Inhoudsopgave
Advertenties
GNSS-type
Via dit menu kan de gebruiker de vereisten van de GGA-gegevens
die worden ontvangen door de software specificeren op basis van
het gegevensveld GGA-kwaliteitsindicator. Deze selecties bepalen
welke opdrachten worden gestuurd om de interne ontvanger te
programmeren voor gebruik.
• GPS – niet-gecorrigeerde signalen van het GPS-systeem
• GLONASS – niet-gecorrigeerde signalen van het GLONASS-
systeem
• SBAS (bv. EGNOS, GAGAN, MSAS, SDCM, WAAS) –
differentieel gecorrigeerde signalen van het SBAS-systeem
• DGPS vereist – differentieel gecorrigeerde GPS-signalen
1. Druk op de pijl VOLGENDE PAGINA
2. Selecteer:
►GPS – niet-gecorrigeerde positiegegevens van een enkel punt
op basis van alleen GPS met een GGA QI van "1" worden
geaccepteerd.
OPMERKING: GPS wordt altijd geselecteerd.
►GPS+GLONASS – niet-gecorrigeerde positiegegevens van
een enkel punt op basis van GPS en GLONASS met een GGA
QI van "1" worden geaccepteerd.
►GPS+SBAS – niet-gecorrigeerde of SBAS-gecorrigeerde
positiegegevens worden geaccepteerd - GGA QI van "1" of "2"
(3, 4 en 5 worden eveneens geaccepteerd).
►GPS+GLONASS+SBAS – niet-gecorrigeerde of SBAS-
gecorrigeerde positiegegevens worden geaccepteerd - GGA
QI van "1" of "2" (3, 4 en 5 worden eveneens geaccepteerd).
►GPS+GLONASS+SBAS+DGPS – alleen GGA-gegevens met
een QI-waarde van "2" of hoger worden geaccepteerd (3, 4 en
5 worden eveneens geaccepteerd).
OPMERKING: Als deze instelling is aangevinkt, worden
alle inventarisatie-, toepassings- en navigatiefuncties op de
console gestopt wanneer de GGA QI-waarde daalt onder "2".
3. Verlaat dit scherm om te beginnen met het initialiseren van de
GNSS-ontvanger. Dit duurt ongeveer een minuut, en de console
zal niet reageren totdat het is voltooid.
®
Pro 570GS • MATRIX
MATRIX
Afbeelding 5-2: GNSS-type
voor de lijst met opties.
GNSS-poort
De COM-poort kan worden ingesteld op "Intern" voor gebruik met
de interne GNSS-ontvanger (indien aanwezig) en wordt uitgezonden.
U kunt ook kiezen voor "Extern" zodat externe GNSS-gegevens
worden ontvangen.
1. Druk op de pijl OMLAAG
2. Selecteer:
OPMERKING: Een externe ontvanger moet werken met TerraStar-,
Afbeelding 5-3: GNSS-poort
om de optielijst te openen.
►Intern – gebruikt positiegegevens van de interne GNSS-
ontvanger; deze NMEA-gegevens worden verzonden via de
seriële RS-232 "Poort A" van de Matrix-kabelboom met de
geselecteerde GNSS-transmissiesnelheid
►Extern – gebruikt positiegegevens van een extern aangesloten
GNSS-ontvanger die is bevestigd aan de seriële RS-232
"Poort A" van de Matrix-kabelboom
OmniStar HP/XP- of RTK-positiegegevens.
®
Pro 840GS
39
98-05273-NL R9
Advertenties
Inhoudsopgave
