Onderhoud
Wielaandrijvingsbehuizing
Machine op een effen ondergrond plaatsen, zodat de afsluit-
plug (3) van het overeenkomstige wiel in de middelste stand
staat.
Afsluitplug (3) losschroeven en oliepeil controleren.
De olie moet aan de onderkant van het tapgat staan, evt. olie over-
eenkomstig onderdeel hulpstoffen (blz. 174) bijvullen.
Afsluitplug vastschroeven.
Oliepeil aan wielaandrijving aan andere machinezijde controle-
ren.
Reinigingsdoeken en oude olie overeenkomstig geldende milieubeschermingsbepalingen weggooi-
en.
Elke 1000 bedrijfsuren
Voor- en achterasolie - Vervangen
Weggelaten olie mag niet in de aarde terechtkomen.
Voorasbehuizing
Olieopvangsysteem met een opvangcapaciteit van ca. 5 l on-
der de olieaftapschroef (1) plaatsen.
Regelschroef (3) losschroeven.
Olieaftapschroef (1) losdraaien en olie aftappen.
Olieaftapschroef vastschroeven.
Olievulschroef (2) losschroeven.
Olie tot onderkant van tapgat van regelschroef (3) vullen.
Vulhoeveelheid: 4,5 l
Olievulschroef en regelschroef vastschroeven.
R5615-8144-5
01/2018
197