v Stoppen
Naai eerst rond de randen van het gat om
de draden vast te zetten. Naai van links naar
rechts over het gat in een constante en voort-
durende beweging.
Draai het werk met een kwart en naai over
het eerste stikwerk waarbij u het werk langza-
mer over het gat heen beweegt om de draden
af te scheiden en geen grote gaten tussen de
draden te laten vormen.
Stoppen uit de vrije hand wordt verkregen
zonder het interne toevoersysteem van
de naaimachine. De gebruiker bepaalt de
beweging van de stof. Het is van belang de
naaisnelheid en de beweging van de stof te
coördineren.
v Borduren
Stik langs de buitenlijn van het ontwerp terwijl
u de borduurring beweegt. Zorg dat u tijdens
het naaien een constante snelheid aanhoudt.
Vul het ontwerp verder in van buiten naar
binnen. Houd de steken dichtbij elkaar.
Als u de ring sneller beweegt, krijgt u langere
steken en bij langzamere beweging kortere
steken.
Zet het einde van het ontwerp vast met een
paar afhechtsteken.
v Monogrammen
Naai op voortdurende snelheid en beweeg de
borduurring langzaam langs de belettering.
Zet de letter vast met een paar afhechtsteken
aan het einde van het ontwerp.
57
Opmerking