Inhoudsopgave
Advertenties
®
Pro 570GS • MATRIX
MATRIX
Minimum configuratievereisten voor externe ontvanger
Voordat de console wordt aangesloten op en werkt met een externe
GNSS-ontvanger, moet aan de volgende minimale configuratievereisten
worden voldaan.
Instellingen voor seriële poort
Baudsnelheid:
Aanbevolen
FieldPilot Pro/
UniPilot Pro
Gegevensbits:
Pariteit:
Stopbits:
Vereisten voor verbinding met seriële poort
Mannelijke 9-pins RS-232 seriële kabel
OPMERKING: Er is mogelijk een nulmodemadapter vereist,
afhankelijk van de uitgaande stekker van de
ontvanger.
NMEA-reeksen
GGA
Optionele VTG
ZDA
GNSS-transmissiesnelheid
Bij gebruik van de interne GNSS-ontvanger stelt de GNSS-
transmissiesnelheid de baudsnelheid in van de GNSS-poort en de
frequentie van NMEA-berichten die beschikbaar zijn op de RS232-
poort van de console.
OPMERKING: FieldPilot Pro/UniPilot Pro vereisen de instelling Snel;
daarom zijn opties niet beschikbaar als FieldPilot Pro/
UniPilot Pro is ontgrendeld.
1. Druk op de pijl OMLAAG
2. Selecteer:
►Snel (115.200 + 10 Hz) – 115.200 baudsnelheid, GGA @
10 Hz, VTG @ 10 Hz, ZDA @ 1 Hz
►Langzaam (19.200 + 5 Hz) – 19.200 baudsnelheid, GGA @
5 Hz, VTG @ 5 Hz, ZDA @ 1 Hz
Afbeelding 5-4: GNSS-transmissiesnelheid
Fast (115,200 + ...
Slow (19,200 + 5...
40
www.teejet.com
niet toegestaan onder 38.400
38.400, 56.000, 57.600, 76.800
of 115.200
115.200
8
Geen
1
10,0 Hz
10,0 Hz
1,0 Hz
om de optielijst te openen.
®
Pro 840GS
GNSS-statusinformatie
De GNSS-statusinformatie toont een momentopname van de huidige
GNSS-statusinformatie.
Status bekijken
1. Druk op
2. Bekijk onder meer de volgende gegevens:
◄Baudsnelheid – de huidige status van de GNSS
◄Status baudsnelheid – de snelheid waarmee informatie wordt
overgebracht/gecommuniceerd.
OPMERKING: voor sommige softwareversies kan een minimale
baudsnelheid vereist zijn om de beste prestaties te verzekeren.
◄GGA/VTG/TCP-datasnelheden – het aantal GNSS-posities
per seconde.
◄Aantal satellieten – aantal beschikbare GNSS-satellieten
(er zijn minimaal 4 vereist voor DGPS)
◄HDOP – een meting van de geometriesterkte van de satellieten
in het horizontale vlak. Een HDOP-waarde van minder dan 2 is
gewenst.
◄PRN – het ID van de huidige DGPS-satelliet
◄GGA-kwaliteit – een indicatie van de huidige kwaliteit van het
GNSS-signaal (zie de tabel met GGA-vereisten)
◄Ontvanger – de huidige indicator van de ontvanger
◄Ontvangerversie – de softwareversie die op de ontvanger is
geïnstalleerd
◄UTM-zone – de zone waar u zich op dit moment bevindt
(zie "UTM-coördinaten en -zones" in deze handleiding)
◄Model – de correctiemodellen die beschikbaar zijn om te
worden gebruikt met de huidige configuratie van de ontvanger
om terug te gaan naar het configuratiescherm voor
OK
3. Druk op
de GNSS-ontvanger.
OPMERKING: Als GNSS niet beschikbaar is, zullen alle ingevoerde
gegevens "ongeldig" zijn.
Afbeelding 5-5: GNSS-statusinformatie
.
Advertenties
Inhoudsopgave
