AAn de slAg #1 Zet de console aan Druk op de AAN/UIT-KNOP om de console aan te zetten. #2 homescherm Zodra de opstartprocedure is voltooid, wordt het beginscherm weergegeven met de optie om een nieuwe taak te beginnen of verder te gaan met een bestaande taak.
Inhoudsopgave hoofdstuk 1 - systeemoverZicht Productupgrades beschikbaar...................................1 sYsTeeMCOMPOnenTen Matrix Pro 570gs-console ...................................1 Matrix Pro 840gs-console ...................................2 RealView®-camera: ......................................2 Aanvullende informatie ....................................2 Inschakelen ................................2 Uitschakelen ................................2 Opstartprocedure ..............................2 Aanbevolen antenne-installatie ..........................2 COnFIgURATIes hoofdstuk 2 – inleidinG HeT bAsIssCHeRM gebRUIKen Onderste tabbladen ..............................4 Opties die niet beschikbaar zijn als een taak actief is ....................4...
Pagina 4
COnFIgURATIe Werktuig.......................................... 13 Type werktuig .................................13 Enkele sectie setup ..............................13 Configuratie van de SmartCable- of Sectie Driver-module .................................14 lichtbalk.......................................... 15 Auto-sturen ........................................15 Geassisteerd/Auto-sturen niet beschikbaar ........................16 Kantelcorrectie ......................................16 Veldniveau niet beschikbaar ............................16 Kantelcorrectie niet beschikbaar ............................16 gPs ............................................ 17 PRN wordt niet getoond ..............................17 Video ..........................................
Pagina 5
Veldweergave ....................................... 37 RealView-navigatie ...................................... 38 nAVIgATIeFUnCTIes Rechte Ab-geleiding ....................................39 gebogen Ab-geleiding ....................................39 Circle Pivot-geleiding ....................................39 laatste doorgang-geleiding ..................................39 Volgende rij-geleiding ....................................39 geen navigatiefunctie ....................................39 RICHTlIjnen gebogen lookahead-geleider ................................40 Markeer A en b Punten ....................................40 A+ verplaatsen functie .............................41 Volgende navigatiefunctie.
Pagina 6
Navigatiebalk ................................73 Veiligheidsinformatie TeeJet Technologies is niet verantwoordelijk voor schade of letsel als gevolg van het niet naleven van de volgende veiligheidseisen. U bent als bestuurder van het voertuig verantwoordelijk voor de veilige bediening ervan. De combinatie van de Matrix Pro GS en een apparaat met Geassisteerd/Auto-sturen is niet bedoeld ter vervanging van de bestuurder van het voertuig.
hoofdstuk 1 - systeemoverZicht , BoomPilot ® ® De Matrix Pro GS maakt het beheer mogelijk van verschillende modules plus GPS-kaarten, navigatie, FieldPilot gegevensverzameling, alles in 1 console middels CAN-bustechnologie. Het vervangt vele andere consoles in de trekker door één robuust systeem. Productupgrades beschikbaar •...
Spatwater enz. zal geen schade opleveren aan de console en bedrading. De Matrix Pro 840GS is niet ontwikkeld om te werken in regen. Zorg daarom dat de Matrix Pro GS niet in natte omstandigheden functioneert.
COnFIgURATIes Het volgende diagram geeft de typische Matrix Pro GS-configuratie weer. Gezien de vele mogelijke configuraties kunt u dit alleen ter referentie gebruiken. Figuur 1-3: Matrix Pro GS w/VSM & Multiple RealView-Camera’s, FieldPilot en BoomPilot Matrix Pro 840GS Matrix 78-50187...
hoofdstuk 2 – inleidinG De Matrix Pro GS kan gebruikt worden als een enkel taaksysteem of geavanceerd multi-taaksysteem. Onafhankelijk van de modus van de console zijn de functies op het basisscherm identiek. • De tabbladen aan de onderzijde en zijkant van het scherm bieden toegang tot de verschillende schermen en hun onderliggende schermen. •...
Schermkleuren console Eenvoudige of geavanceerde modus Raadpleeg het configuratiehoofdstuk onder Gegevensbeheer - Opties De console is beschikbaar in zes kleurenschema´s. Druk in het onderste tabblad op het tabblad CONSOLE en open de om te wisselen tussen de eenvoudige en geavanceerde modus. -opties.
Pop-upvensters met waarschuwingen en informatie Informatie over de configuratieoptie Een pop-upvenster met een waarschuwing of met informatie wordt Druk op het pictogram bij een optie of op de naam van een optie bij een menu-item om een definitie en bereikwaarden voor het bewuste item weer ongeveer 5 seconden weergegeven.
hoofdstuk 3 – taaken/homescherm Wanneer de opstartprocedure is voltooid, verschijnt het homescherm. Hier kunt u een nieuwe taak starten of een bestaande taak voortzetten. De console dient over GPS te beschikken voor u een taak kunt starten of voortzetten. De configuratie van de specifieke machine en haar componenten dient voltooid te zijn voor u een taak kunt Als een taak actief is kunnen sommige opties niet meer veranderd worden.
eenVOUdIge MOdUs geAVAnCeeRde MOdUs Wanneer de opstartprocedure is voltooid, verschijnt het homescherm. Wanneer de opstartprocedure is voltooid, verschijnt het homescherm. Hier kunt u een nieuwe taak starten of een bestaande taak voortzetten. Hier kunt u een nieuwe taak starten of een bestaande taak voortzetten. De console dient over GPS te beschikken voor u een taak kunt starten De console dient over GPS te beschikken voor u een taak kunt starten of voortzetten.
hoofdstuk 4 – videoweerGave in vollediG scherm De RealView-videoweergave in volledig scherm maakt het mogelijk om de livevideo weer te geven. Videofeed(s) weergeven en camera’s instellen zonder beschikbare GPS. Opties voor RealView-navigatie zijn niet beschikbaar op dit scherm. Als een Videoselectiemodule (VSM) op het systeem is geïnstalleerd zijn er twee (2) video-opties beschikbaar: ►Weergave van één camera –...
hoofdstuk 5 - systeemconfiGuratie Systeemconfiguratie wordt gebruikt om de console, het apparaat en de werktuigen te configureren. Vier tabbladen aan de zijkant geven toegang tot de configuratie van de machine/het werktuig, gegevensbeheer, console-instellingen en hulpmiddelen. OVeRZICHT Er zijn vier tabbladen aan de zijkant die toegang bieden tot: Gegevensbeheer Configuratie van de machine/het werktuig •...
Opties die niet beschikbaar zijn als een taak actief is. Als een taak actief is, zijn sommige setupopties niet beschikbaar. Raadpleeg het structuuroverzicht van het setupmenu voor de opties die niet toegankelijk zijn. Figuur 5-2: Voorbeelden van niet beschikbare opties COnFIgURATIe De configuratie wordt gebruikt om het werktuig, de lichtbalk, de AutoSteer-optie, de kantelcorrectie, GPS, video, sensoren en de monitor druppelafmeting te configureren.
werktuig Enkele sectie setup De configuratie-optie voor de enkele sectie wordt gebruikt wanneer het Werktuig instellen wordt gebruikt voor de verschillende instellingen in systeem niet is voorzien van een SmartCable of Sectie Driver-module verband met de rechte lijn-modus, gespreid modus of verzetmodus. (SDM).
►Symmetrische werktuig – wordt gebruikt om vast te stellen of Figuur 5-7: Werktuig secties gekoppeld zijn en daarom dezelfde waarden voor de breedte, lay-out en lengte delen ►Compensatieafstand impl – wordt gebruikt om de afstand vanaf de middenlijn van de machine naar het midden van het werktuig in te voeren ►Compensatierichting impl –...
lichtbalk auto-sturen Lichtbalkconfiguratie wordt gebruikt voor het instellen van de Wanneer er een module voor besturingsregeling (SCM) aanwezig is, ledhelderheid, Beeldscherm-/Werkmodus en ledafstand. zijn de opties voor Geassisteerd/Auto-sturen aanwezig. Raadpleeg de installatiehandleiding voor uw specifieke Geassisteerd/Auto-sturen 1. Druk op het tabblad CONFIGURATIE aan de zijkant voor gedetailleerde configuratie-instructies.
Geassisteerd/Auto-sturen niet beschikbaar Figuur 5-12: Kantelcorrectie Wanneer er geen systeem voor automatische besturing is geïnstalleerd, zijn de configuratieopties niet beschikbaar. Figuur 5-11: Ondersteunde Geassisteerd/Auto-sturen niet waargenomen kantelcorrectie Wanneer er een module voor stuurbediening (SCM) of Kantelgyromodule (TGM) aanwezig is, zijn de opties voor kantelcorrectie actief.
video GPS wordt gebruikt om het GPS-type, de GPS-poort en PRN te configureren Videoconfiguratie wordt gebruikt voor het instellen van individuele en om de GPS-statusinformatie te bekijken. Raadpleeg het hoofdstuk ‘GPS’ camera’s bij gebruik van een videomodule met acht (8) of vier (4) kanalen. in deze handleiding voor gedetailleerde installatie-instructies.
sensoren Sensoren niet beschikbaar Wanneer er geen druksensorinterfaceset is geïnstalleerd, zijn de Wanneer er een Sensoren op het systeem aanwezig is, zijn er opties configuratieopties niet beschikbaar. om de Sensoren in te stellen en te configureren beschikbaar. Figuur 5-19: De druksensorinterfaceset is niet waargenomen 1.
Figuur 5-20: Druksensor Figuur 5-21: Monitor druppelafmeting monitor druppelafmeting Monitor druppelafmeting niet beschikbaar Wanneer er geen druksensorinterfaceset is geïnstalleerd, zijn de Wanneer er een druksensorinterfaceset aanwezig is, wordt de monitor configuratieopties niet beschikbaar. druppelafmeting gebruikt om de monitor druppelafmeting (DSM) in/uit te schakelen, om maximaal vijf (5) mondstukken in te stellen en om het Figuur 5-22: De druksensorinterfaceset is niet waargenomen huidige mondstuk te selecteren.
gegeVensbeHeeR taakgegevens In Gegevensbeheer kunt u taakgegevens overdragen, beheren In de geavanceerde taakmodus worden opties voor taakgegevens en rapporteren, de taakmodus wijzigen en machine-instellingen gebruikt om taakgegevens over te dragen (verwijderen, importeren, overdragen en beheren. exporteren) en te beheren (nieuwe taak aanmaken, taak verwijderen of 1.
Overbrengen Beheren In de modus ‘Geavanceerde taak’, kunnen op het overdrachtsscherm In de modus ‘Geavanceerde taak’ kan het scherm voor het beheren voor taakgegevens geselecteerde taken van of naar een USB-stick van taakgegevens worden gebruikt om een nieuwe lege taak aan te gekopieerd worden.
rapporten Figuur 5-29: Rapporten - Eenvoudige taakmodus Rapporten wordt gebruikt voor het opstellen van taakrapporten en ze op te slaan op een USB drive N.B.: in de eenvoudige taakmodus kan alleen de huidige taak worden opgeslagen. Er kunnen geen rapporten geselecteerd worden wanneer een taak actief/gestart is.
machine-instellingen 6. Druk op de pijl TERUG of op het tabblad De optie Machine-instellingen wordt gebruikt om profielen met GEGEVENSBEHEER aan de zijkant om terug te gaan machine-instellingen over te dragen (verwijderen, importeren, naar het hoofdscherm Gegevensbeheer. exporteren) en om profielen voor machine-instellingen te beheren Figuur 5-30: Opties - Verander taakmodus (nieuw profiel aanmaken, profiel kopiëren of verwijderen, het huidige profiel opslaan in het geselecteerde profiel of de machine-instellingen...
Overbrengen Beheren Op het scherm voor het overbrengen van de machine-instellingen Op het scherm waarop de machine-instellingen beheerd kunnen kunnen de geselecteerde machine-instellingen naar een USB-stick worden, kunnen nieuwe, lege machine-instellingen aangemaakt gekopieerd en verwijderd worden. worden, geselecteerde machine-instellingen naar nieuwe machine- instellingen gekopieerd worden, geselecteerde machine-instellingen Machine-instellingen die naar een USB-stick zijn gekopieerd kunnen verwijderd worden, huidige machine-instellingen naar geselecteerde...
Beschikbaarheid van machine-instellingen Wordt opgeslagen als geëxporteerd profiel in Kan bewerkt worden in Instelling Matrix Pro GS FieldWare Link Matrix Pro GS FieldWare Link Machinetype verkregen uit Matrix Pro GS GPS antennehoogte ...
Wordt opgeslagen als geëxporteerd profiel in Kan bewerkt worden in Instelling Matrix Pro GS FieldWare Link Matrix Pro GS FieldWare Link Lichtbalk Video Maximale bedieningsdruk –...
cultureel audio volume Cultureel wordt gebruikt voor instellen van Eenheid, Taal en de Tijdzone. Audio volume stelt de geluidssterkte van de luidspreker in. 1. Druk op het tabblad CONSOLE aan de zijkant 1. Druk op het tabblad CONSOLE aan de zijkant Audio volume 2.
demo-modus over De demomodus wordt gebruikt om een GPS-simulatiesignaal af te spelen. Het scherm Over/opslaan toont de versie van de systeemsoftware en van de modules die op de CAN-bus zijn aangesloten. Ook wordt een N.B.: dit hulpmiddel schakelt inkomende GPS-posities uit en start QR-code getoond waarmee de gebruikershandleidingen rechtstreeks het afspelen van gesimuleerde gegevens.
Figuur 5-41: Calculator TOOls Het menu Tools maakt verschillende berekeningen mogelijk op een calculator of een eenhedenconverter. De eenhedenconverter berekent verschillende metingen op basis van oppervlakte, lengte of volume. 1. Druk op het tabblad UNIT SETUP onderin het scherm 2. Druk op het tabblad TOOLS aan de zijkant 3.
hoofdstuk 6 – naviGatie De Matrix Pro GS kan gelijktijdig navigeren en toepassingen bedienen. Als de setup klaar is kan gelijk met navigatie begonnen worden. De operator kan het veldwerk optimaliseren dankzij vijf navigatiefuncties: Recht AB Gebogen AB , Circle Pivot , Laatste lijn en Volgende rij .
Pictogrammen - worden gebruikt op de Matrix Pro 570GS is aangesloten. Split Camera-weergave - Selecteert een van de twee Knoppen - worden gebruikt op de Matrix Pro 840GS reeksen van vier camera-invoeren (A/B/C/D of E/F/G/H) om het scherm in vier verschillende videofeeds op te splitsen.
nAVIgATIebAlK De Navigatiebalk geeft uw eigen keuze aan taakinformatie weer (huidige snelheid, bewerkte gebied, huidige tijd, lijnnummer, richting, huidige ratio en doelratio), navigatie-activiteit (spoorfout [metrisch], huidige activiteit en GPS status) en boomstatus. Figuur 6-2: Voorbeelden van de navigatiebalk Navigatie-activiteit en boomstatus Selecteerbare informatie Selecteerbare informatie 0,00...
sTATUsbAlK De statusbalk geeft informatie over de GPS- status, de navigatiefunctie, het begrensde gebied, het gebruik van de vrije besturing, de kantelcorrectie, de apparaatbediening en de druppelafmeting. Figuur 6-3: Statusbalk Geassisteerd/auto-sturen status Groen = ingeschakeld, actieve besturing Geel = geactiveerd, aan alle voorwaarden voor geassisteerd/auto-sturen is voldaan Rood = uitgeschakeld, er is niet aan alle voorwaarden voor geassisteerd/auto-sturen voldaan...
Pagina 40
Status navigatiemodus Status kantelcorrectie Het scherm met de status van de navigatiemodus toont informatie Het scherm met de status van de kantelcorrectie toont informatie met met betrekking tot het begeleidingspatroon, de naam van de huidige betrekking tot de huidige status van het kantelcorrectiesysteem. hulplijn en het aantal hulplijnen dat in de console is opgeslagen.
• Druk op het tabblad REALVIEW OPTIES Figuur 6-11: Navigatieschermopties Navigatie- en geleidingsopties > 0,0 < De pictogrammen voor in-/uitzoomen zijn niet beschikbaar op Matrix Pro 840GS- of op RealView-navigatieschermen RealView-opties > 0,0 < Home/Taak scherm...
◄Witte vakken – actieve gieken • Punten – aanduidingen van vastgestelde punten ◄Rode punt – Terugkeerpunt Matrix Pro 840GS Consoleknop assistentie ◄Blauwe punt – Markering “A” ◄Groene punt – Markering “B" • Zoom In/Uit & Perspectief - de knoppen omhoog/omlaag stellen de voertuigweergave of het perspectief tot de horizon in •...
◄Oranje – actieve navigatielijn • In-/uitzoomen – past het zichtbare gebied op de kaart aan. ◄Zwart (meerdere) – nevenliggende hulplijnen ◄Zwart – grenslijn Matrix Pro 840GS Consoleknop assistentie • Punten – markeringen voor vastgestelde punten • In-/uitzoomen – de knoppen omlaag/omhoog stellen de ◄Rode punt –...
realview-navigatie RealView-navigatie geeft video-invoer op het beeldscherm weer in plaats van een computergegenereerd beeld. Vanuit dit scherm kunnen alle configuratie- en navigatieopties worden geopend via de tabbladen aan de rechterzijde van het scherm. Wanneer een videoselectiemodule (VSM) op het systeem is geïnstalleerd, zijn er twee video-opties beschikbaar: •...
nAVIgATIeFUnCTIes rechte ab-geleiding Rechte AB-geleiding biedt geleiding in rechte lijn gebaseerd op referentiepunten A en B. De originele A- en B-punten vormen de basis van alle andere parallelle lijnen. N.B.: De afstand tot de nevenliggende hulplijnen wordt berekend aan de hand van de navigatiebreedte, die in de eenheid gecodeerd is in de werktuigopties.
RICHTlIjnen markeer a en b Punten Gebogen lookahead geeft aan in welke richting het voertuig rijdt wanneer in een bepaalde richting gestuurd wordt. Om een AB-geleider vast te leggen: AB-hulplijnen, Azimuthhulplijnen, Volgende doorgang-hulplijnen en 1. Rij naar gewenste plaats voor Punt A Volgende Rij-hulplijnen zijn beschikbaar op basis van de actieve navigatiemodus.
Figuur 6-20: Markeer punt B A+ verplaatsen functie De A+ verplaats functie maakt verplaatsen van de bestaande A-B 13:14 Markeer B km/u navigatie lijn naar de huidige positie van het voertuig mogelijk. Bijstellen navigatielijnen: 1. Druk op het tabblad NAVIGATIE EN GELEIDEROPTIES de navigatieopties weer te geven.
volgende navigatiefunctie. laatste doorgang geleiders Als meer dan een geleider wordt opgeslagen wordt de Volgende Laatste Lijn Navigatie maakt echte navigatie langs laatste lijn geleider functie beschikbaar. Door te drukken op Volgende mogelijk. De console zal automatisch de dichtstbijzijnde lijn van geleider wordt het voertuig naar de volgende geleider het reedsbewerkte land kiezen.
volgende rij geleiders azimuthgraad Volgende rij-navigatie geeft op basis van de geprogrammeerde Een Azimuth wordt bepaald als een horizontale hoek die met de navigatiebreedte aan waar de volgende rij zich bevindt en biedt klok mee gemeten wordt vanaf een noordelijke basislijn. Als een navigatie aan de uiteinden van aangegeven rijen tot de volgende azimuth wordt gebruik is het punt waaruit de azimuth afkomstig is het aangrenzende rij.
beWeRKIngsgRens Bewerkingsgrenzen stellen zones vast die wel of niet bewerkt Figuur 6-30: Rondom in werking moeten worden met ABSC of BoomPilot. Grenzen kunnen in alle 0,00 navigatiefuncties worden vastgesteld. U kunt in één keer één km/u buitenrand en maximaal vijf (5) binnenranden opslaan. Een gebruiker kan via Gegevens - >...
Pagina 51
Figuur 6-33: Grens opslaan Figuur 6-36: Grens afronden - Rijden tot startpunt 4,68 5,48 Markeer A Markeer A km/u km/u begrensd gebied = 64,45 ha Wilt u de gemarkeerde grens opslaan? Opslaan Verwijder Gebruik het pictogram GRENS ANNULEREN om het proces voor een nieuwe begrenzing te annuleren en terug te keren naar de vorige grens (mits deze werd ingesteld).
nAAR PUnT TeRUgKeRen. Naar punt terugkeren navigeert terug naar een vastgesteld punt in Figuur 6-38: Wis punt Voertuig view en Veld view. In Voertuigweergave leidt een pijl het 09:03 voertuig terug naar het vastgestelde punt. In de veldweergave wordt km/u alleen het punt getoond.
bOOMPIlOT enkele sectie Met de optionele schakelaar Als geen SmartCable of Sectie Driver-module (SDM) BoomPilot kan onderdrukt worden met de optionele aan/ aanwezig is wordt BoomPilot gebruikt alle bomen aan of uit te zetten. Alleen één sectiebreedte is zichtbaar en de uit-schakelaar.
smartcable of sectie driver-module Snelheidsbegrenzer of schakelkast Als een SmartCable of Sectie Driver-module (SDM) aanwezig is wordt BoomPilot gebruikt om BoomPilot in te stellen op Uit/ Ga als volgt te werk om te schakelen tussen uit/handmatig op de BoomPilot wanneer er een snelheidsbegrenzer Handmatig , automatisch of alles aan...
ZOOM In/UIT PAnMOdUs In Veldweergavenavigatie kan de weergave handmatig naar wens voertuigweergaven worden ingesteld in panmodus. De decentrale positie op het scherm Zoom In/Uit & Perspectief wordt gebruikt om de voertuigweergave wordt vastgehouden tot op het pictogram Wereld wordt gedrukt. of get perspectief naar de horizon of in vogelvluchtperspectief in te stellen.
sPeCIFIeKe OPTIes VOOR ReAlVIeW RealView-navigatie geeft video-invoer op het beeldscherm weer in Figuur 6-45: Enkelvoudige camera-selectie plaats van een computergegenereerd beeld. 0,00 > 0,0 < km/u Als er een Videoselectiemodule (VSM) op het systeem is geïnstalleerd zijn er twee (2) video-opties beschikbaar: ►Weergave van één camera –...
configuratieopties voor realview RealView setup opties opent extra navigatietools waaronder navigatie via video en een stuurhoekindicatie. Om RealView opties te openen: 1. Druk op het tabblad REALVIEWOPTIES om de RealView- opties weer te geven 2. Druk op het pictogram REALVIEW-NAVIGATIEOPTIES 3.
hoofdstuk 7 - GPs GPS wordt gebruikt om het GPS-type, de GPS-poort en PRN te configureren en om de GPS-statusinformatie te bekijken. Figuur 7-1: GPS N.B.: Deze instellingen zijn nodig voor de ondersteunde/vrije besturing, voor de kantelsensor en voor de juiste werking van de aanbouwdelen.
GPS type Minimale configuratie-eisen voor de externe ontvanger GPS type kan worden aangepast voor het accepteren van GPS- Voordat de Matrix een externe GPS-ontvanger waarneemt en accepteert, dient aan de volgende configuratie-eisen voldaan te zijn. transmissies (alleen ongecorrigeerde signalen), DGPS-transmissies (alleen differentieel gecorrigeerde signalen) of beide typen signalen.
Figuur 7-4: GPS status informatie De ontvanger programmeren U kunt de GPS-ontvanger direct programmeren via de opdrachtregelinterface. Alleen TeeJet-supporttechnici moeten deze functie gebruiken. Gebruik op eigen risico! 1. Druk op Start 2. Pas de programmering naar wens aan. Figuur 7-5: De ontvanger programmeren GPS-statusinformatie op navigatieschermen GPS-status geeft informatie weer over datasnelheden, het aantal beschikbare satellieten en de kwaliteit en ID van de satellieten.
Alternatieve PRN Wanneer PRN niet automatisch is, zorgt een tweede, alternatieve SBAS PRN voor een tweede set met gegevens voor de correctie van het GNSS-differentiaal. 1. Druk op de pijl OMLAAG om de optielijst te openen. 2. Kies: ►None – geen nummer voor een alternatieve PRN ►Nummer –...
hoofdstuk 8 - werktuiGconfiGuratie Werktuig instellen wordt gebruikt voor de verschillende instellingen in verband met de rechte lijn-modus, gespreid modus of verzetmodus. De instellingen hangen af van het gebruik van een SmartCable of Sectie Driver-module (SDM). type werktuig Bij Type werktuig kunt u het soort applicatiepatroon kiezen dat het beste overeenkomt met uw systeem. ●...
gebRUIK VAn HeT bAsIssCHeRM Opties die niet beschikbaar zijn als een taak actief is Door schermen bladeren Bepaalde schermen bieden meer informatie of opties dan in beeld Als een taak actief is, zijn sommige setupopties niet beschikbaar. Raadpleeg het structuuroverzicht van het setupmenu voor de opties wordt weergegeven.
COnFIgURATIe VAn enKele seCTIe De configuratie-optie voor de enkele sectie wordt gebruikt wanneer het Figuur 8-8: Werktuig - Enkelvoudige sectie systeem niet is voor zien van een SmartCable of Sectie Driver-module (SDM). De hele giek of het hele toedieningsgebied wordt als één sectie beschouwd.
Teejet gespreid type werktuig Recht werktuig Gespreid 1. Selecteer op het scherm van het werktuig een werktuig. 1. Selecteer op het scherm van het werktuig Recht 2. Druk op het pijltje VOLGENDE PAGINA 2. Druk op het pijltje VOLGENDE PAGINA 3.
OEM gespreid type werktuig Gespreid 1. Selecteer op het scherm van het werktuig 2. Druk op het pijltje VOLGENDE PAGINA 3. Kies uit: ►Setup type – wordt gebruikt om het type -gespreid te kiezen ►Antenne tot disk – wordt gebruikt om de afstand van de GPS-antenne tot de toedieningsschijven of het doseringsmechanisme in te stellen.
COnFIgURATIe VAn de sMARTCAble OF seCTIe dRIVeR-MOdUle De configuratie-optie voor de SmartCable of Sectie Driver-module Figuur 8-13: Werktuig - SmartCable of Sectie Driver-module wordt gebruikt wanneer het systeem is voorzien van een SmartCable of Sectie Driver-module (SDM). De giek of het toedieningsgebied kan worden opgedeeld in maximaal 15 secties.
Recht werktuig Figuur 8-15: Setup-opties voor apparaten in rechte lijn modus 1. Selecteer op het scherm van het werktuig een werktuig. Recht 2. Druk op het pijltje VOLGENDE PAGINA 3. Kies uit: ►Boom-plaatsingsrichting – wordt gebruikt om aan te geven of de boom zich voor of achter de GPS-antenne bevindt wanneer het voertuig vooruit rijdt ►Afstand antenne tot boom...
Teejet gespreid type werktuig Gespreid 1. Selecteer op het scherm van het werktuig 2. Druk op het pijltje VOLGENDE PAGINA 3. Kies uit: ►Setup type – wordt gebruikt om het type -gespreid te TeeJet kiezen ►Antenne tot disk – wordt gebruikt om de afstand van de GPS- antenne tot de toedieningsschijven of het doseringsmechanisme in te stellen.
Figuur 8-18: Overlapping Vanaf de achterzijde van de machine bezien ontvangen de secties hun nummers van links naar rechts, waarbij de linkersectie het laagste nummer heeft en de rechtersectie het hoogste. Consulteer de fabrikant van de verspreider voor de waarde. 4.
Pagina 71
en uitgeschakeld wanneer gebruik gemaakt wordt van de Figuur 8-20: Setup-opties voor apparaten in rechte lijn modus automatische bediening van de boomsectie ►Tijd voor vertraging aan – wordt gebruikt om de tijd in te stellen waarna elke sectie wordt ingeschakeld wanneer een niet bespoten gebied wordt betreden.
de AFsTAnd VAn HeT WeRKTUIg AAnPAssen Compensatieafstand werktuig wordt gebruikt om de afstand vanaf Figuur 8-22: Compensatieafstand implementeren de middenlijn van de machine tot het midden van het werktuig in te voeren. Wanneer de weergave op het scherm geen overlapping of hiaat toont en de toediening op locatie wel consistent aan één zijde in de rijrichting een overlapping of hiaat toont, dient een aanpassing voor de compensatieafstand van het werktuig berekend te worden.
Aanpassing van de compensatie van het werktuig Ga als volgt te werk om de aanpassing voor de compensatie van het werktuig te berekenen aan nevenliggende hulplijnen: 1. Maak een rechte AB-lijn. 2. Activeer geassiseerd/auto-sturen en rijd langs baan alsof u het werktuig bestuurd. Plaats vlaggen aan de buitenranden van het werktuig. ...
FAbRIeKsInsTellIngen en beReIKen enkele sectie smartcable of sectie driver-module Beschrijving Fabrieksinstellingen Bereik Beschrijving Fabrieksinstellingen Bereik Machinetype Voorwiel Machinetype Voorwiel GPS antennehoogte 3,81 m 0,0 tot 10,0 m GPS antennehoogte 3,81 m 0,0 tot 10,0 m Type werktuig Recht Type werktuig Recht Compensatieafstand 0,0 m...
OEM gespreid type werktuig Beschrijving Fabrieksinstellingen Bereik Setup type Antenne tot disks 0,0 m 0,0 tot 50,0 m Startafstand Raadpleeg de fabrikant van de verspreider voor de waarde. Stopafstand Raadpleeg de fabrikant van de verspreider voor de waarde. Sectie startafstanden Raadpleeg de fabrikant van de verspreider voor de waarde.
hoofdstuk 9 - monitor druPPelafmetinG De configuratie voor Monitor druppelafmeting wordt gebruikt om de Monitor druppelafmeting (DSM) te configureren en in te schakelen. Om de Monitor druppelafmeting in te schakelen is een druksensorinterfaceset nodig. De DSM is beschikbaar op alle navigatiepagina’s. U kunt de DSM openen via de statusbalk.
monitor druppelafmeting Monitor druppelafmeting niet beschikbaar Wanneer er geen druksensorinterfaceset is geïnstalleerd, zijn de Wanneer er een druksensorinterfaceset aanwezig is, wordt de monitor configuratieopties niet beschikbaar. druppelafmeting gebruikt om de monitor druppelafmeting (DSM) in/uit te schakelen, om maximaal vijf (5) mondstukken in te stellen en om het huidige Figuur 9-3: De druksensorinterfaceset is niet waargenomen mondstuk te selecteren.
Mondstuk preset Huidig mondstuk Met de mondstukpresets kunnen vijf mondstukken worden ‘Huidig mondstuk’ toont het actieve mondstuk, zodat u informatie over opgeslagen, zodat hun respectievelijke configuraties snel kunnen de huidige druppelafmeting kunt vaststellen. De mondstukken dienen vooraf ingesteld te zijn: anders kunnen ze niet geselecteerd worden. worden opgeroepen.
WeRKIng VAn de MOnITOR VOOR de dRUPPelAFMeTIng Statusbalk Navigatiebalk Het scherm met de druppel-/drukstatus toont informatie over de De navigatiebalk houdt u op de hoogte over de door u gekozen huidige status van de druppelafmeting en de systeemdruk. informatie, waaronder de huidige systeemdruk en de huidige druppelafmeting.