Inhoudsopgave
Advertenties
AAN DE SLAG
#1 Zet de console aan
Druk op de AAN/UIT-knop
# 2 Startscherm
Zodra de opstartprocedure is voltooid, wordt het startscherm weergegeven met de
optie om een nieuwe taak te beginnen of verder te gaan met een bestaande taak.
#3 Ga naar Apparaatconfiguratie
1. Druk op het onderste tabblad APPARAATCONFIGURATIE
De configuratie-opties
worden als eerste weergegeven. Gegevensbeheer
Console-instellingen
en Gereedschappen
aan de zijkant.
Lokaliseringsconfiguratie
1. Druk aan de zijkant op het tabblad CONSOLE
2. Druk op
Lokaliseren
Lokaliseren wordt gebruikt om de instellingen voor eenheden, taal en
tijdzone te configureren.
Setup voor GNSS-ontvanger
1. Druk aan de zijkant op het tabblad CONFIGURATIE
Configuratie van GNSS-ontvanger
2. Druk op
De configuratie voor de GNSS-ontvanger wordt gebruikt om het GNSS-
type, GNSS-poort, GNSS-transmissiesnelheid en PRN in te stellen, en
ook voor het bekijken van GNSS-statusgegevens.
Werktuig-setup
1. Druk aan de zijkant op het tabblad CONFIGURATIE
Werktuig
2. Druk op
.
Werktuig-setup wordt gebruikt om de verschillende instellingen te
bepalen voor rechte modus, gespreide modus of verzetmodus.
Instellingen zullen variëren afhankelijk van of er een AutoSteer- of
BoomPilot-systeem aanwezig is.
Setup voor inventarisatielocatie
1. Druk aan de zijkant op het tabblad CONFIGURATIE
Inventarisatie en navigatie
2. Druk op
Kaartlocatie bepaalt de locatie van waaruit grens- en
veelhoekinventarisatie plaats zal vinden.
Configuratie van AutoSteer
1. Druk aan de zijkant op het tabblad CONFIGURATIE
AutoSteer
2. Druk op
Wanneer een stuurbedieningsmodule (SCM of SCM Pro) aanwezig
is, zijn de opties voor stuurhulp/automatisch sturen aanwezig.
Raadpleeg voor gedetailleerde configuratie-instructies uw specifieke
installatiehandleiding voor AutoSteer.
om de console aan te zetten.
zijn toegankelijk via de tabtoetsen
.
.
.
.
.
,
#3
.
.
.
.
.
#2
Advertenties
Inhoudsopgave
