Functies van instrumenten en bedieningselementen
Stuurschakelaars
Links
2
1
6
5
3
4
1. Menuschakelaar "MENU"
2. Selectieschakelaar "
3. Cruise-controlschakelaars
4. Claxonschakelaar "
5. Richtingaanwijzerschakelaar "
6. Dimlichtschakelaar/lichtsignaalschakelaar
"
/
/PASS"
Rechts
2
3
1. Stop/Run/Start-schakelaar "
2. Rijmodusschakelaar "MODE"
3. Schakelaar alarmverlichting "
Dimlichtschakelaar/
lichtsignaalschakelaar "
Zet deze schakelaar op "
licht en op "
grootlichtsignaal te geven, drukt u de scha-
kelaar omlaag naar "PASS".
DAU1234M
/
"
"
/
"
1
/
/
"
DAU73022
/
/PASS"
" voor groot-
" voor dimlicht. Om een
OPMERKING
Beide koplampen gaan branden, of de lam-
pen nu op grootlicht of dimlicht staan.
Richtingaanwijzerschakelaar "
Druk deze schakelaar naar "
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
3
kelaar naar "
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
Claxonschakelaar "
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
Stop/Run/Start-schakelaar "
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op "
schakelaar vervolgens omlaag naar "
Zie pagina 5-2 voor startinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op "
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
"
Schakelaar alarmverlichting "
Met de sleutel in de stand "ON" of "
kan deze schakelaar worden gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat
in
verkeerssituatie.
3-22
" om afslaan
" om afslaan naar links aan
"
/
" en drukt u de
" om de motor
een
mogelijk
gevaarlijke
DAU12461
/
"
DAU12501
DAU54212
/
"
".
DAU12735
"
"