Uitbreidingsmodules; Ondersteunendpumps; Wcs, Twc En Koeling; Shunt Groepen - Thermia Robust Eco Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor Robust Eco:
- Installatiehandleiding (20 pagina's) ,
- Onderhoudshandleiding (12 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (36 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Het eerste item in het menu is de instelling voor de snelste stand. Deze instel-
ling kan worden gebruikt tijdens het testen van het systeem en zorgt er voor dat
de integraal 60 keer zo snel verandert dan normaal. Deze instelling wordt niet
automatisch gedeactiveerd.
3.7 Uitbreidingsmodules
Dit menu wordt gebruikt voor het installeren en verwijderen van uitbreidings-
modules. Elk type uitbreidingsmodule heeft een apart submenu. Alle aangeslo-ten
en werkende modules worden in de bijbehorende menu's weergegeven. In deze
menu's zijn de modules herkenbaar aan hun serienummers. Het serie-nummer
wordt op elke module vermeld.
3.7.1 OndersteunendPumps
Ondersteunende warmtepompen hoeven niet te worden geactiveerd om ze in
werking te kunnen stellen. Ze werken zodra ze aangesloten en gevoed
worden. Als een ondersteunende pomp de verbinding met de hoofd verliest,
genereert de ondersteunende een alarm. Als ook een alarm in de hoofdregele-
enheid gewenst is, moet de ondersteunende pomp actief zijn.
Voor het verwijderen van een ondersteunende pomp zonder een alarm te gene-
reren, moet hij gedeactiveerd zijn. Het in het menu getoonde serienummer is
het serienummer van de regeleenheid WM HPC. U kunt dit aflezen van de linker
aansluiting aan de onderzijde. Als een WM HPC in een warmtepomp wordt ver-van-
gen, dan beschouwd de hoofd dit als een volledig nieuwe warmtepomp. De oude
regeleenheid moet worden gedeactiveerd en de nieuwe geactiveerd.
3.7.2 WCS, TWC en Koeling
Van elk van deze drie types uitbreidingsmodules kan er slechts één in het sys-
teem worden geïnstalleerd. Als er meerdere van dezelfde types zijn, werkt het
systeem niet. WCS, TWC en Shunt zijn feitelijk dezelfde module, HPC EM.
De functionaliteit wordt geselecteerd met behulp van schakelaars aan de voorzi-
jde en als deze verkeerd staan, verschijnt de verkeerde module in het verkeerde
submenu.
Deze modules werken niet voordat ze worden geactiveerd.
3.7.3 Shunt groepen
In een systeem kunnen maximaal acht shuntmodules aangesloten en geacti-veerd
worden. Alle shuntmodules worden in het shuntmenu getoond. Er moet niet
alleen worden geselecteerd of een shuntmodule al dan niet geactiveerd moet
worden, de module moet ook worden toegekend aan een shuntgroep. Het instel-
lingenmenu heeft instellingen voor shuntgroepen één t/m acht. In het menu voor
uitbreidingsmodules moet worden aangegeven welke module in shuntgroep een,
twee, enz. zit.
Thermia – 31
VUIFB110
Advertenties
Inhoudsopgave
