Functies van instrumenten en bedieningselementen
Rempedaal
1. Rempedaal
Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van het voertuig.
Dit model is uitgerust met een gekoppeld
remsysteem.
Bij het indrukken van het rempedaal wor-
den achter- en voorrem gelijktijdig bediend,
de achterrem volledig en de voorrem ge-
deeltelijk. Voor maximale remkracht dient u
gelijktijdig zowel de remhendel in te knijpen
als het rempedaal in te drukken.
DAU39542
ABS
De anti-blokkeervoorziening remsysteem
(ABS) van dit model bestaat uit een dubbel
1
uitgevoerd elektronisch regelsysteem dat
de voorrem en achterrem onafhankelijk
aanstuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals
conventionele remmen. Bij activering van
het ABS-systeem kan een pulsatie worden
gevoeld in de remhendel of het rempedaal.
Ga in dat geval door met remmen en laat
het ABS-systeem het werk doen. Ga niet
"pompend" remmen, dit vermindert de re-
meffectiviteit.
Houd altijd een veilige afstand tot voor-
liggers, zelfs als uw voertuig is uitgerust
met ABS.
Het ABS-systeem functioneert het
Op bepaalde oppervlakken, zoals
Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
OPMERKING
Het ABS-systeem voert een zelfdiag-
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
3-25
WAARSCHUWING
effectiefst over lange remwegen.
slechte wegen of grindwegen, kan
de remafstand met het ABS-sy-
steem langer zijn dan zonder ABS-
systeem.
nosetest uit telkens nadat de sleutel
op "ON" is gezet en het voertuig rijdt
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger. Tijdens deze test kunt u een
"klikkend" geluid van de hydraulische
regeleenheid horen en wanneer u de
remhendel of het rempedaal licht be-
dient, kan een trilling in de hendel of
het pedaal voelbaar zijn. Dit duidt niet
op een storing.
testfunctie waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de remhendel of
DAU73181
3
DWA16051