Inhoudsopgave
Advertenties
Indicaties
Voorzorgsmaatregelen (vervolg)
!
Dit apparaat niet autoclaveren, steriliseren, bespuiten met of onderdompelen in vloeistof, en geen bijtende of
schurende reinigingsmiddelen gebruiken. Geen reinigingsmiddelen en -producten met ammoniumchloride gebruiken.
Volg plaatselijke voorschriften en recyclinginstructies voor het afvoeren of recyclen van het apparaat en de
onderdelen, inclusief de batterijen. Gebruik uitsluitend door Nonin goedgekeurde oplaadbare batterijen.
Conform de Europese richtlijn voor afvoer van elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) 2002/96/EG mag dit
product niet worden afgevoerd als ongesorteerd huishoudelijk afval. Dit apparaat bevat AEEA-materialen: neem
contact op met uw leverancier over inzameling of recycling van dit apparaat. Bel Nonin voor de adresgegevens van
uw leverancier als u niet weet hoe u deze kunt bereiken.
De gegevens worden continu naar het geheugen geschreven wanneer het apparaat aanstaat. Als het geheugen vol
is, worden delen van de oudste record gewist zodra er nieuwe gegevens worden geschreven.
Als de alarmlimieten op extreem hoge of lage waarden worden ingesteld, kan dat het alarmsysteem nutteloos maken.
Een voorinstelling kan niet worden opgeslagen als de instellingen voor het alarm voor de onderlimiet voor %rSO
of
2
%SpO
lager zijn dan de standaardinstellingen van de kliniek. Instellingen voor het alarm voor de onderlimiet voor
2
rSO
en %SpO
die lager zijn dan de standaardinstellingen van de kliniek worden in de voorinstelling vervangen door
2
2
de standaardinstelling(en) van de kliniek.
De alarmdemping van 2 minuten wordt bij het opstarten automatisch ingeschakeld.
Er kan geen functietester worden gebruikt om de nauwkeurigheid van de oxymetermodule of sensor te beoordelen.
Als dit apparaat niet werkt zoals beschreven, dient gebruik gestaakt te worden totdat het probleem door daartoe
bevoegd technisch personeel is verholpen.
Zet de X-100M monitor na gebruik bij een patiënt uit (stand-by), of start een nieuwe casus (Menu Casus). Nalatigheid
in deze kan resulteren in verkeerde baselinewaarden voor de nieuwe patiënt. Telkens als het apparaat wordt
aangezet of er een nieuwe casus wordt gestart, wist de monitor de baselinewaarden, worden de limieten op de
standaardwaarden ingesteld en wordt er een nieuwe patiëntrecord in het gegevensgeheugen geopend.
Voor SpO
-monitoring werkt het apparaat soms niet als de bloedsomloop verminderd is. Verwarm of masseer de
2
vinger of verplaats het apparaat.
Onder sommige omstandigheden zal het apparaat beweging tijdens SpO
-monitoring interpreteren als goede
2
pulskwaliteit. Beperk beweging van de patiënt zoveel mogelijk.
Sluit niet meer dan één verdeelstekker aan op het systeem. Het systeem werkt anders niet.
Gebruik geen verlengkabel tussen de monitor en de verdeelstekker. Het systeem werkt anders niet.
Er kunnen niet tegelijkertijd twee signaalprocessors worden gebruikt. Dat zal een foutbericht opleveren.
Sluit nooit meerdere verlengkabels aan tussen de monitor en een signaalprocessor of tussen de verdeelstekker en
een signaalprocessor.
Raak toegankelijke connectorpennen en de patiënt nooit tegelijkertijd aan.
Het apparaat is speciaal ontworpen voor gebruik binnen de voorgeschreven bereikswaarden. Gebruik buiten deze
bereikswaarden is niet getest en kan resulteren in een slechte werking van de oxymeters.
Alle onderdelen en accessoires die worden aangesloten op de seriële poort van dit apparaat moeten goedgekeurd
zijn volgens ten minste IEC-norm EN 60950, IEC 62368-1 of UL 1950 voor gegevensverwerkingsapparatuur.
Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur kan medische elektrische apparatuur beïnvloeden.
Bij het uitvallen van een netwerkgegevensverbinding (seriële kabel/connectoren/draadloze verbinding) zal de
gegevensoverdracht uitvallen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de te gebruiken sensoren voor aanvullende contra-indicaties,
waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen.
4
Advertenties
Inhoudsopgave
