Menuscherm Systeem
Pulstoonvolume
Deze instelling bepaalt het volume van de pulspieptoon. De schuifknop voor het pulstoonvolume
heeft 15 standen. Het standaardvolume voor de pulstoon is uit (0). Deze instelling kan als
voorinstellingsparameter worden opgeslagen.
Pulstoonherkomst
Deze instelling bepaalt van welk SpO
kanaal als bron van herkomst van de pulstoon worden gebruikt. Deze instelling kan als
voorinstellingsparameter worden opgeslagen.
Gegevensuitvoermodi
Dit apparaat heeft 5 verschillende indelingen voor real-time gegevensuitvoer, eenmaal per
seconde (Nonin 1, Nonin 2, Nonin 3, Nonin 4, Nonin 5). Daarnaast worden gegevens van de RS-
232-poort naar de optionele Dymo-printer (Printer) verzonden.
Deze instelling kan als voorinstellingsparameter worden opgeslagen.
NB De selectieopties voor Bluetooth en de RS-232-poort verschillen: er kunnen verschillende
indelingen voor de gegevensuitvoer worden gebruikt.
Zie voor nadere informatie over de gegevensindelingen het onderdeel '"Functies voor geheugen
en gegevensuitvoer" op pagina 68'.
Geheugen wissen
Met deze instelling worden de opnamen van patiëntgegevens van de monitor verwijderd. Deze
instelling verwijdert geen voorinstellingen van de monitor.
Fabrieksinstellingen herstellen
Met deze instellingen worden alle voorinstellingen, standaardinstellingen van de kliniek en
andere door de gebruiker verrichte instellingen verwijderd en worden de fabrieksinstellingen
voor de alarmlimieten op de monitor weer hersteld (tabel 10).
Tabel 10. Standaard fabrieksinstellingen voor alarmlimieten
Alarmlimietinstelling
rSO
hoog
2
rSO
laag (% BL) % onder baseline
2
rSO
laag (Abs) absoluut
2
SpO
-hoog
2
SpO
-laag
2
Pulsfrequentie (PR) hoog
Pulsfrequentie (PR) laag
-kanaal de pulstoon afkomstig is. Er kan slechts een SpO
2
Fabrieksinstelling
Uit
Baseline – 25% (Baseline min 25%)
50%
Uit
85%
200 slagen/min
50 slagen/min
-
2
53