Pagina 1
Gebruikershandleiding Model X-100 universeel oxymetriesysteem Nederlands...
Pagina 2
MPS, Medical Product Service GmbH Borngasse 20 D-35619 Braunfels, Duitsland De verwijzingen naar ‘Nonin’ in deze handleiding betekenen Nonin Medical, Inc. Nonin, EQUANOX en zijn gedeponeerde handelsmerken van Nonin Medical, Inc. De naam Bluetooth en logo's zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc.; gebruik van deze merken door Nonin Medical, Inc.
Inhoud Indicaties........................1 Waarschuwingen......................... 1 Voorzorgsmaatregelen......................3 Verklaring van overeenstemming met regelgeving aangaande elektromagnetische compatibiliteit van de FCC en het Canadian Ministry of Health ........5 Mededeling van de Federal Communications Commission (FCC) ........5 Verklaring van symbolen..................7 Systeemonderdelen en setup ................14 Systeemconfiguraties......................
Pagina 4
Inhoud (vervolg) Door de tijdschaal scrollen.................... 36 Grafieken instellen ......................36 Menuscherm Instellingen..................37 Menu Instellingen – Beschrijving ..................37 Sensorlocatie ........................ 37 Sensortype........................38 Baseline (alleen rSO -kanalen) ..................38 Alarmlimieten ........................ 39 Grafiekpositie ........................ 41 Voorinstelling nr.: ......................41 Menu Instellingen –...
Pagina 5
Bluetooth-beveiliging ..................... 70 De RS-232-verbinding met de printer................70 Gebruik van de Dymo-printer ..................71 Het apparaat opnemen in een medisch systeem .............. 71 Gegevensuitvoerindelingen....................72 Nonin 1 .......................... 72 Nonin 2 .......................... 76 Nonin 3 .......................... 77 Nonin 4 .......................... 78...
Pagina 6
Inhoud (vervolg) Nonin 5 ......................... 79 Printer ........................... 80 SenSmart-downloadsoftware ................81 Systeemvereisten ......................81 De SenSmart-downloadsoftware installeren..............81 Onderhoud....................... 82 Reinigingsinstructies......................82 Onderdelen en accessoires ................... 83 Probleemoplossing....................84 Service, ondersteuning en garantie ..............88 Service en ondersteuning ....................88 Garantie ..........................
Pagina 7
Inhoud (vervolg) Apparatuuralarmmeldingen ..................108...
Pagina 8
Afbeeldingen Afbeelding 1. Symbolen op het monitoringscherm (weergave van vier kanalen) ........ 9 Afbeelding 2. Systeeminstallatie (≥ 40 kg sensoren, INT-100, 4 kanalen aangesloten)....15 Afbeelding 3. Systeeminstallatie (≤ 40 kg sensoren, 4 kanalen aangesloten)........15 Afbeelding 4. Systeeminstallatie (≥ 40 kg sensoren, 4 kanalen aangesloten)........16 Afbeelding 5.
Pagina 9
Tabel 11. Alarmsignalen met hoge prioriteit ..................65 Tabel 12. Alarmsignalen met gemiddelde prioriteit ................66 Tabel 13. Foutcodes.......................... 67 Tabel 14. Gegevensuitvoerindeling Nonin 1..................73 Tabel 15. Elektromagnetische emissie....................90 Tabel 16. Elektromagnetische immuniteit..................91 Tabel 17. Patiëntalarmen op de Philips-monitor................107 Tabel 18.
Indicaties Indicaties Het Nonin SenSmart™ Model X-100 universele oxymetriesysteem is een modulair systeem voor het gelijktijdig via maximaal zes (6) kanalen meten, weergeven, monitoren en registreren van de functionele zuurstofverzadiging van arteriële hemoglobine (SpO ) en de pulsfrequentie of de...
Indicaties Waarschuwingen (vervolg) Gebruik de X-100M monitor bij monitoring op afstand alleen binnen het voorgeschreven bereik (straal van ongeveer 100 meter van de monitor tot de locatie op afstand). Bij verplaatsing tot buiten dit bereik zullen er mogelijk gegevens ontbreken of verloren gaan op de monitoringlocatie op afstand. Het geheugen is gewist als foutcode E06 op het displayscherm verschijnt.
Indicaties Voorzorgsmaatregelen De waarde van de rSO -gegevens van het systeem is niet aangetoond voor bepaalde ziektetoestanden, in geval van hemoglobinopathie of klinische aandoeningen die van invloed kunnen zijn op het bloedvolume of in geval van hypocapnie en hypercapnie. Bij gebruik van dit apparaat in de operatiekamer dient het buiten het steriele veld te worden gehouden. Als de monitor hoger dan 1,5 m aan een mobiel statief wordt bevestigd of als het statief met meer dan 2 kg aan apparatuur wordt belast, kan het kantelen, met schade aan de apparatuur of letsel als gevolg.
Dit apparaat bevat AEEA-materialen: neem contact op met uw leverancier over inzameling of recycling van dit apparaat. Bel Nonin voor de adresgegevens van uw leverancier als u niet weet hoe u deze kunt bereiken.
FCC en het Canadian Ministry of Health • Nonin Medical, Inc., 13700 1st Avenue North, Plymouth, Minnesota 55441, VS verklaart op eigen verantwoording dat de Model X-100M, waarvoor deze verklaring geldt, voldoet aan het in deel 15 van de FCC-verordeningen gestelde. Bedrijf vindt plaats op de twee volgende...
Pagina 15
Indicaties De FCC vereist dat de gebruiker erop gewezen wordt dat veranderingen of modificaties aan dit apparaat die niet uitdrukkelijk door Nonin Medical, Inc. zijn goedgekeurd, de bevoegdheid van de gebruiker tot gebruik van deze apparatuur kunnen ontnemen. NB Modificaties aan dit apparaat die van invloed zijn op de antenne of antenneconfiguratie...
Verklaring van symbolen Dit hoofdstuk beschrijft de symbolen die u aantreft op de onderdelen en het verpakkingsmateriaal van het Model X-100-systeem. Nadere informatie over functiesymbolen kunt u vinden in ‘"Systeemonderdelen en setup" op pagina 14‘. Tabel 1. Symbolen op etiketten en verpakking...
Pagina 17
Verklaring van symbolen Tabel 1. Symbolen op etiketten en verpakking (vervolg) Symbool Beschrijving Defibrillatiebestendig, met de patiënt in aanraking komend onderdeel van type BF (isolatie van patiënt tegen elektrische schokken). (X-100SP) Niet wegwerpen. Niet aan de kabel trekken. Trek de connector los en verwijder deze. Lotnummer Catalogusnummer Aantal...
Verklaring van symbolen Afbeelding 1. Symbolen op het monitoringscherm (weergave van vier kanalen) Tabel 2. Symbolen en indicators op het monitoringscherm van de X-100M Symbool Beschrijving Eventmarkeringen voorbeeld: De eventmarkeringen bovenaan het monitoringscherm (A, B, C, D enz.) worden weergegeven als er op de knop Eventmarkering wordt gedrukt. Tijdschaal voorbeeld: Bevindt zich onder de eventmarkeringen;...
Pagina 19
Verklaring van symbolen Tabel 2. Symbolen en indicators op het monitoringscherm van de X-100M (vervolg) Symbool Beschrijving Kanaal Deze indicator boven elk kanaal geeft het nummer van het kanaal (Ch 1, Ch 2 enz.) weer. Als de naam van de sensorlocatie is ingevoerd, wordt deze rechts van de kanaalindicator weergegeven.
Pagina 20
Verklaring van symbolen Tabel 2. Symbolen en indicators op het monitoringscherm van de X-100M (vervolg) Symbool Beschrijving Area Under the Curve (gebied onder curve: de cumulatieve verzadiging onder de onderste alarmlimiet) Voor elk kanaal worden de rSO waarden onder de onderste alarmlimiet samen geïntegreerd en weergegeven als de cumulatieve verzadiging onder de onderste alarmlimiet, ook wel het gebied onder de kromme (AUC;...
Pagina 21
Verklaring van symbolen Tabel 2. Symbolen en indicators op het monitoringscherm van de X-100M (vervolg) Symbool Beschrijving Sensorstoring Deze gele indicator knippert als een sensor is losgeraakt, defect is, geen bruikbare gegevens heeft ontvangen in de laatste 90 seconden of niet compatibel is met de monitor.
Pagina 22
Verklaring van symbolen Tabel 2. Symbolen en indicators op het monitoringscherm van de X-100M (vervolg) Symbool Beschrijving Datum en tijd voorbeeld: De datum en tijd worden in 24-uursnotatie weergegeven. Zie "De datum 2013 en tijd instellen" op pagina 61 voor het instellen van de datum en tijd. 09-25 14:27 -asschaal...
Systeemonderdelen en setup Systeemonderdelen en setup OPMERKINGEN: • Lees alle contra-indicaties, waarschuwingen en aandachtspunten door voordat u het SenSmart-systeem gebruikt. • Voordat de Model X-100M voor de eerste maal wordt gebruikt, moet de batterij 4 uur worden geladen. • Aanvullende en aanbevolen setup-taken omvatten: instellen van de klok, instellen van de standaardinstellingen kliniek, wijzingen van het kliniekwachtwoord en instellen van voorinstellingen.
Pagina 24
Systeemonderdelen en setup • In het voorbeeld in afbeelding 4 ziet u een systeem met regionale sensoren voor patiënten ≥ 40 kg. Deze sensoren (8003CA, 8004CA) worden direct op de X-100SP signaalprocessor aangesloten. De 8100S(X) pulsoxymetriesensor wordt direct op de signaalprocessor aangesloten.
Systeemonderdelen en setup X-100M X-100H X-100SP Sensoren Afbeelding 4. Systeeminstallatie (≥ 40 kg sensoren, 4 kanalen aangesloten) Enkel kanaal Bij gebruik van een enkel kanaal (afb. 5) kan de signaalprocessor direct op de monitor worden aangesloten. Waar nodig kan een verlengkabel tussen de monitor en de signaalprocessor worden gebruikt.
Systeemonderdelen en setup X-100M (monitor) Op de X-100M monitor (afb. 6) kan de gebruiker maximaal zes kanalen met rSO en SpO gegevens weergeven. Elk kanaal heeft zijn eigen kleur en een nummer dat overeenstemt met dat van een signaalprocessor. Zie tabel 3 voor een overzicht van de monitorfuncties en hun beschrijving.
Pagina 27
Systeemonderdelen en setup Tabel 3. Onderdelen van de X-100M (vervolg) Symbool Beschrijving Knop Eventmarkering Als u kort op deze knop drukt, wordt er een event in het geheugen en op de trendcurve gemarkeerd. Events worden aangegeven door de achtereenvolgende letters van het alfabet. Als er al 26 events zijn gemarkeerd, wordt voor de volgende markering weer begonnen met A.
Pagina 28
Systeemonderdelen en setup Tabel 3. Onderdelen van de X-100M (vervolg) Symbool Beschrijving Aan/stand-by-knop • Aan – Eenmaal indrukken van deze knop zet de monitor aan. Telkens als de monitor wordt aangezet, wist de monitor de baselinewaarden, worden de limieten op de standaardwaarden ingesteld en wordt er een nieuwe patiëntrecord in het gegevensgeheugen geopend.
Pagina 29
Systeemonderdelen en setup Tabel 3. Onderdelen van de X-100M (vervolg) Symbool Beschrijving 11 Monitorconnectorpoort Via deze poort op de voorkant van de monitor kan een X-100H verdeelstekker of enkele X-100SP signaalprocessor op de monitor worden aangesloten. 12 Oproepcontact Deze contactbus onder op de monitor, onder de knop voor aan/stand-by, wordt gebruikt om de oproepkabel op de monitor aan te sluiten.
Systeemonderdelen en setup X-100H (verdeelstekker) De X-100H verdeelstekker (afb. 7) wordt op de connectorpoort op de voorkant van de monitor aangesloten. Via de poorten op de verdeelstekker kunnen maximaal zes X-100SP signaalprocessors op het systeem worden aangesloten. Elke poort op de verdeelstekker is voorzien van een poortdop.
Systeemonderdelen en setup X-100HH (houder verdeelstekker) De verdeelstekker past in de X-100HH houder (afb. 9). Met de houderklem kan de verdeelstekker op bedrails, statieven en beddengoed worden vastgezet. De houder voor de verdeelstekker gebruiken Afbeelding 9. X-100HH – houder 1. De verdeelstekker plaatsen: verdeelstekker a.
Systeemonderdelen en setup X-100SP (signaalprocessor) Er kunnen maximaal zes signaalprocessors op de verdeelstekker worden aangesloten. Elke signaalprocessor is geprogrammeerd voor een bepaald kanaal op de monitor; daarom kan de signaalprocessor op elke willekeurige poort op de verdeelstekker worden aangesloten. LET OP: Er kunnen niet tegelijkertijd twee signaalprocessors worden gebruikt.
Systeemonderdelen en setup Een signaalprocessor van de verdeelstekker of monitor loskoppelen 1. Pak de intrekbare huls op de kabelconnector van de X-100SP signaalprocessor beet. 2. Trek de huls naar achteren en trek de connector van de X-100SP recht naar achteren. De X-100SP wordt ontgrendeld en komt los uit de verdeelstekker of de monitor.
Systeemonderdelen en setup Een sensor op de signaalprocessor aansluiten/van de signaalprocessor loskoppelen NB De volgende sensoren worden direct op de signaalprocessor aangesloten: 8003CA (patiënten ≥ 40 kg), 8004CA (patiënten ≥ 40 kg), 8004CB (patiënten ≤ 40 kg), 8004CB-NA (patiënten ≤ 40 kg) en 8100S(X) zachte sensoren voor pulsoxymetrie. 1.
Systeemonderdelen en setup INT-100 (verbindingskabel) Tussen een X-100SP signaalprocessor en een compatibele sensor wordt een verbindingskabel (afb. 14) gebruikt. De volgende sensoren kunnen worden gebruikt met de INT-100 verbindingskabel: • 8204CA regionale sensor voor patiënten ≥ 40 kg OPMERKINGEN: • De INT-100 is geen verlengkabel. •...
Systeemonderdelen en setup 2. Loskoppelen: a. Haal de sensorvergrendeling los van de op elkaar aangesloten sensor en kabel, en schuif hem weg van de INT-100-poort. b. Pak de sensorconnector beet en trek hem uit de poort op de INT-100. X-100EC (verlengkabel) Er zijn verlengkabels van 1 en van 2 meter.
• Volg plaatselijke voorschriften en recyclinginstructies voor het afvoeren of recyclen van het apparaat en de onderdelen, inclusief de batterijen. • Gebruik uitsluitend door Nonin goedgekeurde oplaadbare batterijen. • Beschadigde batterijen vormen een brandgevaar. Niet beschadigen, onjuist hanteren, demonteren, repareren of door niet-goedgekeurde onderdelen vervangen.
Afbeelding 17. Het opstartscherm plaatsvinden. Neem contact op met de technische dienst van Nonin voor assistentie als dat voor een of meer ervan niet het geval is. Na het voltooien van de opstartroutine wordt op de monitor het scherm ‘Een voorinstelling selecteren’...
Gebruik van het systeem Na de keuze van een voorinstelling wordt het menuscherm ‘Instellingen’ weergegeven, waar u de limieten kunt controleren. Als de configuratie van het aangesloten systeem niet overeenstemt met de geselecteerde voorinstelling, wordt het bericht Sensortype en limieten controleren! weergegeven voordat de monitor het menuscherm Instellingen weergeeft.
Gebruik van het systeem Gebruik van de schermen en menu’s Het monitorscherm van de X-100M kan worden geconfigureerd voor weergave van maximaal zes kanalen met rSO en SpO -gegevens, alsmede met rSO trendcurven en SpO plethysmogrammen. Zie “Monitoringscherm” op pagina 32 voor nadere informatie. De bedieningsmenu’s worden weergegeven wanneer er op de menuknop wordt gedrukt.
Monitoringscherm Monitoringscherm Dit hoofdstuk bevat: • Een beschrijving van de onderdelen van het monitoringscherm • De procedures voor het monitoringscherm (zie pagina 35) Monitoringscherm – Beschrijving Kanalen Tijdens monitoring met maximaal vier kanalen worden de real-time numerieke gegevens voor elk kanaal rechts op het scherm weergegeven. Bij monitoring met meer dan vier kanalen worden de kanalen rechts en onder op het scherm weergegeven.
Monitoringscherm Eventmarkeringen De eventmarkeringen bevinden zich bovenop het monitoringscherm, boven de tijdschaal (afb. 20). Als er op de knop Eventmarkering wordt gedrukt, wordt er een markering op de weergegeven curven, in het geheugen en in de real time seriële gegevensuitvoer geplaatst. Events worden aangegeven door de achtereenvolgende letters van het alfabet.
Monitoringscherm Tijdschaal De tijdschaal bevindt zich linksboven op het monitoringscherm en geeft de periode aan waarvoor de gegevens op het scherm worden weergegeven (afb.20). De standaardtijdschaal is 30 minuten. De tijdschaal kan met de navigatieknoppen Omhoog en Omlaag zo worden ingesteld dat op het monitoringscherm slechts 7,5 minuten aan gegevens of tot 24 uur aan gegevens worden weergegeven.
Monitoringscherm -plethysmogrammen Elk kleurgecodeerd plethysmogram (afb. 22-B) wordt als afzonderlijke grafiek weergegeven. Het plethysmogram wordt genormaliseerd en de schaal wordt automatisch bepaald door het aantal grafieken dat op het monitoringscherm moet worden weergegeven. De tijdschaal voor het plethysmogram is circa 14 mm/s. Dit kan niet worden gewijzigd. De standaardinstelling is Aan.
Monitoringscherm De tabel met eventmarkeringen weergeven 1. Druk tijdens monitoring 2 seconden lang op Eventmarkering. 2. De tabel met eventmarkeringen (afb. 21) wordt op de monitor weergegeven. 3. Het scherm met de tabel met eventmarkeringen wordt na 2 minuten automatisch gesloten. Om de tabel met eventmarkeringen sneller af te sluiten drukt u kort op Eventmarkering, Menu, Selecteren of Aan/Stand-by.
Menuscherm Instellingen Menuscherm Instellingen Dit hoofdstuk bevat: • Een beschrijving van het menu Instellingen • De procedures voor het menu Instellingen (zie pagina 41) Menu Instellingen – Beschrijving Op het scherm Instellingen kan de gebruiker het systeem voor specifieke casustoepassingen configureren.
Menuscherm Instellingen Tabel 8. Vaak gebruikte benamingen voor sensorlocaties Beencomparti- Hoofd Armen Romp Benen menten L Cere L Delt Abdomen L Dij (Links cerebraal) (Linkerdeltoideus) (Abdominaal) (Linkerdij) (Linkerkuit anterieur) R Cere R Delt L Zij R Dij (Rechts (Rechterdeltoideus) (Linkerzij) (Rechterdij) (Linkerkuit lateraal) cerebraal)
Menuscherm Instellingen De baselinewaarden kunnen worden ingesteld volgens de op dat moment op de monitor weergegeven rSO waarden, of op andere specifieke waarden. LET OP: Zet de X-100M monitor na gebruik bij een patiënt uit (stand-by), of start een nieuwe casus (Menu Casus). Nalatigheid in deze kan resulteren in verkeerde baselinewaarden voor de nieuwe patiënt.
Pagina 49
Menuscherm Instellingen WAARSCHUWING: Controleer alle alarminstellingen en -limieten tijdens het opstarten om te zien of deze juist zijn ingesteld. NB De AUC wordt niet berekend als de instelling voor ‘%rSO laag (% BL)’ of ‘%rSO laag (Abs)’ UIT is. %rSO laag Aan het begin van een casus is de alarmlimiet voor rSO laag de waarde voor ‘%rSO...
Menuscherm Instellingen Grafiekpositie Deze instelling bepaalt de plaats van de afzonderlijke kanaaltrendcurven of plethysmogrammen. TIPS: • De trendcurven en plethysmogrammen hebben een kleurcodering, die overeenkomt met de kleuren van de signaalprocessorkanalen. • Een grafiek staat niet altijd in lijn met het bijbehorende kanaal op het monitoringscherm. •...
NB Het sensortype wordt automatisch ingesteld en kan niet handmatig worden gewijzigd wanneer er een met SenSmart compatibele rSO - of SpO -sensor van Nonin op de signaalprocessor wordt aangesloten. 1. Gebruik in het menuscherm Instellingen de navigatieknoppen om de gewenste instelling voor het ‘Sensortype’...
Alarmlimieten instellen 1. Volg stap 1–4 van "Het sensortype instellen" op pagina 42 of sluit een met SenSmart compatibele Nonin-sensor aan op de signaalprocessor. 2. Gebruik de navigatieknoppen om naar de alarmlimietinstelling voor het gewenste kanaal te gaan en deze te markeren.
Menuscherm Instellingen Grafiekpositie(s) instellen 1. Gebruik in het menuscherm Instellingen de navigatieknoppen om de gewenste instelling voor de ‘Grafiekpositie’ voor het kanaal te vinden en te markeren. 2. Druk op Selecteren. Er worden pijltjes weergegeven boven en onder de instelling. 3.
Menuscherm Voorinstellingen Menuscherm Voorinstellingen Dit hoofdstuk bevat: • Een beschrijving van het menu Voorinstellingen • De procedures voor het menu Voorinstellingen (zie pagina 46) TIPS: • Alle kanaalspecifieke instellingen op het menuscherm Instellingen kunnen in een voorinstelling worden opgeslagen. • Zes van de instellingen in het menu Systeem worden in een voorinstelling opgeslagen: Helderheid, Alarmvolume, Alarmmodus lage rSO , Pulstoonvolume, Pulstoonherkomst en Gegevensuitvoermodi.
Menuscherm Voorinstellingen Afbeelding 24. Het menuscherm Voorinstellingen Menu Voorinstellingen – Procedures Het menu Voorinstellingen openen. 1. Druk op Menu. 2. Druk een keer op Rechts om het tabblad Voorinstellingen te markeren. Het menuscherm Voorinstellingen wordt weergegeven. Een voorinstelling activeren 1. Gebruik in het menuscherm Voorinstellingen de navigatieknoppen om naar de gewenste voorinstelling te gaan en deze te markeren.
Menuscherm Voorinstellingen Huidige instellingen opslaan als voorinstelling LET OP: Een voorinstelling kan niet worden opgeslagen als de instellingen voor het alarm voor de onderlimiet voor %rSO of %SpO lager zijn dan de standaardinstellingen van de kliniek. Instellingen voor het alarm voor de onderlimiet voor rSO en %SpO die lager zijn dan de standaardinstellingen van de kliniek worden...
Menuscherm Voorinstellingen De naam van een voorinstelling wijzigen 1. Gebruik in het menuscherm Voorinstellingen de navigatieknoppen om naar de gewenste voorinstelling te gaan en deze te markeren. 2. Druk op Selecteren. Er wordt een snelmenu weergegeven. Ontgrendel de voorinstelling zo nodig (zie “Een voorinstelling vergrendelen/ontgrendelen” op pagina 48). 3.
Menuscherm Casus Menuscherm Casus Dit hoofdstuk bevat: • Een beschrijving van het menu Casus • De procedures voor het menu Casus (zie pagina 50) Menu Casus – Beschrijving Op het menuscherm Casus (afb. 25) kan de gebruiker de id (identificatiecode) van de huidige patiënt weergeven, een nieuwe casus starten of de id van de patiënt bewerken.
Menuscherm Casus Menu Casus – Procedures Het menu Casus openen. 1. Druk op Menu. 2. Druk twee keer op Rechts om het tabblad Casus te markeren. Het menuscherm Casus wordt weergegeven. Een nieuwe casus starten 1. Gebruik in het menuscherm Casus de navigatieknoppen om naar ‘Nieuwe casus starten’ te gaan, en markeer deze optie.
Menuscherm Systeem Menuscherm Systeem Dit hoofdstuk bevat: • Een beschrijving van het menu Systeem • De procedures voor het menu Systeem (zie pagina 57) Menu Systeem – Beschrijving Op het menuscherm Systeem (afb. 26) heeft de gebruiker toegang tot de volgende instellingen: •...
Menuscherm Systeem Helderheid Deze instelling bepaalt de helderheid van de display. De helderheidsknop heeft 15 standen. De standaardinstelling voor de helderheid is de hoogste stand (15). Deze instelling kan als voorinstellingsparameter worden opgeslagen. Alarmvolume Deze instelling dient voor het volume van de akoestische alarmsignalen. De alarmvolumeknop heeft 15 standen.
Gegevensuitvoermodi Dit apparaat heeft 5 verschillende indelingen voor real-time gegevensuitvoer, eenmaal per seconde (Nonin 1, Nonin 2, Nonin 3, Nonin 4, Nonin 5). Daarnaast worden gegevens van de RS- 232-poort naar de optionele Dymo-printer (Printer) verzonden. Deze instelling kan als voorinstellingsparameter worden opgeslagen.
Menuscherm Systeem Systeeminformatie In dit pop-upvenster wordt systeeminformatie over de monitor en aangesloten signaalprocessors weergegeven. Als u belt met de technische dienst van Nonin, zal de servicemedewerker soms om deze informatie verzoeken. Afbeelding 27. Het pop-upvenster met systeeminformatie Datum/tijd Met deze instelling kan de gebruiker de datum en tijd op de monitor instellen.
Menuscherm Systeem • Normaal gesloten, moment – Geeft aan dat het contact voor oproep normaal gesloten is maar tijdens alarmcondities wordt geopend. De toestand van het oproepcontact verandert bij het begin van een alarmconditie, en herhaalt deze wijziging van 1 seconde om de minuut zolang de alarmconditie aanhoudt.
‘Voer patiënt-id in’ weergegeven wanneer de monitor wordt aangezet en wanneer de optie ‘Nieuwe casus starten’ op het menuscherm Casus wordt geselecteerd. Systeemnaam Met deze instelling kan de gebruiker het systeem een naam geven. De standaardnaam is X-100. Standaardvoorinst Via deze instelling kan de gebruiker een van de voorinstellingen als standaardvoorinstelling selecteren.
Menuscherm Systeem Afbeelding 29. Het pop-upvenster Standaardinst kliniek Wachtwoord kliniek Het standaardwachtwoord van de kliniek is 0000. Het wachtwoord van de kliniek kan worden ingesteld op een willekeurig getal van vier cijfers en wordt gebruikt om de parameterinstellingen op het menuscherm Systeem te ontgrendelen. Het wachtwoord van de kliniek kan worden gebruikt om opgeslagen voorinstellingen te ontgrendelen.
Menuscherm Systeem Het alarmvolume wijzigen 1. Gebruik in het menuscherm Systeem de navigatieknoppen om naar ‘Alarmvolume’ te gaan en deze optie te markeren. 2. Druk op Selecteren. De schuifknop voor alarmvolume wordt weergegeven. 3. Druk op de navigatieknoppen Omhoog/Omlaag om de instelling te wijzigen. •...
Menuscherm Systeem De pulstoonherkomst selecteren NB Controleer als u een kanaal als pulstoonherkomst instelt of het pulstoonvolume zo is ingesteld dat het hoorbaar is. 1. Gebruik in het menuscherm Systeem de navigatieknoppen om naar ‘Pulstoonherkomst’ te gaan en deze optie te markeren. 2.
Menuscherm Systeem Het geheugen wissen 1. Gebruik in het menuscherm Systeem de navigatieknoppen om naar ‘Geheugen wissen’ te gaan en deze optie te markeren. 2. Druk op Selecteren. Het pop-upvenster met ‘ALLE opnamen patiëntgegevens wissen?’ wordt weergegeven, met ‘Nee’ gemarkeerd. •...
Menuscherm Systeem De datum en tijd instellen NB Druk op de knop Menu om de datum en tijd op te slaan. 1. Gebruik in het menuscherm Systeem de navigatieknoppen om naar ‘Datum/tijd’ te gaan en deze optie te markeren. 2. Druk op Selecteren. Er wordt een pop-upvenster geopend. a.
Menuscherm Systeem Bluetooth-radio in- of uitschakelen 1. Gebruik in het menuscherm Systeem de navigatieknoppen om naar ‘Bluetooth’ te gaan en deze optie te markeren. 2. Druk op Selecteren. Er verschijnt een pop-upvenster met de Bluetooth-informatie (afb. 28) en met ‘Bewerken...’ gemarkeerd. 3.
Menuscherm Systeem Een systeemnaam toewijzen 1. Gebruik in het menuscherm Systeem de navigatieknoppen om naar ‘Systeemnaam’ te gaan en deze optie te markeren. 2. Druk op Selecteren om de huidige instelling weer te geven. Er verschijnt een pop-upvenster met de instelling, en met ‘Bewerken...’ gemarkeerd. •...
Menuscherm Systeem De standaardlimieten voor de kliniek instellen 1. Gebruik in het menuscherm Systeem de navigatieknoppen om naar ‘Standaardinst kliniek’ te gaan en deze optie te markeren. 2. Druk op Selecteren om de huidige instelling weer te geven. Er verschijnt een pop- upvenster met de instellingen, en met ‘Bewerken...’...
Alarmsignalen Alarmsignalen De Model X-100M heeft akoestische en visuele alarmindicators die de operator waarschuwen dat de patiënt onmiddellijke aandacht vereist of dat er iets mis is met het apparaat. De beoogde positie van de operator voor goed zicht van een visueel alarmsignaal en de prioriteit ervan is 1 meter.
Alarmsignalen Tabel 11. Alarmsignalen met hoge prioriteit (vervolg) Alarm Visuele indicator Hoorbare indicator Lage perfusie – wordt 3 pieptonen, pauze, De kanaalachtergrond knippert weergegeven wanneer het 2 pieptonen, pauze, ROOD met een frequentie van systeem lage perfusie detecteert 3 pieptonen, pauze, 2 maal per seconde.
1. Zet het apparaat uit en weer aan om de foutcode te verwijderen. 2. Als de fout aanhoudt, noteert u de foutcode en neemt u contact op met de technische dienst van Nonin: (800) 356-8874 (VS en Canada), +1 (763) 553-9968, of +31 (0)13 - 79 99 040 (Europa).
Functies voor geheugen en gegevensuitvoer Functies voor geheugen en gegevensuitvoer Geheugen Met de Model X-100M monitor kan het volgende worden geregistreerd en opgeslagen: • 840 uur aan gegevens bij gebruik van 2 kanalen. • 420 uur aan gegevens bij gebruik van 4 kanalen. •...
Dankzij Nonin’s gebruik van de draadloze Bluetooth-technologie kan informatie over de zuurstofverzadiging via een Bluetooth-radio naar een compatibel Bluetooth-apparaat verzonden worden. Het draadloze systeem van Nonin elimineert de noodzaak van een fysieke verbinding tussen de X-100M monitor en een afgelegen monitorlocatie zodat de monitor vrijer kan worden verplaatst.
Functies voor geheugen en gegevensuitvoer WAARSCHUWING: De gebruiker moet de Bluetooth-pairing van het apparaat verifiëren om te bevestigen dat de juiste patiënt op afstand wordt gemonitord. NB Als de Bluetooth-radio in de X-100M monitor van het hostapparaat moet worden losgekoppeld, kunt u dat op drie manieren doen: 1) via het hostapparaat, 2) door de Bluetooth-radio van de monitor uit te schakelen (zie "Bluetooth-radio in- of uitschakelen"...
Functies voor geheugen en gegevensuitvoer Gebruik van de Dymo-printer 1. Stel de RS-232-poort zo in dat de uitvoer naar de printer gaat. a. Druk op Menu. b. Druk drie keer op Rechts om het tabblad Systeem te markeren. Het menuscherm Systeem wordt weergegeven.
Functies voor geheugen en gegevensuitvoer Gegevensuitvoerindelingen Dit apparaat heeft 5 indelingen voor real-time gegevensuitvoer, eenmaal per seconde (Nonin 1 – Nonin 5). Elke gegevensindeling omvat een ASCII-header met informatie over het modelnummer, de tijd en de datum. Daarnaast worden gegevens van de RS-232-poort naar de Dymo-printer (Printer) verzonden.
Pagina 82
Functies voor geheugen en gegevensuitvoer Tabel 14. Gegevensuitvoerindeling Nonin 1 Volgend Parameter Waarde scheiding- steken Regionale oxymeterwaarde kanaal 1. Ch1=XXX spatie Voorloopnullen leeg; --- indien geen waarde beschikbaar. Regionale oxymeterwaarde kanaal 2. Ch2=XXX spatie Voorloopnullen leeg; --- indien geen waarde beschikbaar.
Functies voor geheugen en gegevensuitvoer Tabel 14. Gegevensuitvoerindeling Nonin 1 (vervolg) Volgend Parameter Waarde scheiding- steken Instelling voor alarm hoge limiet voor kanaal 1,2,3,4. HI_LIM=xxx,xxx,xxx,xxx Voorloopnullen leeg. ‘OFF' als er geen limiet is ingesteld. Instelling voor alarm lage limiet voor kanaal 1,2,3,4.
Pagina 84
Functies voor geheugen en gegevensuitvoer Tabel 14. Gegevensuitvoerindeling Nonin 1 (vervolg) Volgend Parameter Waarde scheiding- steken Indicatie voor geluidsfout. SND_ERR=x 0 = geen geluidsfout actief. 1 = geluidsfout actief. Indicatie voor fout extern geheugen. EXT_MEM_ERR=x 0 = geen fout extern geheugen actief.
Functies voor geheugen en gegevensuitvoer Nonin 2 NB Deze indeling kan niet met alle functies van de X-100M worden gebruikt. Baudrate 9,600 Scheidingsteken Komma [0x2C] Regeleindteken CR [0x0D] LF [0x0A] Kolom 1 Kolom 2 Kolom 3 Kolom 4 Huidige waarde...
Functies voor geheugen en gegevensuitvoer Nonin 3 NB Deze indeling kan niet met alle functies van de X-100M worden gebruikt. Baudrate 9,600 Scheidingsteken Een of meer opeenvolgende spaties [0x20] Regeleindteken LF [0x0A] CR [0x0D] Time Naam - Event Versie Datum...
Functies voor geheugen en gegevensuitvoer Nonin 4 NB Deze indeling kan niet met alle functies van de X-100M worden gebruikt. Baudrate 9,600 Scheidingsteken Een of meer opeenvolgende spaties [0x20] Regeleindteken LF [0x0A] CR [0x0D] Time Sensor- Sensor- Sensor- Sensor- - Event Status A B...
Functies voor geheugen en gegevensuitvoer Nonin 5 Deze gegevensindeling is zo ontworpen dat hij kan worden uitgebreid. De gegevensuitvoer kan toekomstige functies van de Model X-100M omvatten. Zodra deze functies beschikbaar zijn, kunnen er nieuwe kolomlabels worden toegevoegd op elke gewenste positie in de gegevensindeling.
Functies voor geheugen en gegevensuitvoer UAL is de huidige waarde voor de bovenste alarmlimiet. LAL is de huidige waarde voor de onderste alarmlimiet. De status wordt bepaald door de volgende items die hoog actief zijn: Bit 7 Bit 6 Bit 5 Bit 4 Bit 3 Bit 2...
• 50 MB vrije ruimte op de vaste schijf De SenSmart-downloadsoftware installeren De Nonin SenSmart-software voor beheer van patiëntgegevens werkt met de besturingssystemen Microsoft Windows. Met deze software kunnen gebruikers patiëntgegevens van het apparaat overzetten op een pc en ze daar analyseren, rapporteren en archiveren.
X-100M monitor moet af en toe door een daartoe bevoegd technisch specialist worden vervangen. De componenten van het Model X-100-systeem kunnen niet ter plaatse worden gerepareerd. Probeer nooit om de behuizing van systeemcomponenten te openen of de elektronica te repareren.
• Zie de lijst met onderdelen en accessoires op de cd-rom met de gebruikershandleiding. • Neem contact op met uw leverancier of met Nonin op (800) 356-8874 (VS en Canada), +1 (763) 533-9968 of +31 (0)13 - 79 99 040 (Europa).
X-100M in het stopcontact om de De monitor werkt batterij op te laden. niet op batterijen. Neem contact op met de technische De oplaadbare batterij werkt dienst van Nonin voor reparatie of niet. vervanging. Op de monitor wordt het bericht De op de monitor aangesloten...
Pagina 94
Zorg dat alle verbindingen goed zijn gemaakt. De display van de Model Neem contact op met de technische X-100M werkt niet. dienst van Nonin. Er verschijnen streepjes (---) in een %rSO Verplaats de sensor. %SpO display.
Pagina 95
Als de fout aanhoudt, noteert u de geconstateerd. display. foutcode en neemt u contact op met de technische dienst van Nonin. Druk op de alarmdempingsknop om het alarmvolume opnieuw in te schakelen Het apparaat staat De alarmdempingsknop of wacht 2 minuten.
Pagina 96
Nonin. Neem als deze oplossingen het probleem niet verhelpen contact op met de technische dienst van Nonin op het nummer (800) 356 -8874 (VS en Canada), +1 (763) 553 -9968 of +31 (0)13 79 99 040 (Europa).
Service, ondersteuning en garantie Service en ondersteuning Voordat u producten aan Nonin retourneert, dient u een retourautorisatienummer aan te vragen. Neem contact op met de technische dienst van Nonin om dit retourautorisatienummer aan te vragen: Nonin Medical, Inc. 13700 1st Avenue North...
Pagina 98
Deze garantie dekt niet de kosten van verzending naar en vanaf Nonin. Alle gerepareerde units dienen door de koper op de bedrijfsvestiging van Nonin in ontvangst te worden genomen. Nonin...
Indicaties voor gebruik vermelde omgevingen vallen. Als er problemen optreden, dient u het Nonin-systeem uit de buurt van de bron van elektromagnetische verstoring te plaatsen.
Technische informatie Tabel 16. Elektromagnetische immuniteit Immuniteitstest Conformiteitsniveau Dit apparaat is bestemd voor gebruik in de elektromagnetische omgeving die gespecificeerd is in de Indicaties voor gebruik. Elektrostatische ontlading (ESD) ±8 kV-spanning IEC 61000-4-2 ±15 kV lucht Elektrische snelle transiënten/bursts ±2 kV voor voedingsleidingen IEC 61000-4-4 ±2 kV voor in- en uitvoerlijnen Stootspanning...
Technische informatie Responsduur apparatuur Als het signaal van de sensor niet goed genoeg is, bevriezen de laatste gemeten waarden 20 seconden, waarna ze worden vervangen door streepjes. -waarden Respons Latentietijd Snel gemiddelde SpO Exponentiële tijdsconstante van ten minste 2 slagen 3 seconden Pulsfrequentiewaarden Respons...
Testen van nauwkeurigheid rSO -meting Er zijn door Nonin Medical, Inc. tests verricht van de nauwkeurigheid van rSO -meting, zoals hieronder beschreven. 8003CA/8004CA/8204CA In een onafhankelijk onderzoekslaboratorium werden nauwkeurigheidstests voor rSO...
Technische informatie 8004CB/8004CB-NA De tests van de nauwkeurigheid van de rSO -waarden werden verricht in hartkatheterlaboratoria bij zieke mannelijke en vrouwelijke pediatrische patiënten van 4 dagen tot en met 10 jaar oud, met lichte tot donkere huid. De door de sensoren gemeten waarde voor de regionale hemoglobineverzadiging in arterieel bloed (rSO ) wordt vergeleken met de zuurstofwaarde voor arteriële/veneuze hemoglobine (SavO...
Technische informatie Specificaties LET OP: Het apparaat is speciaal ontworpen voor gebruik binnen de voorgeschreven bereikswaarden. Gebruik buiten deze bereikswaarden is niet getest en kan resulteren in een slechte werking van de oxymeters. Weergegeven zuurstofverzadigingsbereik: : 0 tot 100% : 0 tot 100% Weergegeven pulsfrequentiebereik: 18 tot 300 slagen per minuut (bpm) Sensornauwkeurigheid:...
Pagina 105
Technische informatie Interne voeding: Batterij: Oplaadbare lithium-ionenbatterij, 7,4 volt, 3,8 Ah wanneer geladen Werkingsduur (geheel geladen batterij en ten minste 6 uur (bij gebruik van 1 kanaal) scherm ingesteld op standaardhelderheid): ten minste 3 uur (bij gebruik van 2 kanalen) ten minste 2 uur (bij gebruik van 4 kanalen) ten minste 1 uur (bij gebruik van 6 kanalen) Werkingsduur bij opslag: Ten minste 20 dagen...
Installatie-instructies voor externe monitor Installatie-instructies voor externe monitor Philips-monitors Het Model X-100 SenSmart universele oxymetriesysteem communiceert met het Philips patiëntenmonitorsysteem via een interfacemodule en een kabel (afb. 32 en 34). Zie het toepasselijke onderdeel ‘Instellen van de verbinding’ voor een gedetailleerde beschrijving.
X-100M naar de Philips-monitor soms een vertraging van meerdere seconden optreden. Configuratie van de X-100M De X-100 monitor is een plug-and-play-apparaat. Voor gebruik met de Philips-monitor is verder geen configuratie vereist. De monitor detecteert de verbinding en start de communicatie automatisch.
Pagina 109
Daarna wordt op de linkerkant van de X-100M monitor MPM (multi-parameter mode) weergegeven (afb. 33). VueLink Philips interfacemodule MP50 monitor VueLink-kabel RS-232 seriële datapoort Nonin X-100M monitor - achteraanzicht Afbeelding 32. Aansluiten van de X-100M op de Philips-monitor met VueLink...
Installatie-instructies voor externe monitor Philips- indicator Afbeelding 33. Philips-indicator op display van Model X-100M Instellen van de verbinding – IntelliBridge Aansluiting van de X-100M monitor op een Philips-monitor: 1. Zet de Philips-monitor uit. 2. Controleer of de EC10 interfacemodule in het modulerek van de Philips-monitor is gestoken (dit wordt door de Philips-monteur gedaan).
VueLink interfacemodule – De real-time numerieke gegevens voor rSO en AUC worden van de Nonin X-100M naar de Philips-monitor verzonden via de VueLink interfacemodule. Er worden maximaal 12 numerieke gegevensitems tegelijk verzonden, en maximaal 6 van de numerieke gegevensitems van de patiënt kunnen op de Philips-monitor worden weergegeven.
Pagina 112
NB Als de communicatie tussen de X-100M en de Philips-monitor nog niet is ingesteld, wordt in het menu Measurements (maateenheden) het bericht VueLink X weergegeven (waarbij X het nummer van de VueLink-module is) in plaats van NONIN X-100M. Selecteer VueLink X. NB Nadat NONIN X-100M is geselecteerd, pauzeert de Philips-monitor terwijl de VueLink opnieuw synchroniseert met de X-100M.
Installatie-instructies voor externe monitor 18. Sluit het venster Main Setup (primaire instellingen). 19. Een numeriek gegevensitem op de Philips-monitor zetten: a. Selecteer de juiste schermconfiguratie voor de Philips-monitor (zie de gebruiksaanwijzing van de Philips IntelliVue patiëntenmonitor [Philips P/N M8000-9001K] voor gegevens over de schermconfiguratie).
Installatie-instructies voor externe monitor b. U kunt numerieke gegevensitems toevoegen of verwijderen. Selecteer Add (toevoegen) om items toe te voegen. Er wordt een vervolgkeuzemenu met numerieke gegevensitems weergegeven. Selecteer een van de beschikbare numerieke gegevensitems. Als een numeriek gegevensitem in gebruik is, wordt het in het grijs weergegeven.
Installatie-instructies voor externe monitor OPMERKINGEN: • De waarschuwingen zijn standaard uitgeschakeld. Voor activering is toegang tot de configuratiemodus van de monitor vereist. Dit kan alleen door technisch personeel worden gedaan. • De Philips-monitor kan via de interfacemodule geen geluidssignalen bij het bed geven voor alarmen en onbruikbaar-condities afkomstig van de X-100M.
Installatie-instructies voor externe monitor Apparatuuralarmmeldingen De Philips-monitor geeft apparatuuralarmen weer als ‘inoperatives’ (d.w.z. onbruikbaar- condities). Elke inop bevat informatie over de geldigheid van alle ermee verband houdende metingen (algemene inop) of over de geldigheid van een bepaald numeriek gegevensitem. De weergave van het numerieke gegevensitem kan afhankelijk van deze informatie op de Philips IntelliVue-monitor verschillen (hij kan knipperen, of worden vervangen door ‘-?-’).