Inhoudsopgave
Advertenties
Menuscherm Instellingen
4. Druk op Selecteren om het sensortype in te stellen. Nadat het sensortype is ingesteld,
worden op het menuscherm Instellingen de instellingen voor dat sensortype geactiveerd:
rSO
-instellingen:
2
• Baseline
• %rSO
hoog
2
• %rSO
laag (% BL) of
2
%rSO
laag (Abs)
2
5. U kunt nu andere instellingen wijzigen, twee keer op Menu drukken om terug te gaan naar
het monitoringscherm, of wachten totdat de time-outperiode voor het scherm is
verstreken.
Afzonderlijke baselinewaarden instellen
1. (OPTIONELE STAP) Druk tijdens monitoring op Eventmarkering om een event te
markeren. Noteer de letter van het event in de medische documentatie.
2. Druk op Menu. Het menuscherm Instellingen wordt weergegeven.
3. Gebruik de navigatieknoppen om naar de gewenste 'Baseline' instelling van het gewenste
kanaal te gaan en deze te markeren.
4. Druk op Selecteren. Er worden pijltjes weergegeven boven en onder de instelling.
5. Druk op de navigatieknoppen Omhoog/Omlaag om de instelling te wijzigen.
6. Druk op Selecteren om de baselinewaarde in te stellen.
7. Herhaal dit naar vereist voor elk rSO
8. U kunt nu andere instellingen wijzigen, twee keer op Menu drukken om terug te gaan naar
het monitoringscherm, of wachten totdat de time-outperiode voor het scherm is
verstreken.
NB De alarmlimieten worden bij het opstarten van het apparaat telkens opnieuw op de op dat
moment actieve standaardwaarde ingesteld.
Alarmlimieten instellen
1. Volg stap 1–4 van "Het sensortype instellen" op pagina 42 of sluit een met SenSmart
compatibele Nonin-sensor aan op de signaalprocessor.
2. Gebruik de navigatieknoppen om naar de alarmlimietinstelling voor het gewenste kanaal
te gaan en deze te markeren.
3. Druk op Selecteren. Er worden pijltjes weergegeven boven en onder de instelling.
4. Druk op de navigatieknoppen Omhoog/Omlaag om de instelling te wijzigen. Zie tabel 9
voor de opties voor het instellen van de alarmlimieten.
5. Druk op Selecteren om de limiet in te stellen.
6. Herhaal deze procedure naar vereist voor alle instellingen voor de hoge en lage
alarmlimieten.
7. U kunt nu andere instellingen wijzigen, twee keer op Menu drukken om terug te gaan naar
het monitoringscherm, of wachten totdat de time-outperiode voor het scherm is
verstreken.
SpO
-instellingen:
2
• %SpO
• %SpO
• PR hoog
• PR laag
kanaal.
2
hoog
2
laag
2
43
Advertenties
Inhoudsopgave
