukken.  De ruitenwisser werkt, zolang de schakelaar in deze stand blijft. Om uit te schakelen schakelaar (1) in stand OFF drukken.  Achterruitwisser inschakelen De ruitensproei-installatie kan bediend worden, wanneer de ruiten- wisser in- of uitgeschakeld is.
  • Pagina 133: Knipperlicht In- En Uitschakelen

    Bedrijf Knipperlicht in- en uitschakelen Om het rechterknipperlicht in te schakelen, de multifunctiehen-  del (1) naar voren schakelen (A). Het rechterknipperlicht en de rechtercontrolelamp knipperen. Om het linkerknipperlicht in te schakelen, de multifunctiehendel  naar achteren schakelen (B). Het linkerknipperlicht en de linkercontrolelamp knipperen. Erop letten of de multifunctiehendel nadat hij bewogen is automatisch weer naar de middelste positie terug- keert, en het knipperlicht uitgaat.
  • Pagina 134: Dimlicht

    Bedrijf Dimlicht Controleren of de multifunctiehendel in de onderste schakelstand staat, om niet ongewild de schijnwer- per in te schakelen en personen te verblinden. De schijnwerperschakelaar(1) in de tweede schakelstand zet-  ten. Het dimlicht en de controlelamp ervan brandt. Grootlicht Door de multifunctiehendel naar boven en naar beneden te schake- len kan tussen grootlicht en dimlicht geschakeld worden.
  • Pagina 135: Zwaailicht (Toebehoren) In- En Uitschakelen

    Bedrijf Zwaailicht (toebehoren) in- en uitschakelen De startschakelaar staat in de stand RUN. Schakelaar zwaailamp (1) in stand AAN drukken.  Het zwaailicht brandt. Om uit te schakelen schakelaar zwaailamp in stand UIT druk-  ken. 12 V-stopcontact Afdekkap (1) openen en elektrisch apparaat in de 12-V-stek- ...
  • Pagina 136: Parkeerrem Aanhalen En Lossen

    Bedrijf Parkeerrem aanhalen en lossen Levensgevaar door wegrollende machine! De parkeerrem moet aangetrokken zijn om de machine op een veilige manier te parkeren, en zo te STOP vermijden dat hij wegrolt. Als de motor wordt uitgezet, dan wordt de parkeerrem automatisch aange- haald.
  • Pagina 137: Accuscheiding In- En Uitschakelen

    Bedrijf Accuscheiding in- en uitschakelen Om de machine te gebruiken, moet de accuscheider (1) in de stand AAN staan. A  AAN B  UIT Als de accuscheiding zich in de stand UIT bevindt, dan zijn de meeste elektrische functies uitgeschakeld (bijv. claxon, werklamp, etc.).
  • Pagina 138: Gebruik Gedurende De Winter

    Bedrijf Gebruik gedurende de winter Opgelet bij het in- en uitstappen! De treden kunnen glad en glibberig zijn. Natte handen kunnen vastvriezen aan metalen delen zoals STOP de handgreep. - Treden controleren en evt. ijs wegdoen. - Metalen delen niet met de blote hand aanraken, evt. handschoenen aandoen. Vóór het in bedrijf stellen controleren, of er geen ijs aan de zuigerstangen van de hydraulische cilinders be- ...
  • Pagina 139: Starten Van De Machine Met Starthulp

    Pluspoolafdekking aan startaccu open zetten.  Als de volgende keer de machine opnieuw enkel gestart kan worden door middel van starthulp, de accu en  het laadcircuit van de generator controleren. Evt. contact opnemen met uw KUBOTA-dealer. R5615-8144-5 01/2018...
  • Pagina 140: Bediening In Noodsituaties

    Bedrijf Bediening in noodsituaties In noodgevallen kan zowel de motor manueel worden uitgezet alsook de hefmast manueel gezakt laten worden. Handmatige motorstop Als de motor niet met de startkabel (1) kan worden uitgeschakeld, dan kan hij manueel worden uitgezet. Voor het uitschakelen aan de knop (2) trekken, totdat de motor ...
  • Pagina 141: Onderhoud

    Bedrijf Onderhoud Bijvullen van ruitensproei-installatie Afsluitdop (1) van het ruitensproeireservoir (2) openen en het  reservoir met water resp. reinigingsmiddel vullen. In de winter moet ruitenreinigingsmiddel met antivries- toevoegingen worden gebruikt. Koelvloeistof bijvullen Motorkap openen (blz. 176).  Antivriesgehalte met een antivriestester controleren; dit moet ...
  • Pagina 142: Machine Bijtanken

    Bedrijf Machine bijtanken Bij het tanken van de machine zijn roken en het gebruik van open vuur en andere brandbare stoffen verboden De gevarenzone moet met borden worden aangegeven. In de gevarenzone moet zich een brandblusser bevinden. Gemorste brandstof moet onmiddellijk met oliebindmiddel worden gebonden. Het besmette oliebind- middel moet volgens de geldende milieubeschermingsbepalingen worden afgevoerd.
  • Pagina 143: Ontluchten Van Brandstofsysteem

    Bedrijf De volgende signalen worden afgegeven: Signaal onderbroken  Tank is leeg Signaal periodiek  Tank wordt gevuld  Tank is vol Signaal constant Is de brandstofstroom te gering, dan stopt het signaal blijvend. Zodra de brandstofstroom voldoende is, klinkt het signaal weer. Na het bijtanken: Opnieuw op de schakelaar drukken om de vulpeilcontrole uit te ...
  • Pagina 144: Duurzaamheid Van De Asophanging Garanderen

    Het overbruggen van zekeringen, bijv. met draad, is verboden. Is de fout bij het vervangen van de zekering niet verholpen, of treedt hij weer op bij het opnieuw in gebruik nemen van de zekering, contacteer dan uw KUBOTA-dealer. Startschakelaar in stelling STOP zetten en sleutel uittrekken.
  • Pagina 145 Na het vervangen van de zekeringen de werking van de onder-  delen controleren. Als het defect niet is verholpen, neem dan contact op met uw KUBOTA-dealer. Na het voltooien van de werkzaamheden, de afdekking op de zekeringenkast monteren en de rechterzijaf- ...
  • Pagina 146: Overzicht Van Zekeringen

    Bedrijf Overzicht van zekeringen Zekeringenkast A Zekeringenkast B 1 Schakelaar voorruitwisser,  23 Wis-/wasinstallatie achterruit 15 A 30 A claxonknop 24 Radio (AC) 15 A 2 Ventilatormotor 30 A 25 12 V-stopcontact 15 A 3 Instrumentenpaneel (+B) 26 Compressor 10 A 4 Hoofdbesturingsapparaat (Net- 20 A 27 Snelkoppelingontgrendeling...
  • Pagina 147: Machine Reinigen

    10 A Na het vervangen van de zekeringen de werking van de onder-  delen controleren. Als het defect niet is verholpen, neem dan contact op met uw KUBOTA-dealer. Na het voltooien van de werkzaamheden, de Motorruimteafdekking sluiten.  Machine reinigen...
  • Pagina 148: Diefstalbeveiliging

    Bedrijf Na het reinigen: Kunststof onderdelen met een in de handel verkrijgbaar middel voor kunststof reinigen.  Alle smeerpunten smeren.  Diefstalbeveiliging De machine is voorzien van een antidiefstalfunctie, waardoor de motor enkel gestart kan worden met een geregi- streerde sleutel. Indien een geregistreerde sleutel kwijtraakt, kan deze geblokkeerd worden. Daardoor kan de mo- tor niet met deze sleutel gestart worden, zodat de machine tegen diefstal beveiligd is.
  • Pagina 149: Rode Sleutel (Voor De Registratie)

    In dit geval kan een storing van de functies in de elektronica optreden. Indien zich storingen aan de machine voordoen, dan s.v.p. contact opnemen met uw KUBOTA-dealer, om de ...
  • Pagina 150: Registreren Van Een Zwarte Sleutel Voor De Machine

    Bedrijf Registreren van een zwarte sleutel voor de machine  Het registreren van een zwarte sleutel kan enkel gebeuren onder de volgende voorwaarden: Controleren of er zich geen personen in het bereik van de machine bevinden. Als er zich toch per- STOP sonen in de buurt van de machine bevinden, verwittig die dan met de claxon.
  • Pagina 151 Bedrijf De controlelamp sleutel plaatsen knippert. Zwarte sleutel (1) in de startschakelaar steken. Sleutel nog niet draaien. Indien de sleutel in stand RUN staat, deze terug draaien in stand STOP. Na een korte tijd gaat de controlelamp Sleutel uittrekken knip- peren.
  • Pagina 152 Bedrijf R5615-8144-5 01/2018...
  • Pagina 153: Storingzoeken

    Kan de fout niet verholpen worden met de maatregel in de kolom OPLOSSING, gelieve dan contact op te nemen met uw KUBOTA-dealer. Veiligheidsbepalingen voor het storingzoeken De algemene veiligheidsbepalingen (blz.
  • Pagina 154: Storingstabellen Gebruik

    (blz. 208). Koeler resp. condensator vervuild Radiateurs en condensator reinigen (blz. 72). Koeldeksel (verluchting) defect Radiatordop vervangen, indien no- dig KUBOTA dealer informeren. Motoroliepeil te laag Motoroliepeil controleren, zo nodig motorolie bijvullen (blz. 194). Mindere brandstofkwaliteit Brandstof volgens EN 590 of ASTM D975 gebruiken.
  • Pagina 155 Storingzoeken STORING MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING Brandstofleidingen niet juist inge- Inspuittijdstip instellen. steld. Informeer uw KUBOTA-dealer. De uitlaatgassen zijn gitzwart. Mindere brandstofkwaliteit Brandstof volgens EN 590 of ASTM D975 gebruiken. Motoroliepeil te hoog Motoroliepeil controleren, zo nodig motorolie tot naar het voorgeschre- ven oliepeil aftappen.
  • Pagina 156: Storingstabellen Display

    Storingzoeken Storingstabellen display Treedt er aan storing aan de machine op, dan verschijnt een van de navolgende meldingen in het display. Treden er problemen op, informeert u dan onmiddellijk uw KUBOTA-dealer. Indicatie Controlelampje Probleem/storing Voorlopige maatregel Oplossing storing Instrumentenpa- Deze melding duidt...
  • Pagina 157 Motor uitschakelen en Verschijnt de indica- draulische olie te hydraulisch oliepeil tie opnieuw, infor- hoog controleren. Hydrau- meer dan onmiddel- lisch oliesysteem op lijk uw KUBOTA- lekken controleren. dealer. Systeemfout Systeemfout van Informeert u onmid- brandstofsensor brandstofsensor. dellijk uw KUBOTA- dealer.
  • Pagina 158 Probleem/storing Voorlopige maatregel Oplossing storing Magneetklep De magneetklep Informeert u onmid- voorwaartse rit voor voorwaartse rit dellijk uw KUBOTA- werkt niet. De ma- dealer. chine rijdt niet voor- uit en blijft in neutra- le stand staan. Magneetklep ach- De magneetklep...
  • Pagina 159 Controlelampje Probleem/storing Voorlopige maatregel Oplossing storing Common Rail Sy- Motor draait statio- Informeert u onmid- stem CAN-verbin- nair en rijden is niet dellijk uw KUBOTA- ding mogelijk. dealer. Remsysteem De parkeerrem is Informeert u onmid- niet ingeschakeld. dellijk uw KUBOTA- De machine staat in dealer.
  • Pagina 160 Indicatie Controlelampje Probleem/storing Voorlopige maatregel Oplossing storing 9003 Regeneratie nodig Partikelfilter moet Informeert u onmid- geregenereerd wor- dellijk uw KUBOTA- den, maar de ver- dealer. nieuwing start niet. (knippert) Het motorvermo- gen is begrensd. 9004 Vervanging parti- Roetdeeltjesfilter Informeert u onmid-...
  • Pagina 161 Indicatie Controlelampje Probleem/storing Voorlopige maatregel Oplossing storing 9108 Accuspanning Acceleratie en mo- Informeert u onmid- torvermogen zijn dellijk uw KUBOTA- begrensd. De motor dealer. kan stoppen. 9109 Sensor stroom- Acceleratie en mo- Informeert u onmid- spanning torvermogen zijn dellijk uw KUBOTA- begrensd.
  • Pagina 162 KUBOTA-dealer. 9121 Motorregelappa- Acceleratie of mo- Informeert u onmid- raat torvermogen kun- dellijk uw KUBOTA- nen begrensd zijn. dealer. De motor kan stop- pen. 9122 Verbindingsfout Acceleratie of mo- Informeert u onmid- motorregelappa-...
  • Pagina 163 Storingzoeken Indicatie Controlelampje Probleem/storing Voorlopige maatregel Oplossing storing 9207 Uitlaatgastempe- Informeert u onmid- ratuursensor (Par- dellijk uw KUBOTA- tikelfilter uitlaat) dealer. 9208 Fout aan alle uit- Informeert u onmid- laatgastempera- dellijk uw KUBOTA- tuursensoren op dealer. hetzelfde moment 9211 Oxidatiekatalysa-...
  • Pagina 164 Acceleratie en mo- Brandstofpeil en systeem (Lek) torvermogen zijn brandstoffilter con- begrensd. troleren. Gaat de in- dicatie niet uit, infor- meert u dan onmid- dellijk uw KUBOTA- dealer. 9303 Motor-brandstof- Acceleratie en mo- Brandstofpeil en systeem (Aan- torvermogen zijn brandstoffilter con- zuigregelklep) begrensd.
  • Pagina 165 KUBOTA-dealer. 9310 Starter draait niet De starter draait niet Informeert u onmid- door een andere dellijk uw KUBOTA- fout. De motor start dealer. niet. 9400 Andere fout Acceleratie of mo- Informeert u onmid-...
  • Pagina 166 Storingzoeken R5615-8144-5 01/2018...
  • Pagina 167: Onderhoud

    Een zorgvuldig onderhoud van de graafmachine waarborgt een goede werking en verhoogt de levensduur. Indien de onderhoudswerkzaamheden niet (goed) worden uitgevoerd, vervallen alle garantieaanspraken en de aansprakelijkheid tegenover het bedrijf KUBOTA. Er mogen alleen de door de fabrikant voorgeschreven reserve-onderdelen worden gebruikt. Bij niet vrijgegeven reserve-onderdelen bestaat ten gevolge van onvoldoende kwaliteit of verkeerde montage een verhoogd gevaar voor ongelukken.
  • Pagina 168: Eisen Aan Het Uitvoerende Personeel

    Vraag aan uw KUBOTA-dealer. Wordt de onderhoudsintervalindicatie vanwege een defect vervan- gen, staat de teller op "0". Vraag hiervoor uw KUBOTA-dealer. De volgende onderhoudsintervallen worden op het display weergegeven op het moment dat ze bereikt zijn: Stand bedrijfsurenteller...
  • Pagina 169 Onderhoud R5615-8144-5 01/2018...
  • Pagina 170: Onderhoudsplan Bediener

    Onderhoud Onderhoudsplan bediener Weergave bedrijfsuren Onder- Werkzaamhe- Controlepunten houdsin- Blz. 100 150 200 250 300 350 400 450 500 tervallen Visuele controle Controleren dagelijks Stofventiel Reinigen dagelijks Stofweergave Controleren dagelijks Motoroliepeil Controleren dagelijks Koelvloeistofpeil Controleren dagelijks Radiateur en oliekoeler Controleren dagelijks Aandrijfriemen Controleren...
  • Pagina 171 Onderhoud Weergave bedrijfsuren Onder- Werkzaamhe- Controlepunten houdsin- Blz. 550 600 650 700 750 800 850 900 950 1000 tervallen Visuele controle Controleren dagelijks Stofventiel Reinigen dagelijks Stofweergave Controleren dagelijks Motoroliepeil Controleren dagelijks Koelvloeistofpeil Controleren dagelijks Radiateur en oliekoeler Controleren dagelijks Aandrijfriemen Controleren dagelijks...
  • Pagina 172: Onderhoudsplan Vakbekwaam Personeel

    1000 h Voorcircuitfilter Vervangen 1000 h Olieafscheidingsfilter Vervangen 1500 h Koeler uitlaatregeling Controleren Neem s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer. 1500 h Brandstofleidingen-  Controleren Neem s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer. 1500 h injectorendruk Dynamo en startmotor Controleren Neem s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer.
  • Pagina 173: Onderhoudswerkzaamheden

    100 150 200 250 300 350 400 450 500 tervallen Aanzuigleiding naar lucht- Vervangen Neem s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer. elke 2 jaar massameter Laaddruksensor rubberen Vervangen Neem s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer. elke 2 jaar...
  • Pagina 174  Voorcircuitfilter Vervangen 1000 h Olieafscheidingsfilter Vervangen 1500 h Koeler uitlaatregeling Controleren Neem s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer. 1500 h Brandstofleidingen-  Controleren Neem s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer. 1500 h injectorendruk Dynamo en startmotor Controleren Neem s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer.
  • Pagina 175 550 600 650 700 750 800 850 900 950 1000 tervallen Koelslangen uitlaatregeling Vervangen Neem s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer. elke 2 jaar Leidingen en slangen van de Vervangen Neem s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer. elke 2 jaar...
  • Pagina 176: Onderhoudsmiddelen

    Onderhoud Onderhoudsmiddelen Aanbeveling Standaardvulling Melding Buitentempera- Viscositeit Kwaliteitsnorm Merk Type tuur In de winter resp. SAE 10W bij lage tempera- SAE 20W turen In de zomer resp. Q8T 760 SAE 30 Motorolie bij hoge omge- API CJ-4 ROWE API CJ-4 SAE 40 vingstemperatu- SAE 10W-30...
  • Pagina 177 Onderhoud Aanbeveling Standaardvulling Melding Buitentempera- Viscositeit Kwaliteitsnorm Merk Type tuur De standaard gevulde brandstof is geen winter- diesel. Om de machine op de winter voor te bereiden, Brandstof EN 590 moet de brandstoftank met winterdiesel gevuld worden en moet u de motor enkele minuten la- ten draaien.
  • Pagina 178: Onderhoudspunten Bereikbaar Maken

    Onderhoud Onderhoudspunten bereikbaar maken Openen/Sluiten van afdekking motorruimte Sleutel in het slot (2) van motorruimteafdekking (1) steken, in  wijzerzin draaien en slot indrukken. Motorruimteafdekking helemaal nar boven zwaaien (A), tot hij  vastklikt. Erop letten dat de vergrendeling (4) goed aan de gas- veer (3) is bevestigd.
  • Pagina 179: Openen/Sluiten Van Linkerzijafdekking

    Onderhoud Zijafdekking helemaal naar boven zwaaien en borgklem (1)  vastmaken. Let erop, dat de borgklem goed vast geklikt is. Onver- wacht dichtslaan van de motorkap bijv. door wind of STOP door andere personen kan tot ernstige verwondingen leiden. Om te sluiten, de borgklem uit de vergrendeling (2) losmaken ...
  • Pagina 180: Openen/Sluiten Van Voetenruimteafdekking

    Onderhoud Openen/sluiten van voetenruimteafdekking Voetmat (1) verwijderen.  Verwondingsgevaar bij het gebruiken van de machine zonder voetenruimteafdekking! STOP De bediener kan met de voeten in de opening blijven steken waardoor het niet meer mogelijk is de pedalen te bedienen, of tijdens het uitstappen uit de machine vallen.
  • Pagina 181: Machine Opkrikken

    Onderhoud Machine opkrikken Levensgevaar door omvallen van machine! Als de volgende instructies voor het opkrikken niet worden uitgevoerd, dan bestaat het gevaar dat STOP de machine kantelt en op omstaanders valt. Voorbereiding: Machine op een effen en vaste ondergrond zetten. ...
  • Pagina 182: Wielen En Banden

    Onderhoud Wielen en banden Bandendruk Bij een foute bandendruk is er kantelgevaar! Mede door de juiste bandendruk wordt de stabiliteit van de machine behouden. De machine kan kan- STOP telen als de bandendruk niet overeenkomt met de bandendruk in deze bedieningshandleiding. - Bandendruk in acht nemen (blz.
  • Pagina 183: Wiel Vervangen

    De wielen van de machine hebben een groot eigengewicht, en kunnen tot verwondingen leiden bij het naar beneden vallen. Er wordt speciaal hefgereedschap aanbevolen om het wiel te vervangen. - Neem contact op met uw KUBOTA-dealer. Wiel demonteren Hefgereedschap voor wiel plaatsen.
  • Pagina 184: Banden Vervangen

    Er moet tijdens de montage van de banden op de loop- richting worden gelet. De montage van de banden moet door ge- schoold personeel gebeuren. Neem contact op met uw KUBOTA- dealer. Juist...
  • Pagina 185: Onderhoudswerkzaamheden Voor De Bediener

    Onderhoud Onderhoudswerkzaamheden voor de bediener De volgende onderhoudswerkzaamheden moeten tijdens het onderhoud en de herstelling van de machine zoals voorgeschreven worden uitgevoerd. Elke 50 bedrijfsuren Water in brandstoftank - Aftappen De brandstofaftapplug bevindt zich onderaan de machine, aan de rechterkant van de machine. Opvangbak met een minimaal volume van 50 l onder de brand- ...
  • Pagina 186: Accu - Laden

    Onderhoud Accu - Laden Accuzuur is zeer bijtend. Contact met accuzuur moet in elk geval worden voorkomen. Indien kleding, huid of ogen desondanks met accuzuur in contact zijn gekomen, dan de desbetreffende delen direct met water afspoelen. Bij contact met de ogen onmiddellijk een arts raadplegen! Gemorst accuzuur onmiddellijk neutraliseren.
  • Pagina 187: Accu - Vervangen

    Onderhoud Accu - Vervangen Bij het aansluiten en loskoppelen van de accu, verplicht deze volgorde respecteren  Gevaar voor STOP kortsluiting. Zijklep openen (blz. 176).  Minpoolkap afnemen en poolkleppen (1) verwijderen. Pool-  klem terzijde leggen, zodat een contact met de minpool is uit- gesloten.
  • Pagina 188: Brandstoffilter - Water Aftappen

    Onderhoud Brandstoffilter - Water aftappen Gevaar door motorschade door water in brandstof! Water vermindert de smerende werking van de dieselolie. De brandstofinjectiepomp kan worden beschadigd en metalen delen kunnen roesten. Daarnaast is het reinigingsinterval van het dieselpartikelfilter dan niet meer ge- waarborgd.
  • Pagina 189: Elke 250 Bedrijfsuren

    Onderhoud Elke 250 bedrijfsuren Waterafscheiderfilter - Vervangen Motorkap openen (blz. 176).  Als de waterafscheider vol water zit, kan er zich water in het brandstoffilter bevinden. Ontwater in dat geval het brandstoffilter (blz. 186). Leg een poetsdoek onder de waterafscheider zodat er geen brandstof op de grond terechtkomt. Zet de omschakelkraan (2) in de stand OFF (A).
  • Pagina 190: Cardanas - Smeren

    Onderhoud Cardanas - Smeren Smeervet uit hoofdstuk bedrijfsstoffen gebruiken (blz. 174)  Aan de achterste cardankoppeling (1) een smeernippel met de  vetpers smeren. Aan de voorste cardankoppeling (2) twee smeernippels met de  vetpers smeren. Naar buiten gekomen vet onmiddellijk afvegen, ver- ontreinigde poetsdoeken in de daarvoor bestemde kisten opslaan, totdat ze worden afgevoerd.
  • Pagina 191: Luchtfilter - Controleren/Reinigen

    Onderhoud Schoonmaken Het schoonmaken mag uitsluitend met gezuiverde perslucht en een max. druk van 2 bar plaatsvinden. Bij werkzaamheden met perslucht moet een veilig- STOP heidsbril worden gedragen. Filter (1) met perslucht "A" tegengesteld aan de normale  stroomrichting schoonblazen. Het filter niet beschadigen bij het monteren.
  • Pagina 192: Koelvloeistofslangen En Slangkleppen - Controleren

    Onderhoud Bij werkzaamheden met perslucht moet een veiligheidsbril worden gedragen. STOP Buitenste filterelement vanaf de binnenzijde met perslucht  schoonblazen (max. 5 bar); daarbij het filterelement niet be- schadigen. Veiligheidsbril dragen. Buitenste luchtfilterelement plaatsen en het deksel met het  merk TOP naar boven aanbrengen en klemmen sluiten.
  • Pagina 193: Condensator Van De Airconditioning-Unit - Reinigen

    Alle pijp- en slangleidingen van de verwarming en airconditioning (optioneel) op toestand (barsten, uitbollin-  gen, harde plekken) en goede bevestiging controleren. S.v.p. contact opnemen met uw KUBOTA-dealer, in- dien bij deze controle defecten worden vastgesteld. Alleen geschoold personeel mag aan de verwarming en de airconditioning (optioneel) werken.
  • Pagina 194: Onderhoudswerkzaamheden Vakbekwaam Personeel

    Onderhoud Onderhoudswerkzaamheden vakbekwaam personeel Elke 250 bedrijfsuren Aandrijfriemen - Instellen Motorruimteafdekking openen (blz. 176).  Ventilatieslang (1) voorzichtig uit de schutplaat (2) trekken.  Bouten (3) losschroeven en schutplaat wegnemen.  Aandrijfriemen controleren (blz. 72).  De aandrijfriemspanning (3) wordt als volgt ingesteld door de gene- rator te zwaaien: Bevestigingsschroeven (2) losdraaien.
  • Pagina 195: Elke 500 Bedrijfsuren

    Onderhoud Elke 500 bedrijfsuren Motorolie en oliefilter - Vervangen Het verversen van de motorolie moet met bedrijfswarme motor worden uitgevoerd. Voorzichtig, de motorolie en het oliefilter zijn heet  Verbrandingsgevaar. STOP Olie-opvangbak met een inhoud van ca. 15 l onder de motorolie-uitlaat plaatsen. De motorolie mag niet in de grond terechtkomen;...
  • Pagina 196: Motorolie - Bijvullen

    Onderhoud Motorolie - Bijvullen Vulhoeveelheid (met oliefilter): 9 l Olievuldop (1) losschroeven en motorolie overeenkomstig  hoofdstuk onderhoudsmiddelen (blz. 174) vullen. Olievuldop vastdraaien.  Motor starten (blz. 84), de controlelamp motoroliedruk moet  onmiddellijk na het starten van de motor doven. Indien niet, mo- tor direct uitschakelen, geschoold personeel inlichten.
  • Pagina 197: Retourfilter - Vervangen

    Onderhoud Aansluitconnector watersensor (1) losmaken.  Brandstoffilter (2) eraf draaien.  Sensorbouwgroep aan de filterbodem verwijderen en aan het  nieuwe filter aanbrengen. Aan het nieuwe filter de rubberen pakkingring met dieselolie  bevochtigen. Nieuw filter erop draaien en met de hand vastzetten. ...
  • Pagina 198: Voor- En Achterasolie - Controleren

    Onderhoud Voor- en achterasolie - Controleren Weggelaten olie mag niet in de aarde terechtkomen. Voorasbehuizing Controlebouten (1) losschroeven en oliepeil controleren.  De olie moet aan de onderkant van het tapgat staan, evt. olie over- eenkomstig onderdeel hulpstoffen (blz. 174) bijvullen. Controlebouten vastschroeven.
  • Pagina 199: Elke 1000 Bedrijfsuren

    Onderhoud Wielaandrijvingsbehuizing Machine op een effen ondergrond plaatsen, zodat de afsluit-  plug (3) van het overeenkomstige wiel in de middelste stand staat. Afsluitplug (3) losschroeven en oliepeil controleren.  De olie moet aan de onderkant van het tapgat staan, evt. olie over- eenkomstig onderdeel hulpstoffen (blz.
  • Pagina 200 Onderhoud Achterasbehuizing Olieopvangsysteem met een opvangcapaciteit van ca. 5 l on-  der de olieaftapschroef (1) plaatsen. Olieaftapschroef (1) losdraaien en olie aftappen.  Olieaftapschroef vastschroeven.  Olievulschroef (2) losschroeven.  Regelschroef (1) losschroeven.  Olie tot onderkant van tapgat van regelschroef vullen. ...
  • Pagina 201 Onderhoud Wielaandrijvingsbehuizing Machine op een effen ondergrond plaatsen, zodat de afsluitplug (3) van het overeenkomstige wiel in de on-  derste stand staat. Olieopvangsysteem met een opvangcapaciteit van ca. 5 l on-  der de sluitdop (3) plaatsen. Sluitdop losdraaien en olie aftappen. ...
  • Pagina 202: Hydraulische Olie - Vullen/Vervangen

    Onderhoud Hydraulische olie - Vullen/Vervangen Bij werkzaamheden aan het hydraulisch systeem moet op absolute reinheid worden gelet. Werkzaamheden alleen met koude hydraulische olie uitvoeren. STOP De hydraulische olie moet in combinatie met het vervangen van het aanzuigfilter worden ververst. De uitlaat van de hydraulische olie bevindt zich aan de onderkant van het hydraulische oliereservoir, aan de linkermachinezijde.
  • Pagina 203: Hydraulische Olie - Vullen

    Onderhoud Hydraulische olie - Vullen In de volgende procedure moet het voorframe volledig naar rechts worden gedraaid. Hiertoe is het noodzakelijk dat de stuurframevergrendeling op de knikbesturing is verwijderd. Geen hydraulische olie van verschillende fabrikanten en met verschillende specificaties door elkaar gebruiken.
  • Pagina 204 Onderhoud Voorframe van de machine volledig naar rechts draaien.  Hefmast volledig opheffen.  Schop volledig naar achteren brengen.  Levensgevaar door naar beneden vallende hefmast! STOP Hefmaststeunen monteren (blz. 26).  Olievulschroef plaatsen en vastdraaien.  Aanhaalmoment: 40-45 Nm ...
  • Pagina 205: Aanzuigfilter - Vervangen

    Onderhoud Aanzuigfilter - Vervangen Bij werkzaamheden aan het hydraulisch systeem moet op absolute reinheid worden gelet. Werkzaamheden alleen met koude hydraulische olie uitvoeren. STOP Het aanzuigfilter moet in combinatie met het verversen van de hydraulische olie worden vervangen. Hydraulische olie aftappen (blz. 200). ...
  • Pagina 206: Interieurfilter - Vervangen

    Onderhoud Interieurfilter - Vervangen Er bevinden zich 2 circulatieluchtfilters en 1 frisse luchtfilter in het verwarmings- en verluchtingssy- steem. Greepbouten (1) losschroeven en de afdekkingen (2) verwijde-  ren. De beide circulatieluchtfilters (3) en het frisse luchtfilter (4) uit  de luchtgeleidingsbehuizing trekken.
  • Pagina 207: Luchtfilter - Vervangen

    Onderhoud Luchtfilter - Vervangen Gevaar voor motorschade! Het binnenste filterelement (1) moet tijdens de reiniging van de luchtfilterbehuizing (6) ingebouwd blijven. Anders kunnen tijdens de reiniging vuildeeltjes in de luchtinlaatvleugel terechtkomen en de- len van de inspuitinstallatie en de motor beschadigen. Motorkap openen (blz.
  • Pagina 208: Voorcircuitfilter - Vervangen

    Onderhoud Voorcircuitfilter - Vervangen Bij werkzaamheden aan het hydraulisch systeem moet op absolute reinheid worden gelet. Motorkap openen (blz. 176).  Poetsdoeken onder werkplek onder voorcircuitfilter (1) leggen.  Filterbeker (4) uit de filterkop (1) draaien.  Filterelement (2) uit de filterkop verwijderen. ...
  • Pagina 209: Elke 1500 Bedrijfsuren

    Onderhoud Elke 1500 bedrijfsuren Olieafscheidingsfilter - Vervangen Filter enkel bij uitgeschakelde motor vervangen! STOP Motorkap openen (blz. 176).  Poetsdoeken onder werkplek onder olieafscheider (1) leggen.  Filterbodem (4) uit de filterkop (1) draaien.  Filterelement (2) uit de filterkop verwijderen. ...
  • Pagina 210: Elke 2 Jaar

    Onderhoud Elke 2 jaar Koelvloeistof - Vervangen Aftappen alleen met koude motor uitvoeren, er bestaat verbrandingsgevaar! STOP Vulhoeveelheid Beschermdak Cabine Koelsysteem 7,0 l 8,2 l Expansiereservoir 0,6 l 0,6 l Motorkap openen (blz. 176).  Radiatordop (1) openen, door deze linksom te draaien. ...
  • Pagina 211: Koudemiddelgehalte - Controleren

    Dit aircosysteem bevat gefluoreerde broeikasgassen (F-gassen) (blz. 125). Te weinig koudemiddel vermindert het vermogen van de installatie en leidt tot het automatisch uitschakelen van de airco. Indien bij de navolgende controle te weinig koudemiddel wordt vastgesteld; neem s.v.p. contact op met uw bevoegde KUBOTA-dealer. R5615-8144-5 01/2018...
  • Pagina 212 Door middel van het kijkglas (1) de koudemiddelhoeveelheid  volgens de navolgende tabel vaststellen. Bij te weinig koude- middel; neem s.v.p. contact op met uw bevoegde KUBOTA- dealer. Koudemiddelhoeveelheid in Kleine resp. geen luchtbellen in het koudemiddel...
  • Pagina 213: Schroefverbindingen - Controleren

    Onderhoud Schroefverbindingen - Controleren De navolgende opsomming bevat de aanhaalmomenten van de boutverbindingen. De verbindingen alleen met een momentsleutel natrekken. Evt. ontbrekende waarden kunnen bij het bedrijf KUBOTA worden aangevraagd. Aanhaalmomenten voor bouten Nm (  4 T (4.6) 7 T (8.8) 9 T (9.8-10.9)
  • Pagina 214: Aanhaalmomenten Voor Hydraulische Slangen

    Onderhoud Aanhaalmomenten voor hydraulische slangen Sleutelwijdte Aanhaalmoment in Nm Slangmaat Schroefdraad 15-20 DN 4-1/8" M12x1,5 15-20 DN 6-1/4" M14x1,5 30-35 DN 8-5/16" M16x1,5 40-45 DN 10-3/8" M18x1,5 50-55 DN 13-1/2" M22x1,5 50-55 DN 16-5/8" M26x1,5 130-140 DN 19-3/4" M36x2,0 Waardes gelden ook voor koppelstukken met voorgemonteerde moeren. Aanhaalmomenten voor hydraulische leidingen Sleutelwijdte Aanhaalmoment in Nm...
  • Pagina 215: Veiligheidstechnische Controle

    Veiligheidstechnische controle VEILIGHEIDSTECHNISCHE CONTROLE De basis voor de uitvoering van de veiligheidstechnische proeven is de geldige nationale arbeidsnormen, onge- vallenpreventienormen en technische specificaties van de gebruikende landen. De bediener (blz. 13) moet de veiligheidstechnische controle volgens de in het land omschreven tijdsbestek uit- voeren.
  • Pagina 216 Veiligheidstechnische controle R5615-8144-5 01/2018...
  • Pagina 217: Stillegging En Opslag

    Stillegging en opslag STILLEGGING EN OPSLAG Indien de machine om bedrijfsredenen tot zes maanden wordt stilgelegd, moeten de maatregelen vóór, gedurende en na de stillegging, zoals hierna beschreven, worden toegepast. Voor een stillegging langer dan zes maanden moeten de extra maatregelen met de fabrikant worden afgestemd. Veiligheidsbepalingen voor stillegging en opslag De algemene veiligheidsbepalingen (blz.
  • Pagina 218: Opnieuw In Bedrijf Stellen Na De Stillegging

    Stillegging en opslag Opnieuw in bedrijf stellen na de stillegging Machine evt. grondig schoonmaken (blz. 145).  Hydraulische olie op condenswater controleren, zo nodig verversen (blz. 200).  Smeervet aan de zuigerstangen van de hydraulische cilinders verwijderen.  Accu inbouwen (blz. 185). ...
  • Pagina 219: Toebehoren

    (blz. 15). KUBOTA hulpstukken De snelwisselaar is aan de hefmast bevestigd, en dient uitsluitend voor het opheffen van KUBOTA-hulpstukken. Schep De schep moet altijd breder zijn dan de totale breedte (buitenkant wielen) van de machine zodat het bulkgoed niet overreden wordt en de banden daardoor beschadigd raken.
  • Pagina 220: Kubota Zwaailamp

    De leidingbreukbeveiliging heeft drie leidingbreukkleppen. Machines met leidingbreukbeveiliging zijn uitgerust met respectievelijk een leidingbreukbeveiligingsklep aan de kantelcilinder, en twee aan beide hefcilinders. De leidingbreukbeveiliging kan reeds in de fabriek gemonteerd zijn of door een KUBOTA-dealer achteraf aange- bracht worden. De leidingbreukbeveiliging is vanaf de fabriek op de desbetreffende machine afgesteld.
  • Pagina 221 Toebehoren R5615-8144-5 01/2018...

Inhoudsopgave