Controles vóór inbedrijfstelling – Dagelijks onderhoud
5.3 Dagelijks onderhoud
5.3.1 Motoroliepeil controleren
Afb. 33
Afb. 34
52
AANWIJZING!
Gevaar van motorschade!
–
B-SYM-1068
Veiligheidsuitrusting:
1.
Omgeving van de oliepeilstok reinigen.
2.
De oliepeilstok eruit trekken, afvegen met een niet-pluizende,
schone doek en tot aan de aanslag erin steken.
3.
De oliepeilstok weer eruit trekken.
ð Het oliepeil moet tussen de "MIN"- en "MAX"-markering
liggen.
4.
B-695-0112
Als het oliepeil daaronder staat, motorolie bijvullen tot aan de
"MAX"-markering.
5.
Oliepeilstok erin steken.
DRP60D
Alleen olie met toegelaten specificatie
Ä Hoofdstuk 8.3.1 „Motorolie"
gebruiken
op pagina 72.
n
Beschermende werkkleding
n
Werkschoenen
n
Werkhandschoenen
AANWIJZING!
Gevaar van motorschade!
–
Motorolie niet overvullen.