Inhoudsopgave
Advertenties
Systeemonderdelen en setup
Een sensor op de signaalprocessor aansluiten/van de signaalprocessor loskoppelen
NB De volgende sensoren worden direct op de signaalprocessor aangesloten: 8003CA
(patiënten ≥ 40 kg), 8004CA (patiënten ≥ 40 kg), 8004CB (patiënten ≤ 40 kg), 8004CB-NA
(patiënten ≤ 40 kg) en 8100S(X) zachte sensoren voor pulsoxymetrie.
1. Aansluiten:
a. Klap de doorzichtige vergrendeling op de signaalprocessor naar achteren om toegang
tot de aansluitpoort te verkrijgen.
b. Zet de pijltjes op de sensorconnector en de signaalprocessor in lijn (afb. 12-A). Steek
de sensorconnector in de contactbus op de signaalprocessor.
c. Klap de vergrendeling over de sensorconnector heen en druk hem op zijn plaats
(afb. 12-B).
2. Loskoppelen:
a. Klap de doorzichtige vergrendeling op de signaalprocessor naar achteren om de
vergrendeling van de connector los te halen.
b. Pak de connector beet en trek hem uit de signaalprocessor.
De vergrendeling op de signaalprocessor vervangen
NB Als de vergrendeling kwijtraakt of beschadigd raakt, kunt u een nieuwe bestellen.
1. Zet het scharnier van de vergrendeling in lijn met het connectoruiteinde van de
signaalprocessor (afb. 13-A).
2. Buig het scharnier van de vergrendeling voorzichtig open om deze op het uiteinde van de
signaalprocessor te bevestigen.
3. Druk de vergrendeling op zijn plaats (afb. 13-B)
A
Afbeelding 13. Vervangen van de sensorvergrendeling
Kabelklemmetjes
De signaalprocessor wordt geleverd met 2 reeds aangebrachte klemmetjes in dezelfde kleur als
het kanaal (m.a.w. op de kabel van de X-100SP-1 zijn twee blauwe klemmetjes bevestigd). Het
ene kabelklemmetje is op het connectoruiteinde bevestigd en het andere op het midden van de
kabel.
B
25
Advertenties
Inhoudsopgave
