Onderhoud
Statische mixers reinigen
Zie F
. 1, pagina 7. Gewoonlijk worden twee statische
IG
mixerbehuizingen (S, Onderdeelnr. 262478) aangesloten
op de adapter van de statische mixer (V) op de
integratieslang (L). Deze behuizingen maken gebruik
van plastic mengelementen, die verkrijgbaar zijn in een
verpakking van 25 stuks (W, Onderdeelnr. 248927).
KENNISGEVING
Gebruik nooit een wartelverbinding op de mixerinlaten.
De verbinding zal de buis samendrukken en het
onmogelijk maken het mengelement te verwijderen.
Om de behuizing te reinigen en het mengelement
te vervangen:
1.
Ontlast de druk, zie pagina 12. Verwijder de
mixerbehuizingen (S) uit de integratieslang (L) en uit
de verlangslang (T).
2.
Plaats de vlakke zijde van de mixerbehuizing (S) op een
geaarde bankschroef. Duw het mengelement (W) uit het
inlaatuiteinde.
3.
Gebruik indien nodig een bit van 1,27 cm (1/2 inch) om
oud materiaal uit te boren en het mengelement uit het
inlaatuiteinde te reinigen, naar beneden naar de interne
schouder aan het uitlaatuiteinde.
4.
Gebruik een borstel om eventueel afval in de behuizing
(S) te reinigen.
5.
Breng een nieuw mengelement in, het brede
uiteinde eerst.
Reinig het filter aan de „B"-zijde
OPMERKING:
De volgende aanwijzingen zijn alleen van toepassing als een
zeefhulpstuk voor vloeistoffen met een lage viscositeit wordt
gebruikt. Zie Toebehoren op pagina 27.
1.
Verwijder de „B"-inlaatverbinding (31) uit het
verdeelblok (1).
1
3A0335H
31
29
28
2.
Trek met een punttang het „V"-filter (28) en de O-ring (29)
naar boven en eruit.
3.
Reinig of vervang het filter (28).
4.
Installeer het filter (28) en de witte plastic O-ring (29)
opnieuw met gereedschap 15T630 (inbegrepen in
reparatieset 256238).
OPMERKING:
De O-ring (29) wordt gebruikt als een borgring, niet als een
afdichting. Het kan gekrast of vervormd worden door het filter
(28) opnieuw in te drukken.
5.
Monteer de „B"-inlaatverbinding (31) in het
verdeelblok (1).
Reinig de uitlaat van
de mengverdeler
1.
Verwijder de uitlaatfitting (33) om bij de
„B"-centerinjectiebuis (9) te kunnen.
9
33
2.
Reinig enige ophoping op, rond of binnenin de slang (9).
3.
Installeer de uitlaatfitting (33) opnieuw.
Onderhoud
21