HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE
5. Activeringslichtje/voetschakelaar
Om een functie te gebruiken, moet de
voetschakelaar worden ingedrukt en de
functie binnen zeven seconden worden
gekozen. Het activeringslichtje geeft aan
dat de bedieningselementen geactiveerd zijn. Als een func-
tie niet binnen zeven seconden wordt gekozen, of als er
zeven seconden verlopen tussen het beëindigen van de ene
functie en het beginnen van de volgende, gaat het active-
ringslichtje uit en moet de voetschakelaar worden losgela-
ten
en
opnieuw
bedieningselementen te activeren.
Wanneer de voetschakelaar wordt losgelaten, ontvangen de
bedieningselementen geen voeding meer en worden de rij-
remmen ingeschakeld.
WAARSCHUWING
OM ERNSTIG LETSEL TE VOORKOMEN, MAG DE VOETSCHAKELAAR NIET WORDEN VER-
WIJDERD, GEWIJZIGD OF UITGESCHAKELD DOOR BLOKKEREN OF WELKE ANDERE
METHODE DAN OOK.
WAARSCHUWING
ALS DE VOETSCHAKELAAR ALLEEN WERKT BINNEN DE LAATSTE 6 MM (1/4 IN) VAN DE
INDRUKAFSTAND (AAN DE BOVEN- OF ONDERKANT), MOET HIJ WORDEN BIJGESTELD.
3-16
worden
ingedrukt
om
– JLG Hoogwerker –
6. Indicator acculading
Dit lampje brandt om de ladingstoestand
van de accuset aan te geven.
de
7. Indicator Accu bijna leeg
Hiermee wordt aangegeven dat de accu's
bijna leeg zijn en moeten worden opgela-
den.
3123879