Rijden
Op het gaspedaal drukken.
De machine rijdt in de voordien ingestelde rijrichting.
(A) Vooruit
(B) Achteruit
Met de rijstandschakelaars (1, 2) kan in de hulpmodus de maximale
snelheid in vijf niveaus worden ingesteld. De machine zal dan ook
niet sneller gaan rijden als het gaspedaal helemaal ingedrukt wordt.
Door op de linkse rijstandschakelaar (1) te drukken, wordt de
rijsnelheid telkens één niveau verlaagd.
Door op de rechtse rijstandschakelaar (2) te drukken, wordt de
rijsnelheid telkens één niveau verhoogd.
Als een snelheidsbegrenzing geselecteerd is, dan zal het overeen-
komstige symbool gaan branden in de snelheidsweergave:
Niveau
1
2
3
4
5
Door de overeenkomstige rijstandschakelaar ingedrukt te hou-
den, springt het snelheidsniveau onmiddellijk van 1 naar 5, en
omgekeerd.
Bij het in gebruik nemen is de maximale snelheid standaard op 20 km/h ingesteld..
De maximale snelheid kan afhankelijk van de bandendruk licht verschillen.
Gevaar voor ongevallen door verlies van bodemtractie!
STOP
Het is verboden aan een hoge snelheid rijden op een modderige of oneffen ondergrond.
100
Max. snelheid
4,6 km/h
7 km/h
10 km/h
14 km/h
20 km/h
Bedrijf
R5615-8144-5
01/2018