Bediening
Bediening
Drukontlastingsprocedure
Volg altijd de drukontlastingsprocedure als u stopt met
spuiten of verdelen; en vóór reiniging, controle, onderhoud
en transport van de apparatuur.
Ontlast de vloeistofdruk aan
de A- en B-zijde
1.
Zet de trekker op de veiligheidspal.
2.
Druk op Stop
te schakelen.
3.
Sluit alle toevoerkleppen van de luchtmotor of elke bron
van vloeistofdruk.
4.
Open de A- en B-circulatiekleppen indien deze voorzien
zijn. Zie F
. 3 en F
IG
IG
5.
Als vloeistofverwarmers gebruikt worden, zet ze dan
af met behulp van de knoppen op de bedieningskast
van de verwarmer.
6.
Sluit de toevoerpompen af, indien deze gebruikt worden.
12
ti1949a
om het spuitapparaat uit
. 4 op pagina 9.
7.
Haal de trekker van de veiligheidspal.
1.440 in.
(36.58 mm)
8 X 5/16-18 UNC 2B
8.
Houd een metalen deel van het pistool stevig gericht naar
een geaarde metalen emmer met een spatbescherming.
Haal het pistool aan om de druk te ontlasten in de
materiaalslangen.
9.
Zet de trekker op de veiligheidspal.
10. Slangen voor gemengd materiaal, mixer en pistool
spoelen. Zie Spoelen op pagina 13.
ti1950a
ti1949a
3A0335H
ti1953a