Reparatie
Volg als u stopt met spuiten en voor reiniging, controle,
onderhoud en transport van de apparatuur, de
Drukontlastingsprocedure. Lees de waarschuwingen
in de handleiding van uw spuitapparaat.
KENNISGEVING
•
Denk eraan om bij het demonteren alle onderdelen
die met materiaal in contact komen te markeren met
„hars" of „uitharder". Op die manier verhindert u dat
hars- en verharderonderdelen verwisseld zouden
worden bij het opnieuw monteren, waardoor de
materialen en het vloeistofpad door de apparatuur
besmet zouden raken.
•
Kleurgecodeerde chemische bestendige tape kan
gebruikt worden om de onderdelen te labelen.
Gebruik blauw voor hars en groen voor verharder.
1.
Ontlast de druk, zie pagina 12.
2.
Maak het filter aan de „B"-zijde schoon. Zie pagina 21.
3.
Verwijder de dopmoer (CN) en hendel (CH) van de
patroonassemblage (11). Gebruik een sleutel om de
patroonassemblages van de verdeler (1) te verwijderen.
Zie handleiding 313343 voor instructies voor het
repareren van de verdeler.
1
11
CH
CN
F
. 6
IG
4.
Reinig alle onderdelen grondig met een geschikt
oplosmiddel. Gebruik een zachte borstel om
de doorvoeren van de verdeler te reinigen.
3A0335H
r_255684_256980_312749_18a
Verwijder de restrictor
1.
Noteer het aantal draaien van open naar gesloten positie.
Verwijder de restrictorbehuizing (19) van de verdeler (1).
2.
Plaats de restrictorbehuizing (19) in een bankschroef
en verwijder de moer (20).
F
. 7
IG
3.
Schroef de instelas (18) in de richting van de wijzers van
de klok los en verwijder de restrictorbehuizing (19).
16
17
F
. 8
IG
4.
Verwijder en inspecteer de O-ringen (16, 17). Vervang
deze, indien nodig.
5.
Verwijder de set schroeven (15) en zitting (14) van
de verdeler (1).
14
15
F
. 9
IG
20
19
1
r_255684_256980_312749_9a
19
18
r_255684_256980_312749_10a
r_255684_256980_312749_11a
Reparatie
19