Voor- en achterasolie - Controleren
Weggelaten olie mag niet in de aarde terechtkomen.
Voorasbehuizing
Controlebouten (1) losschroeven en oliepeil controleren.
De olie moet aan de onderkant van het tapgat staan, evt. olie over-
eenkomstig onderdeel hulpstoffen (blz. 174) bijvullen.
Controlebouten vastschroeven.
Achterasbehuizing
Controlebouten (1) losschroeven en oliepeil controleren.
De olie moet aan de onderkant van het tapgat staan, evt. olie over-
eenkomstig onderdeel hulpstoffen (blz. 174) bijvullen.
Controlebouten vastschroeven.
Reductietandwielbehuizing
Controlebouten (1) losschroeven en oliepeil controleren.
De olie moet aan de onderkant van het tapgat staan, evt. olie over-
eenkomstig onderdeel hulpstoffen (blz. 174) bijvullen.
Controlebouten vastschroeven.
196
Onderhoud
R5615-8144-5
01/2018