Pagina 1
WIELLADER UITVOERING R082 Geldig vanaf serienr. 20001 GEBRUIKSAANWIJZING R5625-8144-2 - Origineel - 01/2018...
Pagina 2
Het bedrijf KUBOTA Baumaschinen GmbH behoudt zich in het belang van de verdere technische ontwikkeling het recht voor, wijzigingen uit te voeren met behoud van de wezenlijke eigenschappen van de beschreven machine, zonder deze gebruiksaanwijzing gelijktijdig te corrigeren.
Register INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen ..........................7 Algemene symbolen ..........................8 ALGEMEEN ............................9 Voorwoord ............................... 9 EG-conformiteitsverklaring ........................9 Uitgavedatum van de gebruiksaanwijzing .................... 9 Bedienend personeel ..........................10 Bewaring van de gebruiksaanwijzing....................10 Onderdelen ............................11 VEILIGHEIDSBEPALINGEN ......................13 Fundamentele veiligheidsbepalingen ....................
Pagina 4
Register Bekerhouder ............................54 Verwarming (cabine-uitvoering) en airco (optioneel)................55 Verwarmings- en aircoregeling ......................55 Luchtcirculatie ..........................55 Keuzehendel Recirculatie/Frisse lucht..................... 56 Verwarmingsklep ..........................57 Overige uitrustingen op de machine ....................58 Buitenspiegel ............................58 Startaccu ............................58 Schakelaar accuscheiding........................58 Elektrische zekeringen ........................
Pagina 5
Register Parkeren van de motor........................84 Controle van display na starten en tijdens het gebruik ..............85 Kruip- en rempedaal gebruiken ......................87 Rijden met de machine ........................89 Rijrichting instellen........................... 89 Rijden .............................. 90 Rijden door bochten......................... 91 Rijden op hellingen .......................... 91 Parkeren en hellingen........................
Pagina 6
Register Diefstalbeveiliging ..........................136 Zwarte (persoonlijke) sleutel......................136 Rode sleutel (voor de registratie) ..................... 137 Aanwijzingen voor het sleutelsysteem....................137 Registreren van een zwarte sleutel voor de machine............... 138 STORINGZOEKEN........................141 Veiligheidsbepalingen voor het storingzoeken ................141 Storingstabel inbedrijfstelling......................141 Storingstabellen gebruik ........................142 Storingstabellen display ........................
Pagina 7
Veiligheidsbepalingen voor stillegging en opslag................195 Opslagomstandigheden ........................195 Maatregelen vóór de stillegging ......................195 Maatregelen gedurende de stillegging....................195 Opnieuw in bedrijf stellen na de stillegging ..................196 TOEBEHOREN ..........................197 KUBOTA-hulpstukken......................... 197 KUBOTA-zwaailamp..........................198 KUBOTA-leidingbreukbeveiliging...................... 198 Gebruiksaanwijzingen ......................... 198 R5625-8144-2 01/2018...
Register Lijst van afkortingen 1/min omwentelingen per minuut kilogram procent km/h kilometer per uur ° graden kilonewton °C graden Celsius kilovolt Ampère kilowatt American Petroleum Institute liter (Amerikaans instituut voor aardolie) l/min liter per minuut ASTM American Society for Testing and Materials geluidsdrukniveau bestuurdersplaats (Amerikaanse onderneming voor materiaalcontrole)
Algemeen ALGEMEEN Voorwoord Deze gebruiksaanwijzing geldt alleen voor de KUBOTA-wiellader R082, hierna ook de machine genoemd, die onder de navolgende EG-conformiteitsverklaring (blz. 9) valt. De in deze gebruiksaanwijzing aangegeven veiligheidsbepalingen alsmede de regels en wetten voor het gebruik van de machine gelden voor de in deze documentatie vermelde machines.
Algemeen Bedienend personeel De bevoegdheden van het personeel moeten door de exploitant duidelijk worden vastgelegd; voor het bedienen, onderhouden, herstellen en voor de veiligheidstechnische controle. Het te instrueren personeel mag alleen onder toezicht van een ervaren persoon aan of met de machine werken. Gebruiker Het zelfstandig bedienen van de machine is overeenkomstig de voorschriften van de ongevallenverzekering al- leen voor personen toegestaan, die ouder zijn dan 18 jaar, waaraan de bediening van de graafmachine is aange-...
Geef deze exacte gegevens bij een schriftelijke bestelling of houd ze binnen handbereik bij een telefonische be- stelling. Zo maakt u het voor ons en voor uzelf gemakkelijker en vermijdt u foute bestellingen of leveringen. Gelieve voor bestellingen contact op te nemen met uw KUBOTA-dealer. R5625-8144-2...
Veiligheidsbepalingen VEILIGHEIDSBEPALINGEN Fundamentele veiligheidsbepalingen Voor de bediening van de hiervoor genoemde machine geldt de EG-richtlijn arbeidsmiddelen (2009/104/EG) van 16.09.2009. Voor het onderhoud en herstel gelden de gegevens in deze gebruiksaanwijzing. Zo nodig moeten nationale voorschriften worden toegepast. Verplichtingen, aansprakelijkheid en waarborg Basisvoorwaarde voor het veilige gebruik en het storingsvrije bedrijf van de machine is de kennis van de veilig- heidsaanwijzingen en van de veiligheidsvoorschriften.
Veiligheidsbepalingen De exploitant moet op eigen verantwoording ervoor zorgen, dat de veiligheidsbepalingen (blz. 13) in acht worden genomen, dat een niet goedgekeurd gebruik (blz. 15) alsmede een ontoelaatbaar bedrijf uitgesloten zijn en dat bovendien een goedgekeurd gebruik (blz. 15) gewaarborgd is en de machine overeenkomstig de contrac- ...
Veiligheidsbepalingen Bedoeld gebruik De in deze gebruiksaanwijzing vermelde machine mag worden gebruikt voor het opnemen, heffen, opnemen, transporteren van aarde, stenen en andere materialen met een hulpstuk, bijv. een schep. Overige hulpstukken, zoals palletkabels, opvouwbare scheppen (4 in 1 schep) etc. kunnen worden gebruikt. Tot het goedgekeurde gebruik behoort tevens: het opvolgen van alle aanwijzingen van deze gebruiksaanwijzing, ...
Afvalproducten moeten volgens de geldige milieubeschermings- en veiligheidsbepalingen worden afgevoerd. Indien er vragen over vakkundige afvoering of over opslag van afvalproducten en gevaarlijke afvalstoffen zijn, neem dan s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer of uw plaatselijk afvoerbedrijf. R5625-8144-2 01/2018...
Veiligheidsbepalingen Geluidsemissies en trillingen De in deze gebruiksaanwijzing aangegeven waarden werden in een testcyclus van een identieke machine bere- kend en gelden voor standaarduitvoeringen van de machine. De berekende waarden zijn onder Technische ge- gevens vermeld (blz. 39). Geluidsemissies De geluidswaarden werden bepaald conform de procedure voor het bepalen van het gegarandeerde geluidsdruk- niveau ISO 4871 gebaseerd op richtlijn 2000/14/EG, bijlage VI.
Veiligheidsbepalingen Veiligheidsvoorschriften aan de machine Alle veiligheidsvoorschriften (sticker), die op de graafmachine zijn aangebracht, moeten goed leesbaar blijven, en evt. vernieuwd worden. Op de volgende afbeelding wordt getoond waar de veiligheidsbepalingen moeten worden aangebracht. Artikelnummer: R5611-5726-0 Gevaar voor snijwonden door draaiende componenten! De draaiende ventilator kan snijwonden in vingers veroorzaken of deze zelfs afsnijden.
Pagina 21
Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: RG158-5789-0 Gevaar voor snijwonden door draaiende componenten! De draaiende ventilator kan snijwonden in vingers veroorzaken of deze zelfs afsnijden. Inklemmingsgevaar door draaiende componenten! De draaiende riemaandrijving kan lichaamsdelen naar binnen trekken en inklemmen. Niet in draaiende componenten grijpen. ...
Pagina 22
Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: R2491-5796-0 Bevestigingspunt voor hefgereedschap. Artikelnummer: RG138-5733-0 Bevestigingspunt voor voertuigbeveiliging. Alleen voor het bevestigen van de machine op een transportvoer- tuig gebruiken. Artikelnummer: RG109-5796-0 Geen bevestigingspunt voor hijswerktuig. Bescherm- Cabine R5625-8144-2 01/2018...
Pagina 23
Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: RG158-5732-0 Gevaar voor verbrandingen door hete componenten! Oppervlakken kunnen heet zijn en verbrandingen veroorzaken. Openingen, bijv ontluchting, en hete componenten niet met de han- den afdekken. Artikelnummer: RG538-5754-0 Vluchtroute! Artikelnummer: R5615-5727-0 Verwondingsgevaar! Altijd de veiligheidsgordel aanbrengen. Cabine Beschermdak R5625-8144-2...
Pagina 24
Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: R5615-5723-0 Levensgevaar door naar beneden vallende hefmast! Het plots naar beneden vallen van de opgetilde hefmast kan tot zware ongevallen met dodelijke gevolgen leiden. hefmast ondersteunen onderhoudswerkzaamheden (blz. 26). Artikelnummer: R5615-5722-0 Levensgevaar door inklemmen! Een kleine veiligheidsafstand ten opzichte van de machine en de ob- stakels kan de vluchtweg uit de gevarenzone blokkeren.
Pagina 25
Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: R5611-5789-0 Ongevallenrisico door verkeerde bediening! Een ondeskundige bediening kan leiden tot schade aan de machine en zware ongelukken met hoge kans op verwondingen en de dood als ge- volg. Vóór ingebruikname de gebruiksaanwijzing lezen. Artikelnummer: R5611-5732-0 Enkel olie uit de hulpstoffentabel gebruiken (blz. 156). Artikelnummer: RG158-5734-0 Verwondingsgevaar bij het op- en afstappen! Bij het op- en afstappen zonder veilig houvast kan men uitglijden en...
Pagina 26
Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: R5615-5784-0 Verwondingsgevaar door inklemmen! Aanraking van het hulpstuk tijdens de werking kan tot ernstige kneu- zingen of tot afgescheurde vingers leiden. Blijf tijdens de werking steeds op enige afstand van het hulpstuk en raak het niet aan. Artikelnummer: R5611-5754-0 (optioneel) Opgelet, beschadiging van onderdelen mogelijk! Het oppervlak van de onderdelen kan slechts geringe lasten dragen.
Pagina 27
Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: R5611-5758-0 Maximum draagvermogen met palletkabel R082 met cabine Artikelnummer: R5611-5759-0 Maximum draagvermogen met palletkabel R082 met beschermdak Artikelnummer: R5611-5731-0 Bandendruk Beschermdak Cabine R5625-8144-2 01/2018...
Veiligheidsbepalingen Veiligheidsvoorzieningen Elke keer dat de machine in bedrijf wordt gesteld, moeten alle veiligheidsvoorzieningen op vakkundige wijze zijn aangebracht en werken. Manipulatie van de veiligheidsvoorzieningen, bijv. het overbruggen van eindschakelaars, is verboden. Beveiligingsvoorzieningen mogen alleen worden verwijderd na Het stoppen en uitschakelen van de machine, ...
Veiligheidsbepalingen Stuurframevergrendeling Gevaar door het scheuren van de knikbesturing! Voor het onderhoud of het transport altijd de stuurframevergrendeling monteren, om de knikbestu- STOP ring te blokkeren. Door de stuurframevergrendeling te monteren aan het linkerframe wordt de knikbesturing geblokkeerd. Knikbesturing met stuurframevergrendeling vergrendelen: Voor- en achterruiten op één lijn brengen.
De veiligheidsgordel moet bij gebruik van de machine zijn omgedaan. Geen constructieve wijzigingen aanbrengen aan de beschermende structuur. Bij beschadigingen wendt u zich tot uw KUBOTA-dealer. (Niet repareren!) De machine nooit zonder beschermende structuur in bedrijf stellen. ...
Veiligheidsbepalingen Noodhamer Bij een eventueel ongeluk met de machine, waarbij de cabinedeur respectievelijk de voor- of zijruit niet kan worden geopend, kan de gebruiker de ruiten met de noodhamer (1) inslaan. Bij het inslaan van de ruit in elk geval de ogen sluiten STOP en met een arm beschermen.
Veiligheidsbepalingen Brandbeveiliging Onderdelen en hulpstukken van de machine, met name de motor en het uitlaatsysteem, bereiken al hoge temperaturen onder normale bedrijfsomstandigheden. Beschadigde of niet onderhouden elek- STOP trische installaties kunnen de oorzaak zijn van vonkoverslag of lichtbogen zijn. De volgende brand- veiligheidsrichtlijnen helpen u, uw uitrusting in stand en efficiënt te houden en het brandrisico te mi- nimaliseren.
Bergen, laden en transport BERGEN, LADEN EN TRANSPORT Veiligheidsbepalingen bij het bergen Om de machine op te bergen moet hefgereedschap van minstens dezelfde gewichtsklasse als die van de ma- chine worden gebruikt. Voor het bergen moet een sleepstang worden gebruikt. Bij het gebruik van een sleepkabel moet een rem- ...
Bergen, laden en transport Veiligheidsbepalingen bij het transport De gebruikte laadperrons moeten een voldoende draagvermogen hebben, om het gewicht van de machine te kunnen opnemen. Zij moeten veilig op het transportvoertuig worden geplaatst en bevestigd. Het laadvlak aan de achterzijde van het transportvoertuig met voldoende grote steunen ondersteunen. ...
Voor het slepen moet de parkeerrem daarom handmatig gelost wor- den. Als de machine blijft stilstaan en versleept moet worden, verwittig dan de dichtstbijzijnde KUBOTA-dealer. Voer enkel in geval van nood de volgende werkzaamheden uit.
Bergen, laden en transport Machine verplaatsen met een kraan Onderdeel Veiligheidsbepalingen (blz. 13) en para- graaf Veiligheidsbepalingen bij het laden/lossen van STOP de machine met een kraan (blz. 31) in acht nemen. Voor het laden Voorste en achterste frame op een egale ondergrond op één ...
Bergen, laden en transport Transport met dieplader Hoofdstuk veiligheidsbepalingen (blz. 13) en para- graaf Veiligheidsbepalingen bij het transport (blz. 32) STOP in acht nemen. Oprijbanen in een hoek van 10° tot 15° op het transportvoertuig plaatsen. Daarbij de breedte van het loopvlak en de spoor- breedte in acht nemen.
Pagina 38
Bergen, laden en transport Voor de veiligheid van het voertuig moeten de in de afbeelding weergegeven bevestigingspunten (1) worden gebruikt. Voorwielen en achterwielen met keggen (1) beveiligen. Machine met geschikte spanriemen en kettingen op het trans- portvoertuig aan de aanslagpunten vastmaken (2). Alle deuren en de afdekkingen aan de machine sluiten en ver- ...
Beschrijving van machine BESCHRIJVING VAN MACHINE Afmetingen De afmetingen van het model R082 staan in de volgende afbeeldingen en tabellen. R5625-8144-2 01/2018...
Pagina 40
Beschrijving van machine Opvouwbare schep Met schep Universele schep (4 in 1 schep) Totale lengte 5395 5455 Wielstand 2000 Spoorbreedte 1400 Totale hoogte 2480/2460 (Cabine/Bestuurdersbeveiligingsdak) Bodemspeling Dumping (zonder tanden) 2530 2490 Reikwijdte (zonder tanden) Hoogte scharnierpen 3230 Hefhoogte 4140 4105 Graafdiepte Totale breedte (Buitenkant wiel)
Beschrijving van machine Technische gegevens Navolgend zijn de technische gegevens voor deze uitvoeringen beschreven. KUBOTA-wiellader Uitvoering R082 Bescherm- Type Cabine Machinegewicht* 4500 4725 Werkgewicht** 4575 4800 Watergekoelde 4- Type cilinder-dieselmotor Uitvoering V2607-DI-E3-WL Cilinderinhoud cm³ 2615 Motor Motorvermogen (ISO 9249) kW (PS)
Beschrijving van machine Identificatie van machine De typeplaat van de machine bevindt zich rechts aan de voorruit. De ingegraveerde gegevens moeten door de bediener in het veld aan de achterzijde van de titelbladzijde worden genoteerd. Toegelaten totaal gewicht Toegestane voorasbelasting Toegestane achterasbelasting Serienummer CE-markering...
Beschrijving van machine Basisuitrusting De basisuitrusting van de uitvoeringen omvat de navolgende onderdelen: – Gebruiksaanwijzing – Onderdelenboek – Garantieverklaring – Vetspuit – Werktuigset in tas Onderdelenboek en garantieverklaring kunnen samen met de bedieningshandleiding bewaard worden (blz. 10). De vetpers moet rechts in de hefmast, onder de hefmaststeun, aan de houder (1) worden bevestigd.
Pagina 44
Beschrijving van machine R5625-8144-2 01/2018...
Opbouw en werking Bestuurdersplaats De bestuurdersplaats glijdt in principe naar het volgende bereik: Instrumentenpaneel Rechterbedieningsconsole Dashboard en stuurkolom Bestuurdersstoel Bedieningshendelconsole Pedalen R5625-8144-2 01/2018...
Opbouw en werking Beschrijving van instrumentenpaneel Controlelamp voorgloeien De controlelamp voorgloeien brandt bij het schakelen van de startschakelaar in stand RUN. Wanneer de con- trolelamp uitgaat, kan de motor worden gestart. Controlelamp lading De controlelamp lading brandt, wanneer er niet genoeg spanning op het laadstroomcircuit staat. Controlelamp motordruk De controlelamp motoroliedruk brandt, wanneer de oliedruk onder de gewenste waarde ligt.
Pagina 49
Opbouw en werking 17. Controlelamp dimlicht De controlelamp gaat branden, als het dimlicht is ingeschakeld. 18. Controlelamp begrenzingslichten De controlelamp gaat branden wanneer de schijnwerper is ingeschakeld. 19. Controlelamp sleutel insteken De controlelamp sleutel insteken brandt, wanneer de sleutel moet worden ingestoken. 20.
Opbouw en werking Dashboard en stuurkolom Op het dashboard en de stuurkolom bevinden zich de bedieningselementen van de voertuigbesturing. Luchtmonden (Cabineversie) Schijnwerperschakelaar Claxondrukknop 10. Schakelaar extra circuit Waarschuwingsknipperlichtschakelaar 11. Displaykeuzeschakelaar Parkeerremschakelaar 12. Menutoets Blokkeringsschakelaar werkhydrauliek 13. Stuurkolomvergrendeling Vrijgavetoets hulpstukontgrendeling 14. Stuurframe Continudrukschakelaar 15.
Pagina 51
Opbouw en werking Continudrukschakelaar Als de extra-circuithydrauliek is ingeschakeld, dan kan met de continudrukschakelaar de maximale door- stroomhoeveelheid aan de extra-circuitaansluiting in- en uitgeschakeld worden. Schakelaar lossende stand Door op de schakelaar te drukken, wordt de druk uit de hefmastcilinder gelaten. Deze functie wordt gebruikt voor hulpstukken, die in de rijmodus de oppervlakteomtrek moeten volgen (bijv.
Opbouw en werking Bedieningshendelconsole Op de bedieningshendelconsole bevinden zich functie- en bestu- ringselementen van de werkhydrauliek en de motor: Transmissiestandschakelaar (verlagen) Transmissiestandschakelaar (verhogen) Bedieningshendel Regelaar extra circuit Motortoerentalregelaar Schakelaar neutraal Polssteun Richtingschakelaar Differentieelblokkeringstoets Beschrijving van functie- en besturingselementen aan bedieningshendelconsole Transmissiestandschakelaar (verlagen) Door op de rijstandschakelaar te drukken, wordt de rijsnelheid op 4,6 km/h begrensd.
Opbouw en werking Rechterbedieningsconsole Aan de rechterkant van de bedieningsconsole bevinden zich de vol- gende elementen van de elektrische uitrusting: 12-V-contactdoos Schakelaar werklamp (cabine-uitvoering) Wis-wasschakelaar achterruit (cabine-uitvoering) Schakelaar toebehoren (zwaailicht) Handmatige motorstop Verwarmings- en aircoregeling (cabine-uitvoering) Startschakelaar Beschrijving van onderdelen aan rechterkant bedieningsconsole 12-V-contactdoos Het 12 V-stopcontact dient om een externe elektrische verbruiker aan te sluiten.
Opbouw en werking Bestuurdersstoel De bestuurdersplaats kan zo ingesteld worden, dat er kan worden gewerkt zonder moe te worden en dat alle bedieningselementen goed te bereiken zijn. Armleuningversteller Rugleuningvergrendeling Veiligheidsslot Gewichtsinstellingshendel Lengteverstellingshendel Veiligheidsgordel Beschrijving van bestuurdersplaats Armleuningversteller Met de armleuningversteller kan de stand van de armleuning worden ingesteld. Rugleuningvergrendeling Door de rugleuningvergrendeling los te maken, kan de stand van de rugleuning gewijzigd worden.
Opbouw en werking Pedalen De pedalen om te accelereren en te versnellen bevinden zich in de voetenruimte: Gaspedaal Kruip- en rempedaal Beschrijving van de pedalen Gaspedaal Het gaspedaal bestuurt het motortoerental via de inspuitpomp. Hoe harder het gaspedaal wordt ingedrukt, hoe hoger het motortoerental.
Opbouw en werking Overige uitrustingen op de bestuurdersplaats Navolgend worden de overige uitrustingen op de bestuurdersplaats beschreven. Interieurverlichting (Cabineversie) Aan de bestuurderscabineklep bevindt zich een interieurlicht (1), dat door het drukken op het binnenlicht kan worden in- of uitgescha- keld. Zonnescherm (Cabineversie) Aan het bestuurderscabinedak bevindt zich een zonnescherm (1), dat naar beneden geklapt kan worden om de ogen voor het zonlicht...
Opbouw en werking Verwarming (cabine-uitvoering) en airco (optioneel) Verwarmings- en aircoregeling De regeling voor de verwarming en de airco (optioneel) is in de rechtse bedieningsconsole ondergebracht en bevat de volgende onderdelen: Schakelaar airconditioning Controlelampje Thermostaat Ventilatorschakelaar Schakelaar airconditioning Met de aircoschakelaar kunt u de airconditioning aan en uitzet- ten.
Opbouw en werking Voetenruimte Achterruit (voor ontvochtigen/ontdooien van achterruit) Interieur / bestuurdersplaats vooraan De gewenste stromingsrichting (A) kan op de luchtmonden worden ingesteld. De ronde luchtmonden voor de voetenruimte en voor het interieur kunnen los van elkaar worden ingesteld: A. Open B.
Opbouw en werking Verwarmingsklep De verwarmingsklep (1) bevindt zich in de voetenruimte onderaan de voetenmat, en regelt de voorziening van de verwarmingswarm- tewisselaar meet heet water uit het koudecircuit. R5625-8144-2 01/2018...
Opbouw en werking Overige uitrustingen op de machine Navolgend worden de overige uitrustingen op de machine beschreven. Buitenspiegel De buitenspiegels (1) maken het zicht naar achteren mogelijk. De buitenspiegels kunnen voor een optimaal zicht in de gewenste zo- nes worden afgesteld. Startaccu De startaccu (1) bevindt zich in het opslagvak aan de linkermachi- nezijde onder de zijafdekking (2).
Opbouw en werking Elektrische zekeringen De elektrische zekeringen van de machine bevinden zich aan de rechterkant van de bestuurdersplaats, onder de zijafdekking. Zekeringenkast A Zekeringenkast B Zekeringenkast C Elektrische hoofdzekeringen De elektrische hoofdzekeringen (1) van de machine bevinden zich aan de linkermachinezijde, onder de motorruimteafdekking. Tankvulopening en peilcontrole De vulhals (1) bevindt zich in het opslagvak aan de rechtermachi- nezijde onder de tankdop (3).
Opbouw en werking Reservoir voor hydraulische olie Het hydraulische oliereservoir bevindt zich in de linkermachinezijde, boven de achteras. In het hydraulische olie- reservoir bevinden zich het aanzuigfilter en het retourfilter. Reservoir voor hydraulische olie Olievulopening voor hydraulische olie Revisieopening boven Retourfilter Revisieopening beneden Aanzuigfilter...
Opbouw en werking Motorruimte De motorruimte bevindt zich achteraan de achterframe, onder de motorruimteafdekking. Motor Waterafscheider Koelvloeistofexpansiereservoir Uitlaatdemper Aandrijfriemen Brandstoffilter Dynamo Steun ruitenwisinstallatie Oliepeilstok Uitlaatpijp Olievulopening Luchtfilter R5625-8144-2 01/2018...
Pagina 64
Opbouw en werking R5625-8144-2 01/2018...
Bedrijf BEDRIJF Veiligheidsbepalingen voor het gebruik De veiligheidsbepalingen (blz. 13) moeten in acht genomen worden. De machine mag enkel zoals bepaald in hoofdstuk Bedoeld gebruik (blz. 15) bediend worden. Het bedienen van de machine is enkel toegestaan voor opgeleid personeel (blz. 10). ...
Pagina 66
Bedrijf Houd hulpstukken, vooral op hellingen, altijd zo laag mogelijk vast, zodat de machine niet kan kantelen. Rijd niet op wegen met een hellingsgraad > 30°; de machine kan zijdelings wegschuiven. Bij een natte of oneffen ondergrond geen hellingen > 15° oprijden. Bergafwaarts rijden kan gevaarlijk zijn.
Bedrijf Veiligheid voor kinderen Kinderen voelen zich in de regel aangetrokken tot machines en de werking daarvan. Als er zich kin- deren in de buurt van de machine bevinden, en die zich niet op een voldoende afstand en in het zicht STOP van de bediener bevinden, dan kan dit tot zware ongevallen en zelfs tot de dood van het kind leiden.
Bedrijf Gedrag bij werkzaamheden in de buurt van elektrische bovenleidingen Gedurende werkzaamheden met de machine in de buurt van elektrische bovenleidingen en rijdraden (bijv. tram- draden) moet tussen de graafmachine met zijn aanbouwdelen en de leiding een minimale afstand volgens de na- volgende tabel worden aangehouden.
Alle bedieningsfuncties uitvoeren, zie hoofdstuk Bediening van graafmachine (blz. 82) en daaropvolgende hoofdstukken. Informeer in geval van defecten a.u.b. onmiddellijk uw bevoegde KUBOTA-dealer. Instappen Verwondingsgevaar bij het op- en afstappen! Bij het op- en afstappen zonder veilig houvast kan men uitglijden en vallen.
Bedrijf Selecteren van displayweergaven Wanneer de startschakelaar in stand RUN staat, kunnen op het dis- play (2) de tijd (3), motortoerental (4) en de bedrijfsuren (5) worden weergegeven. Om de displayweergave te selecteren de displaykeuzeschakelaar (1) zo vaak drukken, totdat de gewenste weergave op het display verschijnt.
Bedrijf Machine inrijden Gedurende de eerste 50 bedrijfsuren moet in elk geval op de navolgende punten worden gelet: Machine bij een middelmatig motortoerental en een lage belasting warmrijden, en niet aan stationair toerental warm laten lopen. Machine niet meer dan nodig belasten. ...
Bedrijf Stofventiel - Reinigen Stofventiel (1) aan luchtfilterdeksel leegmaken door het meer- maals samen te drukken. Bij sterke verontreiniging het luchtfilter uitbouwen en reinigen (blz. 170). Stofweergave - Controleren Aan de luchtfilterbehuizing bevindt zich een stofweergave (2). Als het luchtfilter sterk verontreinigd is, verschijnt een rode signaalring (3) op het scherm.
Bedrijf Koelvloeistofpeil - Controleren Koelvloeistofpeil in expansievat (1) controleren, het koelvloei- stofpeil moet zich tussen FULL (A) en LOW (B) bevinden. Niet de sluiting van de radiateur openen. STOP Indien het koelvloeistof peil zich onder LOW bevindt; koelvloeistof bijvullen (blz. 129). Indien het koelvloeistofpeil zich na het bijvullen in kor- te tijd weer onder LOW bevindt, is het koelsysteem lek.
Bedrijf Aandrijfriemen - Controleren De motor moet uitgeschakeld zijn, en de sleutel moet worden uitgetrokken! Niet in roterende of bewegende STOP delen grijpen. Een losse V-snaar kan op de riemschijf glijden. De ge- nerator wordt dan niet correct aangedreven, en de accu wordt niet voldoende geladen.
Bedrijf Waterafscheider - Controleren IN de waterafscheider (1) bevindt zich een rode kunststof ring (5), die op het wateroppervlak ronddobbert. Indien de ring is meegezwommen; waterafscheider schoonma- ken (blz. 167). Remvloeistofpeil - Controleren Remvloeistofpeil in remvloeistofreservoir (1) controleren. Het vloeistofpeil moet zich tussen de bovenste en onderste marke- ring bevinden.
Bedrijf Brandstofniveau - Controleren De brandstofweergave (1) toont de relatieve brand- stofhoeveelheid in de brandstoftank. Hoe dieper de naald van de indicatie staat, des te minder brandstof bevindt zich in de brandstoftank. Brandstofmeter Controlelamp brandstofpeil Waarschuwingslamp A Brandstoftank vol B ...
Bedrijf Parkeerrem - Controleren Er kan pas gecontroleerd worden of hij werkt terwijl de machine in gebruik is. Machine op een helling met ca. 15 % uit zetten. Parkeerremschakelaar (1) in stand AAN zetten. Als de machine voortbeweegt, druk dan op het rempedaal en ...
Bedrijf Richten van de werkplaatsen Openen en sluiten van de cabinedeur (cabineversie) Cabinedeur van buitenuit openen Cabinedeur met deurslot (2) ontgrendelen. Cabinedeur openen door te trekken aan de deurgreep (3) ope- nen en in het slot (1) van de cabinewand vergrendelen. Sluiten van de cabinedeur Ontgrendelingshendel (1) eruit trekken en cabinedeur in het ...
Bedrijf Openen en sluiten van de zijruit (cabineversie) Openen van zijruit De zijruit kan fel geopend worden om een spleet te verluchten, of hij kan volledig geopend en ver- grendeld worden. Greep (1) naar boven trekken en zijruit ontgrendelen. Om de zijruit voor de breedte van één spleet te openen, deze ...
Bedrijf Afstellen van de bestuurdersstoel De bestuurdersstoel moet zodanig worden afgesteld, dat een moeiteloos en aangenaam werken kan plaatsvinden. Alle bedieningselementen moeten veilig kunnen worden gebruikt. Lengteverstelling van de zitting (stoelafstand) De lengteverstellingshendel (5) omhoog trekken en door voor- waarts en terugschuiven van de zitting een passende zitpositie afstellen;...
Bedrijf Afstelling van de zithoogte (lengte onderbeen van gebruiker) De zithoogte kan in meerdere standen worden ingesteld. Voor het afstellen van de zithoogte, de stoel langzaam heffen, totdat deze automatisch in de volgende vergrendelpositie vastklikt. Door de stoel over de hoogste vergren- delingsstand heen te heffen, wordt deze weer automatisch in de onderste vergrendelingsstand neergelaten.
Bedrijf Veiligheidsgordel Veiligheidsgordel (6) uit het oprolmechanisme trekken en aan het bekken (3) vastklikken. Waarborgen, dat de veiligheidsgordel strak aanligt. Het is verboden de machine te gebruiken zonder be- STOP vestigde veiligheidsgordel. Om los te maken, op de rode knop aan de veiligheidsgordel ...
Bedrijf Machine gebruiken Voor een veilig gebruik van de machine moeten de volgende onderdelen in acht genomen worden. Veiligheidsaanwijzingen voor het starten van de motor De machine is voorzien van een diefstalbeveiliging (blz. 136). Als de machine de eerste maal op een werkdag gestart wordt, de werkzaamheden voor de dagelijkse inbedrijfstelling (blz.
Als de stuur- STOP speling of de pedaalspeling opvallend groot is, zet de machine dan veilig uit en neem contact op met uw KUBOTA-dealer. Controleren of de controlelampen Lading en Motoroliedruk uit zijn. Zolang de motor de bedrijfstemperatuur niet bereikt heeft, mag hij niet tegen hoge toerentallen of onder volledige belasting draaien.
Bedrijf Met de displaykeuzeschakelaar (1) kan tussen de indicatie tijd, motortoerental en bedrijfsuren op het display (2) gewisseld worden. De tijd (3) geeft de actuele dagtijd in uren en minuten weer. De toerenteller (4) geeft het actuele motortoerental aan. De bedrijfsurenweergave (5) toont de bedrijfsuren van de machine tot op dat moment, onafhankelijk van het motortoerental.
Bedrijf Controle van display na starten en tijdens het gebruik Na het starten en gedurende het bedrijf moet de gebruiker de controlelampen en de indicaties in het display con- troleren. De waarschuwingslamp (1) knippert rood bij het optre- den van een systeemfout of een technische storing, de motor moet onmiddellijk worden uitgezet.
Pagina 88
Bedrijf Bij zware belasting van de machine kan de koelvloeistoftempera- tuur iets hoger dan normaal stijgen. De controlelamp koelvloeistof- temperatuur (1) brandt. De Motorwaarschuwingslamp (2) knippert in het rood, en op het scherm verschijnt de melding zoals weerge- geven in de afbeelding rechts. De melding verdwijnt na korte tijd, de controlelamp "Koelvloeistof- (knippert) temperatuur"...
Bedrijf Kruip- en rempedaal gebruiken Machine afremmen Kruip- en rempedaal (1) licht indrukken. De oliestroom naar de hydrostatische aandrijving wordt verminderd. De machine rijdt zonder aandrijfvermogen, en rolt uit tot hij blijft stil- staan. Kruip- en rempedaal (1) volledig indrukken. ...
Pagina 90
Bedrijf Graven met de schep Als de hefmast niet kan worden opgeheven tijdens de schepmodus, dan kan de oliestroom van de aandrijving op de werkhydrauliek on- dersteunend. Daarmee kan de werkhydrauliek het maximale ver- mogen bereiken. Kruip- en rempedaal (1) licht indrukken tijdens de schepmo- ...
Bedrijf Rijden met de machine Gevaar voor ongevallen door klapband! Als een band barst, dan kan de machine wegrollen of kantelen. Door fel te remmen of heftig te sturen STOP kan je de controle over de machine verliezen. - De machine voorzichtig afremmen en sturen. Algemene veiligheidsbepalingen (blz.
Bedrijf Rijden Op het gaspedaal drukken. De machine rijdt in de voordien ingestelde rijrichting. (A) Vooruit (B) Achteruit De rijsnelheid kan op twee snelheden (langzaam en snel) begrensd worden. De machine zal dan ook niet sneller gaan rijden als het gaspedaal helemaal ingedrukt wordt.
Bedrijf Rijden door bochten Gevaar voor ongevallen door kantelen van machine! Geen scherpe bochten aan hoge snelheid nemen, de machine kan in het ergste geval kantelen. STOP - De snelheid verlagen voor het nemen van bochten. - Hulpstuk tot ca. 400 mm boven de bodem houden. Gevaar voor ongevallen na bochten! Het stuur van de machine keert na het nemen van de bocht niet automatisch terug naar de positie STOP...
Bedrijf Parkeren en hellingen Levensgevaar door wegrollende machine! Op hellingen bestaat het gevaar overreden te worden STOP door de wegrollende machine. - De machine met keggen (1) tegen wegrollen be- veiligen. Om de machine veilig te parkeren op hellingen: Voet van gaspedaal halen. ...
Bedrijf Hefmast opheffen totdat de beide markeringen (1) branden. Schep volledig naar achteren kantelen. Bedieningshendel en extra-circuithendel vergrendelen.. Werkhydrauliek blokkeren. Daarvoor op de blokkeringsschake- laar (1) drukken. De controlelamp werkhydrauliek (geblokkeerd) brandt. Extra circuit inschakelen, daarvoor op de extra-circuitschake- ...
Bedrijf Operationele functies van de machine (werking van bedieningselementen) Verplicht de volgende veiligheidsinstructies in acht te nemen bij het werken met de machine. STOP Het is verboden betonblokken of keien te breken met het hulpstuk. Het hulpstuk niet laten neervallen. ...
Bedrijf Overzicht van de functie van de bedieningshendels Op de afbeelding worden in combinatie met de volgende tabel de functies van de bedieningshendel weergegeven. Actie Pos. Functie Hefmast laten zakken Hendel naar voren Lossende stand Hendel naar rechts Schep naar voren bewegen Hendel naar achteren Hefmast opheffen Hendel naar links...
Pagina 98
Bedrijf Hefmast laten zakken Bedieningshendel (1) naar voren drukken (A). De hefmast beweegt zoals weergegeven in de afbeelding. Hefmast lossende stand De lossende stand wordt gebruikt voor het hulpstukken, die in de rijmodus de oppervlakteomtrek moeten volgen (bijv. bij het gebruik van een veger of het gelijkmaken met de schep tijdens het achteruitrijden). Bedieningshendel (1) via stand (A) volledig naar voren duwen ...
Bedrijf Bediening van schep Schep terugtrekken Bedieningshendel (1) naar links drukken (A). De schep beweegt zoals weergegeven in de afbeelding. Schep naar voren bewegen Bedieningshendel (1) naar rechts drukken (A). De schep beweegt zoals weergegeven in de afbeelding. R5625-8144-2 01/2018...
Bediening van het extra circuit Het extra circuit dient voor de bediening van hulpstukken, bijv. een opvouwbare schep (4 in 1 schep). Er mag alleen door KUBOTA goedgekeurde aanbouwapparatuur worden gebruikt. Het aanbouwap- STOP paratuur moet volgens de eigen gebruiksaanwijzing worden gemonteerd en gebruikt.
Pagina 101
Bedrijf Regelaar extra circuit (1) naar voren schuiven (A). De oliestroom gebeurt bij de linkse aansluiting voor het extra circuit (A). Regelaar extra circuit (1) naar achteren schuiven (B). De oliestroom gebeurt bij de rechtse aansluiting voor het extra cir- cuit (B.
Bedrijf Gebruiksmodus kiezen Controlelamp extra circuit Displaykeuzeschakelaar Extra-circuitschakelaar Modus 1 Modus 0 Modus 2 Controlelamp brandt Controlelamp uit Controlelamp knip- pert Extra circuit inactief Max. doorstroomhoeveelheid Debietbegrenzing Als op de weergavetoets wordt gedrukt terwijl het extra circuit is ingeschakeld en een gebruiksmodus geselec- teerd is, dan wordt het ingestelde debiet op de rechtse aansluiting van het extra circuit, en daarna aan de linkse zijde van het extra circuit enkele seconden in het display weergegeven.
Bedrijf Debietinstelling Aangenomen dat hetzelfde hulpstuk aan een andere machine gemonteerd wordt. Ook als dezelfde debietinstel- lingen zoals bij de eerste machine zijn uitgevoerd, kan de werksnelheid afwijken. De debietinstellingen moeten aan elke machine afzonderlijk worden ingesteld. Bij het wisselen op een ander hulpstuk moeten de optimale door- stroomhoeveelheden voor het nieuwe hulpstuk opnieuw worden bepaald en ingesteld.
Pagina 104
Bedrijf Wanneer de geselecteerde doorstroomhoeveelheid in het display wordt weergegeven, kan met de displaykeuzeschakelaar (2) en de menu-toets (1) de doorstroomhoeveelheid verhoogd of verlaagd worden. Menu-toets (1) indrukken; de doorstroomhoeveelheid wordt verlaagd. Displaykeuzeschakelaar (2) indrukken; de doorstroomhoeveel- heid wordt verhoogd. De doorstroomhoeveelheid kan 19 niveaus verhoogd resp.
Pagina 105
Bedrijf Als in de gebruiksmodus de waarde voor de debietin- stelling aan beide aansluitingen van het extra circuit op nul is ingesteld, dan wordt deze gebruiksmodus bij het bedienen van de extra-circuitschakelaar (1) niet weergegeven. Tijdens het gebruik van de machine zijn enkel de gebruikstypes beschikbaar waarvoor een debiet groter dan nul is ingesteld.
Pagina 106
Bedrijf Instellen van maximaal debiet Instellen van maximaal debiet Extra circuit activeren (brandt) Extra-circuit-aansluiting (rechts en links) Instelling van de doorstroomhoeveelheid (0 tot 19) (brandt) (knippert) (knippert) (knippert) (A) Op weergavetoets drukken en deze ingedrukt houden. (knippert) (B) Menu-toets indrukken en ingedrukt houden. R5625-8144-2 01/2018...
Bedrijf Druk uit hydraulisch systeem laten De druk van de werkhydrauliek moet apart van de druk van het extra circuit worden weggedaan. Werkhydrauliek Hefmast en hulpstuk volledig laten zakken. De werkhydrauliek met de blokkeringsschakelaar werkhydrau- liek (1) uitschakelen. De controlelamp werkhydrauliek (geblokkeerd) brandt.
Pagina 108
Bedrijf Extra circuit inschakelen, daarvoor op de extra-circuitschake- laar (1) drukken. De controlelamp extra circuit brandt. Displaykeuzeschakelaar (1) indrukken. Het ingestelde debiet wordt aan de rechtse aansluiting, en daarna aan de linkse aansluiting van het extra circuit enkele seconden op het display weergegeven.
Door een verkeerde bediening kan het hulpstuk vallen en op personen terechtkomen. - Hulpstuk enkel vanuit de bestuurdersplaats vergrendelen of ontgrendelen. - Enkel voor de machine toegelaten KUBOTA-hulpstukken gebruiken. - Na het controleren of het hulpstuk goed vergrendeld is.
Pagina 110
Bedrijf Machine onmiddellijk voor het hulpstuk (1) plaatsen en zo rich- ten dat het bovenste scharnierpunt (2) van het hulpstuk en de snelkoppeling (3) op één lijn liggen. Op vrijgavetoets hulpstukontgrendeling (1) drukken (B) en deze ingedrukt houden. Extra-circuitregelaar (2) naar achteren trekken (A).
Pagina 111
Bedrijf Regelaar extra circuit (1) naar voren duwen (A). De borgpennen worden hydraulisch uitgeschoven, de hulpstukver- grendeling is vergrendeld. Het hulpstuk is aan de snelkoppeling ver- grendeld. Controleren of het hulpstuk juist vergrendeld is (blz. 110). Bij een hydraulisch gebruikt hulpstuk, de druk uit de hydrauliek ...
Bedrijf Vergrendeling hulpstuk controleren Levensgevaar door niet vergrendeld hulpstuk! Het hulpstuk kan naar beneden vallen en op personen terechtkomen, als niet alle scharnierpunten STOP en borgpennen volledig vastklikken. - Machine enkel gebruiken met goed vergrendeld hulpstuk. Visuele controle Machine veilig tot stilstand brengen. ...
Bedrijf Gebruik met palletvork Veiligheidsinstructies bij het gebruik met palletvork Levensgevaar door afvallende lasten! STOP - Niet onder de opgetilde last komen of eronder blijven staan. Gevaar voor ongevallen door verminderde stabiliteit! Hoe hoger de last wordt opgetild, hoe groter de kans dat hij kan kantelen. Bij het afremmen van de STOP machine wordt de stabiliteit vooral negatief beïnvloed door opgeheven lasten.
Anders ontstaat er een lager toegelaten draagvermogen en kan de machi- ne gaan kantelen. - Het aangegeven toegelaten draagvermogen nooit overschrijden. - Enkel door KUBOTA vrijgegeven palletvorken en vorktanden gebruiken. - Vorkverlengstukken mogen enkel worden gemonteerd na schriftelijke toestemming van de fir- ma KUBOTA.
Pagina 115
Informatie over controle van de hefinrichtingen in Frankrijk De controlecoëfficiënten die door KUBOTA bepaald worden en die voor de inbedrijfstelling of herinbedrijfstelling van de hefmachine moeten worden toegepast (artikels 10 en 11 van het decreet van 01.03.2004), zijn 1,25 voor de statische controle en 1,0 voor de dynamische controle.
Bedrijf Buitenbedrijfstelling De machine moet op die manier worden geplaatst dat hij onmogelijk kan wegrollen en dat hij bevei- STOP ligd is tegen gebruik door onbevoegden. Machine op een effen en vaste ondergrond zetten. Motor afzetten. Parkeerrem aantrekken. ...
Bedrijf Bediening overige uitrustingen op de bestuurdersplaats Bediening van de verwarming (cabine-uitvoering) en de airco (optioneel) Dit aircosysteem bevat gefluoreerde broeikasgassen (F-gassen). -equivalent (t) Koelmiddel Hoeveelheid (kg) Aardopwarmingsvermogen (GWP*) HFC-134a 1,01 1430 * GWP = Global Warming Potential Verklaring van aanwijzingsbord: Symbool dat het aircosysteem F-gas bevat Industriële aanduiding van het desbetreffende F-gas Hoeveelheid F-gas (in kg) in de airconditioning...
Pagina 118
Bedrijf Verwarmingsklep openen Voetmat (1) verwijderen. Verwarmingsklep 1) openen of sluiten door eraan te draaien. A Openen B Sluiten In de zomer moet de verwarmingsklep altijd gesloten zijn. Alle hierna voor de bediening van de verwarming be- schreven handelingen moeten met draaiende motor worden uitgevoerd.
Pagina 119
Bedrijf De luchttoevoer met hendel (1) in stand circulatielucht (A) zet- ten om de cabine sneller te verwarmen. Er stroomt geen koude buitenlucht naar binnen en de circulerende binnenlucht wordt sneller verwarmd. Om ervoor te zorgen dat de ruiten bij langdurig gebruik van de ver- warming niet beschadigd worden, moet de luchttoevoer na de ver- warmingsfase van de cabine weer in de stand frisse lucht (B) ge- schakeld worden.
Bedrijf Ontdooien of ontvochtigen van de ruiten De volgende actie ondernemen om de ruiten te ontdooien of het be- slag te verwijderen: Open de luchtmonden voor de voorruit of achterruit. Zet de thermostaat (3) in de stand Warm. Blauw ...
Bedrijf Bediening van kleppenwasinstallatie (cabine-uitvoering) In de winter voor het gebruik controleren of het ruitenwisserblad niet is vastgevroren. Indien dit zo is, de ruitenwisser niet gebruiken. Anders kan het wisserblad of de wissermotor beschadigd worden. De ruitenwisser enkel bedienen als de ruit nat genoeg is, evt. de ruitenwisserinstallatie vooraf uit- schakelen.
Bedrijf Achterruitwisser inschakelen De startschakelaar staat in de stand RUN. Schakelaar (1) in stand RUITENWISSEN/SPROEIEN drukken. De ruitenwisser werkt, zolang de schakelaar in deze stand blijft. Om uit te schakelen schakelaar (1) in stand OFF drukken. Achterruitwisser inschakelen De ruitensproei-installatie kan bediend worden, wanneer de ruiten- wisser in- of uitgeschakeld is.
Bedrijf Knipperlicht in- en uitschakelen Om het rechterknipperlicht in te schakelen, de multifunctiehen- del (1) naar voren schakelen (A). Het rechterknipperlicht en de rechtercontrolelamp knipperen. Om het linkerknipperlicht in te schakelen, de multifunctiehendel naar achteren schakelen (B). Het linkerknipperlicht en de linkercontrolelamp knipperen. Erop letten of de multifunctiehendel nadat hij bewogen is automatisch weer naar de middelste positie terug- keert, en het knipperlicht uitgaat.
Bedrijf Dimlicht Controleren of de multifunctiehendel in de onderste schakelstand staat, om niet ongewild de schijnwerper in te schakelen en personen te verblinden. De schijnwerperschakelaar(1) in de tweede schakelstand zet- ten. Het dimlicht en de controlelamp ervan brandt. Grootlicht Door de multifunctiehendel naar boven en naar beneden te schake- len kan tussen grootlicht en dimlicht geschakeld worden.
Bedrijf Zwaailicht (toebehoren) in- en uitschakelen De startschakelaar staat in de stand RUN. Schakelaar zwaailamp (1) in stand AAN drukken. Het zwaailicht brandt. Om uit te schakelen schakelaar zwaailamp in stand UIT druk- ken. 12 V-contactdoos Afdekkap (1) openen en elektrisch apparaat in de 12-V-stop- ...
Bedrijf Parkeerrem aanhalen en lossen Levensgevaar door wegrollende machine! De parkeerrem moet aangetrokken zijn om de machine op een veilige manier te parkeren, en zo te STOP vermijden dat hij wegrolt. Als de motor wordt uitgezet, dan wordt de parkeerrem automatisch aange- haald.
Bedrijf Accuscheiding in- en uitschakelen Om de machine te gebruiken, moet de accuscheider (1) in de stand AAN staan. A AAN B UIT Als de schakelaar van de accuscheiding zich in de stand UIT bevindt, zijn de meeste elektrische functies uitgeschakeld (bijv.
Bedrijf Gebruik gedurende de winter Opgelet bij het in- en uitstappen! De treden kunnen glad en glibberig zijn. Natte handen kunnen vastvriezen aan metalen delen zoals STOP de handgreep. - Treden controleren en evt. ijs wegdoen. - Metalen delen niet met de blote hand aanraken, evt. handschoenen aandoen. Vóór het in bedrijf stellen controleren, of er geen ijs aan de zuigerstangen van de hydraulische cilinders be- ...
Pluspoolafdekking aan startaccu open zetten. Als de volgende keer de machine opnieuw enkel gestart kan worden door middel van starthulp, de accu en het laadcircuit van de generator controleren. Evt. contact opnemen met uw KUBOTA-dealer. R5625-8144-2 01/2018...
Bedrijf Bediening in noodsituaties In noodgevallen kan zowel de motor manueel worden uitgezet alsook de hefmast manueel gezakt laten worden. Handmatige motorstop Als de motor niet met de startkabel (1) kan worden uitgeschakeld, dan kan hij manueel worden uitgezet. Voor het uitschakelen aan de knop (2) trekken, totdat de motor ...
Bedrijf Onderhoud Bijvullen van ruitensproei-installatie Afsluitdop (1) van het ruitensproeireservoir (2) openen en het reservoir met water resp. reinigingsmiddel vullen. In de winter moet ruitenreinigingsmiddel met antivries- toevoegingen worden gebruikt. Koelvloeistof bijvullen Motorruimteafdekking openen (blz. 158). Antivriesgehalte met een antivriestester controleren; dit moet ...
Bedrijf Machine bijtanken Bij het tanken van de machine zijn roken en het gebruik van open vuur en andere brandbare stoffen verboden. De gevarenzone moet met borden worden aangegeven. In de gevarenzone moet zich een brandblusser bevinden. Gemorste brandstof moet onmiddellijk met oliebindmiddel worden gebonden. Het besmette oliebind- middel moet volgens de geldende milieubeschermingsbepalingen worden afgevoerd.
Bedrijf Peilcontrole bij het tanken Het huidige vulpeil kan tijdens het bijtanken met een geluidssignaal bepaald worden. Daarvoor moet de startschakelaar in de stand STOP staan. De schakelaar (2) voor de vulpeilcontrole bevindt zich naast de vul- opening (1). Controleren of de startschakelaar in de stelling STOP staat. ...
Is de fout door het vervangen van de zekering niet verholpen of doet de fout zich opnieuw voor bij het in gebruik nemen van de zekering, neem dan contact op met uw KUBOTA-dealer. Startschakelaar in stelling STOP zetten en sleutel uittrekken.
Pagina 135
Na het vervangen van de zekeringen de werking van de onder- delen controleren. Als het defect niet is verholpen, neem dan contact op met uw KUBOTA-dealer. Na het voltooien van de werkzaamheden, de afdekking op de zekeringenkast monteren en de rechterzijaf- ...
Bedrijf Overzicht van zekeringen Zekeringenkast A Zekeringenkast B 1 Schakelaar voorruitwisser, claxon- 23 Wis-/wasinstallatie achterruit 15 A 30 A toets 24 Radio (AC) 15 A 2 Ventilatormotor 30 A 25 12 V-contactdoos 15 A 3 Instrumentenpaneel (+B) 26 Compressor 10 A 4 Motorregelapparaat ...
10 A Na het vervangen van de zekeringen de werking van de onder- delen controleren. Als het defect niet is verholpen, neem dan contact op met uw KUBOTA-dealer. Na het voltooien van de werkzaamheden, de Motorruimteafdekking sluiten. Machine reinigen...
Bedrijf Na het reinigen: Kunststof onderdelen met een in de handel verkrijgbaar middel voor kunststof reinigen. Alle smeerpunten smeren. Diefstalbeveiliging De machine is voorzien van een antidiefstalfunctie, waardoor de motor enkel gestart kan worden met een geregi- streerde sleutel. Indien een geregistreerde sleutel kwijtraakt, kan deze geblokkeerd worden. Daardoor kan de mo- tor niet met deze sleutel gestart worden, zodat de machine tegen diefstal beveiligd is.
In dit geval kan een storing van de functies in de elektronica optreden. Indien zich storingen aan de machine voordoen, dan s.v.p. contact opnemen met uw KUBOTA-dealer om de ...
Bedrijf Registreren van een zwarte sleutel voor de machine Het registreren van een zwarte sleutel kan enkel gebeuren onder de volgende voorwaarden: Controleren of er zich geen personen in het bereik van de machine bevinden. Als er zich toch per- STOP sonen in de buurt van de machine bevinden, verwittig die dan met de claxon.
Pagina 141
Bedrijf De controlelamp sleutel plaatsen knippert. Zwarte sleutel (1) in de startschakelaar steken. Sleutel nog niet draaien. Indien de sleutel in stand RUN staat, deze terug draaien in stand STOP. Na een korte tijd gaat de controlelamp Sleutel uittrekken knip- peren.
Kan de fout niet verholpen worden met de maatregel in de kolom OPLOSSING, gelieve dan contact op te nemen met uw KUBOTA-dealer. Veiligheidsbepalingen voor het storingzoeken De algemene veiligheidsbepalingen (blz.
Storingzoeken Storingstabellen gebruik STORING MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING Onvoldoende motorvermogen Luchtfilter vuil Luchtfilter controleren, reinigen, ver- vangen (blz. 170). Brandstoffilter vuil of water in het Waterpeil van waterafscheider con- brandstofsysteem troleren, evt. reinigen (blz. 73) en brandstoffilter vervangen (blz. 176). Geen hydraulische functie van rij- Richtingschakelaar niet bediend Richtingschakelaar bedienen.
Pagina 145
Koelvloeistof is vervuild door roest Koelvloeistof vervangen en corro- van cilinderkop of krukasbehuizing. siebescherming plaatsen. Cilinderkop defect (Koelvloeistofver- Informeer uw KUBOTA-dealer. lies / Water in motorolie) Aandrijfriemen beschadigd of te los Aandrijfriemen vervangen resp. spannen (blz. 173). Continubedrijf onder volledige be-...
Storingzoeken Storingstabellen display Treedt er aan storing aan de machine op, dan verschijnt een van de navolgende meldingen in het display. Treden er problemen op, informeer dan onmiddellijk uw KUBOTA-dealer. Indicatie Controlelampje Probleem/storing Voorlopige maatregel Oplossing storing Instrumentenpa- Deze melding duidt...
Pagina 147
Motor uitschakelen en Verschijnt de indica- draulische olie te hydraulisch oliepeil tie opnieuw, infor- hoog controleren. Hydrau- meer dan onmiddel- lisch oliesysteem op lijk uw KUBOTA- lekken controleren. dealer. Systeemfout Fout brandstofsen- Informeer onmiddel- brandstofsensor sor. lijk uw KUBOTA- dealer.
Pagina 148
Indicatie Controlelampje Probleem/storing Voorlopige maatregel Oplossing storing Magneetklep De magneetklep Informeer onmiddel- voorwaartse rit voor voorwaartse lijk uw KUBOTA- rit werkt niet. De dealer. machine rijdt niet vooruit en blijft in neutrale stand staan. Magneetklep ach- De magneetklep Informeer onmiddel-...
Pagina 149
Storingzoeken Indicatie Controlelampje Probleem/storing Voorlopige maatregel Oplossing storing Remsysteem De parkeerrem is Informeer onmiddel- niet ingeschakeld. lijk uw KUBOTA- De machine staat dealer. in neutrale stand. 9104 Systeemfout koel- Informeer onmiddel- vloeistoftempera- lijk uw KUBOTA- tuur dealer. 9114 Waarschuwing De temperatuur...
Een zorgvuldig onderhoud van de graafmachine waarborgt een goede werking en verhoogt de levensduur. Indien de onderhoudswerkzaamheden niet (goed) worden uitgevoerd, vervalt de garantieclaim en de aansprake- lijkheid tegenover het bedrijf KUBOTA. Er mogen alleen de door de fabrikant voorgeschreven reserve-onderdelen worden gebruikt. Bij niet vrijgegeven reserve-onderdelen bestaat ten gevolge van onvoldoende kwaliteit of verkeerde montage een verhoogd gevaar voor ongelukken.
Vraag dit aan uw KUBOTA-dealer. Wordt de onderhoudsintervalindicatie vanwege een defect vervan- gen, staat de teller op "0". Vraag dit aan uw KUBOTA-dealer. De volgende onderhoudsintervallen worden op het display weergegeven op het moment dat ze bereikt zijn: Stand bedrijfsurenteller...
Binnenruimtefilter 1.) Vervangen 1000 h Luchtfilter 1.) Vervangen 1000 h Brandstofleidingen - Controleren Gelieve contact op te nemen met uw KUBOTA-dealer. 1500 h injectorendruk Dynamo en startmotor Controleren Gelieve contact op te nemen met uw KUBOTA-dealer. 2000 h Inspuitpomp Controleren Gelieve contact op te nemen met uw KUBOTA-dealer.
1.) Vervangen 1000 h Luchtfilter 1.) Vervangen 1000 h Brandstofleidingen - Controleren Gelieve contact op te nemen met uw KUBOTA-dealer. 1500 h injectorendruk Dynamo en startmotor Controleren Gelieve contact op te nemen met uw KUBOTA-dealer. 2000 h Inspuitpomp Controleren Gelieve contact op te nemen met uw KUBOTA-dealer.
Onderhoud Onderhoudsmiddelen Aanbeveling Standaardvulling Melding Buitentempera- Viscositeit Kwaliteitsnorm Merk Type tuur In de winter resp. SAE 10W bij lage tempera- SAE 20W turen In de zomer resp. Hightec SAE 30 API CF bij hoge omge- Formula GT Motorolie SAE 40 API CI-4 ROWE vingstemperatu-...
Pagina 159
Onderhoud Aanbeveling Standaardvulling Melding Buitentempera- Viscositeit Kwaliteitsnorm Merk Type tuur De standaard gevulde brandstof is geen winter- diesel. Om de machine op de winter voor te bereiden, Brandstof EN 590 moet de brandstoftank met winterdiesel gevuld worden en moet u de motor enkele minuten la- ten draaien.
Onderhoud Onderhoudspunten bereikbaar maken Openen/sluiten van afdekking motorruimte Sleutel in het slot (2) van motorruimteafdekking (1) steken, in wijzerzin draaien en slot indrukken. Motorruimteafdekking helemaal nar boven zwaaien (A), tot hij vastklikt. Erop letten dat de vergrendeling (4) goed aan de gas- veer (3) is bevestigd.
Onderhoud Zijafdekking helemaal naar boven zwaaien en borgklem (1) vastmaken. Let erop, dat de borgklem goed vast geklikt is. Onver- wacht dichtslaan van de motorkap bijv. door wind of STOP door andere personen kan tot ernstige verwondingen leiden. Om te sluiten, de borgklem uit de vergrendeling (2) losmaken ...
Onderhoud Openen/sluiten van voetenruimteafdekking Voetmat (1) verwijderen. Verwondingsgevaar bij het gebruiken van de ma- chine zonder voetenruimteafdekking! STOP De operator kan met de voeten in de opening blijven steken en de pedalen niet meer bedienen, of bij het uitstappen uit de machine vallen. Bouten (1) losschroeven en bodemplaat (2) wegnemen.
Onderhoud Machine opkrikken Levensgevaar door omvallen van machine! Als de volgende instructies voor het opkrikken niet worden uitgevoerd, dan bestaat het gevaar dat de STOP machine kantelt en op omstaanders valt. Voorbereiding: Machine op een effen en vaste ondergrond zetten. ...
Onderhoud Wielen en banden Bandendruk Bij een foute bandendruk is er kantelgevaar! Mede door de juiste bandendruk wordt de stabiliteit van de machine behouden. De machine kan kan- STOP telen als de bandendruk niet overeenkomt met de bandendruk in deze bedieningshandleiding. - Bandendruk in acht nemen (blz.
De wielen van de machine hebben een groot eigengewicht, en kunnen tot verwondingen leiden bij het naar beneden vallen. Er wordt speciaal hefgereedschap aanbevolen om het wiel te vervangen. - Gelieve contact op te nemen met uw KUBOTA-dealer. Wiel demonteren Hefgereedschap voor wiel plaatsen.
Er moet tijdens de montage van de banden op de loop- richting worden gelet. De montage van de banden moet door ge- schoold personeel gebeuren. Gelieve contact op te nemen met uw KUBOTA-dealer. Juist Fout Rijrichting vooruit Wegglijbeveiligingsketting Wegglijbeveiligingskettingen kunnen niet bij 20 inch-wielen gebruikt worden.
Onderhoud Onderhoudswerkzaamheden voor de bediener De volgende onderhoudswerkzaamheden moeten tijdens het onderhoud en de herstelling van de machine zoals voorgeschreven worden uitgevoerd. Elke 50 bedrijfsuren Water in brandstoftank - Aftappen De brandstofaftapplug bevindt zich onderaan de machine, aan de rechterkant van de machine. Opvangbak met een minimaal volume van 50 l onder de brand- ...
Onderhoud Accu - Laden Accuzuur is zeer bijtend. Contact met accuzuur moet in elk geval worden voorkomen. Indien kleding, huid of ogen desondanks met accuzuur in contact zijn gekomen, dan de desbetreffende delen direct met water afspoelen. Bij contact met de ogen onmiddellijk een arts raadplegen! Gemorst accuzuur onmiddellijk neutraliseren.
Onderhoud Accu - Vervangen Bij het aansluiten en loskoppelen van de accu verplicht de voorgeschreven volgorde respecteren STOP Gevaar voor kortsluiting. Zijklep openen (blz. 158). Minpoolkap afnemen en poolkleppen (1) verwijderen. Poolklem terzijde leggen, zodat een contact met de minpool is uitgeslo- ten.
Pagina 170
Onderhoud Beker ledigen en met zuivere dieselbrandstof reinigen. Filters (1) op overmatige vervuiling controleren, zo nodig ver- vangen. Pakkingring (4) vernieuwen en met dieselolie insmeren. Componenten in de volgorde 1 t/m 6 monteren. Daarbij de rode kunststofring (2) en de drukveer (3) niet vergeten.
Onderhoud Elke 200 bedrijfsuren Binnenruimtefilter - Controleren/Reinigen Er bevinden zich 2 circulatieluchtfilters en 1 frisse luchtfilter in het verwarmings- en verluchtingssy- steem. Als de machine op een erg stoffige plaats wordt ge- bruikt, moet het frisse luchtfilter dienovereenkomstig vaker gecontroleerd worden. Greepbouten (1) losschroeven en de afdekkingen (2) verwijde- ...
Onderhoud Filter (1) met perslucht "A" tegengesteld aan de normale stroomrichting schoonblazen. Het filter niet beschadigen bij het monteren. Bij het ge- bruiken van een beschadigde filter komt vuil in de ver- warmingsonderdelen, wat tot aanzienlijke beschadi- gingen kan leiden. Filter plaatsen.
Onderhoud Koelvloeistofslangen en slangklemmen - Controleren Controle alleen met koude motor uitvoeren, er bestaat verbrandingsgevaar! STOP Motorruimteafdekking openen (blz. 158). Alle koelvloeistofslangen (1) aan motor en van koeler resp. van warmteblazer (cabine-uitvoering): toestand (scheuren, uitbol- lingen, verharde plekken), dichtheid en vaste zitting van klem- men (2) controleren.
Alle pijp- en slangleidingen van de verwarming en airconditioning (optioneel) op toestand (barsten, uitbollin- gen, harde plekken) en goede bevestiging controleren. Gelieve contact op te nemen met uw KUBOTA-dealer indien bij deze controle defecten worden vastgesteld. Alleen geschoold personeel mag aan de verwarming en de airconditioning (optioneel) werken.
Onderhoud Elke 500 bedrijfsuren Voorcircuitfilter - Vervangen Bij werkzaamheden aan het hydraulisch systeem moet op absolute reinheid worden gelet. Motorkap openen (blz. 158). Poetsdoeken onder werkplek onder voorcircuitfilter (1) leggen. Filterbeker (4) uit de filterkop (1) draaien. Filterelement (2) uit de filterkop verwijderen.
Onderhoud Motorolie en oliefilter - Vervangen Het verversen van de motorolie moet met bedrijfswarme motor worden uitgevoerd. Voorzichtig: de motorolie en het oliefilter zijn heet Verbrandingsgevaar. STOP Olieopvangbak met een inhoud van ca. 15 l onder de motorolieaftap plaatsen. De motorolie mag niet in de grond terechtkomen;...
Onderhoud Motorolie - Bijvullen Vulhoeveelheid (met oliefilter): 9 l Olievuldop (1) losschroeven en motorolie overeenkomstig hoofdstuk onderhoudsmiddelen (blz. 156) vullen. Olievuldop vastdraaien. Motor starten (blz. 83), de controlelamp motoroliedruk moet onmiddellijk na het starten van de motor doven. Indien niet, mo- tor direct uitschakelen, geschoold personeel inlichten.
Onderhoud Retourfilter - Vervangen Bij werkzaamheden aan het hydraulisch systeem moet op absolute reinheid worden gelet. Werkzaamheden alleen met koude hydraulische olie STOP uitvoeren. Voetenruimteafdekking openen (blz. 160). Afsluitdeksel (3) eraf schroeven. Retourfilter (1) losschroeven en uit hydraulisch oliereservoir (2) ...
Pagina 180
Onderhoud Achterasbehuizing Controlebout (1) losschroeven en oliepeil controleren. De olie moet aan de onderkant van het tapgat staan, evt. olie over- eenkomstig onderdeel hulpstoffen (blz. 156) bijvullen. Controlebouten vastschroeven. Reductietandwielbehuizing Controlebout (1) losschroeven en oliepeil controleren. De olie moet aan de onderkant van het tapgat staan, evt. olie over- eenkomstig onderdeel hulpstoffen (blz.
Onderhoud Elke 1000 bedrijfsuren Voor- en achterasolie - Vervangen Weggelaten olie mag niet in de aarde terechtkomen. Voorasbehuizing Olieopvangbak met een inhoud van ca. 5 l onder de olieaftap- schroef (1) plaatsen. Regelschroef (3) losschroeven. Olieaftapschroef (1) losdraaien en olie aftappen. ...
Pagina 182
Onderhoud Regelschroef (1) losschroeven. Olie tot onderkant van tapgat van regelschroef vullen. Vulhoeveelheid: 4,5 l Olievulschroef en regelschroef vastschroeven. Reinigingsdoeken en oude olie overeenkomstig gel- dende milieubeschermingsbepalingen weggooien. Reductietandwielbehuizing Olieopvangbak met een inhoud van ca. 5 l onder de olieaftap- ...
Onderhoud Wielaandrijvingsbehuizing Machine op een effen ondergrond plaatsen, zodat de afsluit- plug (3) van het overeenkomstige wiel in de onderste stand staat. Olieopvangbak met een inhoud van ca. 5 l onder de sluitdop (3) plaatsen. Sluitdop losdraaien en olie aftappen. ...
Onderhoud Hydraulische olie - Aftappen Opvangbeker met een minimaal volume van 60 l onder de hy- draulische olieaftap zetten. Aftapschroef (1) losschroeven en hydraulische olie aftappen. Aftapplug van een nieuwe pakkingring voorzien en vastdraai- Moet het aanzuigfilter vervangen worden in het kader van een ...
Onderhoud Hydraulische olie tot het midden van het peilglas (1) vullen. Procedure ter voorkoming van onderdruk uitvoeren. Procedure ter voorkoming van onderdruk Voordat de olievulschroef wordt vastgedraaid, moeten alle hydraulische cilinders volledig zijn uitgeschoven om te voorkomen dat er onderdruk ontstaat in het hy- draulische oliereservoir.
Onderhoud Aanzuigfilter - Vervangen Bij werkzaamheden aan het hydraulisch systeem moet op absolute reinheid worden gelet. Werkzaamheden alleen met koude hydraulische olie uitvoeren. STOP Het aanzuigfilter moet in combinatie met het verversen van de hydraulische olie worden vervangen. Hydraulische olie aftappen (blz. 182). ...
Onderhoud Interieurfilter - Vervangen Er bevinden zich 2 circulatieluchtfilters en 1 frisse luchtfilter in het verwarmings- en verluchtingssy- steem. Greepbouten (1) losschroeven en de afdekkingen (2) verwijde- ren. De beide circulatieluchtfilters (3) en het frisse luchtfilter (4) uit de luchtgeleidingsbehuizing trekken.
Onderhoud Luchtfilter - Vervangen Gevaar voor motorschade! Het binnenste filterelement (1) moet tijdens de reiniging van de luchtfilterbehuizing (6) ingebouwd blijven. Anders kunnen tijdens de reiniging vuildeeltjes in de luchtinlaatvleugel terechtkomen en de- len van de inspuitinstallatie en de motor beschadigen. Motorkap openen (blz.
Onderhoud Elke 2 jaar Koelvloeistof - Verversen Aftappen alleen met koude motor uitvoeren, er bestaat verbrandingsgevaar! STOP Vulhoeveelheid Beschermdak Cabine Koelsysteem 7,0 l 8,2 l Expansiereservoir 0,6 l 0,6 l Motorkap openen (blz. 158). Radiatordop (1) openen, door deze linksom te draaien. ...
Te weinig koudemiddel vermindert het vermogen van de installatie en leidt tot het automatisch uitschakelen van de airco. Indien bij een navolgende controle te weinig koelmiddel wordt vastgesteld, dient u contact op te nemen met uw bevoegde KUBOTA-dealer. R5625-8144-2 01/2018...
Pagina 191
Door middel van het kijkglas (1) de koudemiddelhoeveelheid volgens de navolgende tabel vaststellen. Bij een te laag koel- middelpeil dient u contact op te nemen met uw bevoegde KUBOTA-dealer. Koudemiddelhoeveelheid in Kleine resp. geen luchtbellen in het koudemiddel orde...
Onderhoud Schroefverbindingen - Controleren De navolgende opsomming bevat de aanhaalmomenten van de boutverbindingen. De verbindingen alleen met een momentsleutel natrekken. Evt. ontbrekende waarden kunnen bij KUBOTA worden aangevraagd. Aanhaalmomenten voor bouten Nm ( 4 T (4.6) 7 T (8.8) 9 T (9.8-10.9)
Veiligheidstechnische controle VEILIGHEIDSTECHNISCHE CONTROLE De basis voor de uitvoering van de veiligheidstechnische controles zijn de respectievelijk geldende nationale voor- schriften inzake arbeidsveiligheid, voorschriften inzake ongevallenpreventie en technische specificaties van het land waar de machine ingezet wordt. De bediener (blz. 13) moet de veiligheidstechnische controle volgens e in het land omschreven tijdsbestek uitvoe- ren.
Pagina 196
Veiligheidstechnische controle R5625-8144-2 01/2018...
Stillegging en opslag STILLEGGING EN OPSLAG Indien de machine om bedrijfsredenen tot zes maanden wordt stilgelegd, moeten de maatregelen vóór, gedurende en na de stillegging, zoals hierna beschreven, worden toegepast. Voor een stillegging langer dan zes maanden moeten de extra maatregelen met de fabrikant worden afgestemd. Veiligheidsbepalingen voor stillegging en opslag De algemene veiligheidsbepalingen (blz.
Stillegging en opslag Opnieuw in bedrijf stellen na de stillegging Machine evt. grondig schoonmaken (blz. 135). Hydraulische olie op condenswater controleren, zo nodig verversen (blz. 181). Smeervet aan de zuigerstangen van de hydraulische cilinders verwijderen. Accu inbouwen (blz. 167). ...
STOP den aangebracht, zie tevens Goedgekeurd gebruik (blz. 15). KUBOTA-hulpstukken De snelwisselaar wordt aan de hefmast bevestigd en dient uitsluitend voor het opheffen van KUBOTA-hulpstuk- ken. Schep De schep moet steeds breder gekozen worden dan de totale breedte (buitenkant wielen) van de machine, zodat deze niet over het op te nemen stortgoed rijdt en daardoor de banden beschadigd raken.
De leidingbreukbeveiliging heeft drie leidingbreukkleppen. Machines met leidingbreukbeveiliging zijn uitgerust met telkens een leidingbreukbeveiligingsklep aan de kantelcilinder en aan de beide hefcilinders. De leidingbreukbeveiliging kan reeds in de fabriek gemonteerd zijn of door een KUBOTA-dealer achteraf aange- bracht worden. De leidingbreukbeveiliging is vanaf de fabriek op de desbetreffende machine afgesteld.