Controleer of de besturing (controller) uitgeschakeld
is voordat de vrijloophendels worden gebruikt. Als u
dit niet doet is er namelijk meer kracht nodig om de
rolstoel te duwen.
GEVAAR!
•
Dit mag alleen in een noodsituatie worden
gedaan, of als het nodig is de rolstoel
handmatig voort te duwen. Het is niet bedoeld
om voortdurend op deze wijze te gebruiken of
om de rolstoel een helling op- of af te duwen
terwijl de gebruiker in de rolstoel zit.
•
Het
automatische
de
rolstoel
functioneert
remontkoppelingshendels naar beneden zijn
gedrukt, in de "rijpositie".
•
De motor kan heet zijn na gebruik. Let op dat u
de motorbekisting niet aanraakt wanneer u het
vrijloopmechanisme ontkoppelt.
•
Probeer nooit het remontkoppelingsmechanisme
te ontkoppelen terwijl u in de rolstoel zit en vooral
niet als u zich op een helling bevindt.
•
Controleer altijd of de vrijloophendels naar
beneden teruggezet zijn in de "rijpositie".
5.4.1 "Lage-duwkrachtontkoppeling" (LDO)
OPMERKING:
Wanneer
aangedreven rolstoel is uitgerust met de lage-
duwkrachtontkoppeling, zijn de volgende instructies
van toepassing:
Wanneer
de
elektrisch
uitgeschakeld is, is de rolstoel onbeweeglijk vanwege
de positieve vergrendeling van de automatische,
elektromagnetische remmen die op de motoren zijn
gebouwd.
Wanneer de rolstoel moet rijden zonder gebruik van
de accu, gebruik dan de remontkoppelingshendels.
(Fig. 4.1 - 4.4) zoals beschreven in hoofdstuk 4,
of (Fig. 5.5 - 5.8), zoals getoond op voorgaande
bladzijde.
Als u niet de benodigde kracht heeft om de rolstoel te
duwen, dan kunt u de "lage-duwkrachtontkoppeling"
gebruiken, (Fig. 5.10 - 5.11).
Fig. 5.9
Fig. 5.10
24
SALSA R2 / SALSA M
remsysteem
van
niet
tenzij
de
uw
elektrisch
aangedreven
rolstoel
Fig. 5.11
5.2.1 Opvouwen van de kantelbare rugleuning (gashendel
of elektrisch) (standaard zitting).
WAARSCHUWING!
De lagere positie van zowel de elektrische actuator en de
handmatig bediende gasveer MOETEN overeenkomen met de
gebruikte zitdiepte.
Nadat de zitdiepte is aangepast, MOET u controleren of de
lagere positie van de elektrische actuator of de handmatige
gasveerhendel overeenkomen met de zitdiepte. (Gebruik het
gat op 17", 430mm, in de laagste beugel voor een zitdiepte van
17", 430mm).
Nadat de rugleuning is opgevouwen, MOET u controleren of
de pen van de lagere actuator/gasveer in de juiste plaats is
gestoken, zodat dit overeenkomt met de gebruikte zitdiepte.
D.w.z. gebruik het gat op 17" (430mm) in de lagere beugel of bij
een zitdiepte van 17" (430mm).
Wanneer dit wordt nagelaten, leidt dit tot mogelijke onveilige
kantelhoeken en kan de actuator stuk gaan tijdens gebruik.
Hierdoor zal de rugleuning naar achteren vallen, waardoor de
gebruiker mogelijk de stabiliteit van zijn houding verliest.
1. Trek de vergrendelingspin eruit (Fig. 5.12).
2. Trek de draaipen eruit (Fig. 5.13).
3. Maak de moeren van de rugleuninghendels los, (Fig. 5.14).
4. Leg de rugleuning op de zitting, (Fig. 5.15)
5. Wanneer alles in de oorspronkelijke positie wordt
teruggebracht, let er dan op dat het juiste gat in de
lagere beugel wordt gebruikt, (Fig. 5.16). Zie eerdere
waarschuwing.
Fig. 5.12
Fig. 5.14
Fig. 5.16
Fig. 5.13
Fig. 5.15
410 mm 430 mm 460 mm
480 mm 510 mm
Rev.J