Inhoudsopgave
Advertenties
Bereiden van monsterbekers met monsters:
Gebruik het volbloedpairrek (WBlood PAIR) of het hemolysepairrek (HEMOL. PAIR).
a Plaats monsterbuizen met barcode-etiketten in de oneven
genummerde poorten.
b Plaats monsterbekers met monster in de even genummerde poorten.
Voorbeeld: De barcode van poort 1 wordt toegewezen aan het
monster in poort 2.
LET OP:
Plaats geen volbloedmonsters in de even genummerde poorten van het hemolysepairrek, om aanzienlijke
afbraak van kolommateriaal te vermijden. Indien volbloed in deze poorten is gemeten, wordt aangeraden om
de kolom door een nieuwe te vervangen.
4
Plaats de monsterrekken op de rektransportsectie.
LET OP:
Plaats monsterrekken zo op de rektransportsectie dat ze niet omvallen. Gemorst monster kan het instrument beschadigen.
a Plaats de uitsparing aan de zijkant van het rek in de geleider aan
de binnenkant van de kant voor laden.
LET OP:
Eenrichtingstransport (aanvangsinstelling):
Er kunnen maximaal 5 monsterrekken op de kant voor
laden van de rektransportsectie worden geplaatst. Zie
"Cirkeltransport" in "6.2. Woordenlijst" op pagina 6-13.
Cirkeltransport:
Er kunnen elk vijf monsterrekken worden geplaatst op de
kant voor laden en uithalen van de rektransportsectie.
Plaats het startrek als het eerste rek dat moet worden
gemeten aan de kant voor laden. Zie "Cirkeltransport" in
"6.2. Woordenlijst" op pagina 6-13.
Er kunnen extra monsterrekken op de rektransportsectie worden geplaatst terwijl metingen
worden uitgevoerd. Voeg geen monsterrekken toe en duw de rekken niet met de hand
wanneer de rektransportsectie in werking is. Het aanraken van de rekken tijdens transport kan
leiden tot letsel, beschadiging van de pipetteernaald of verkeerd lezen van monster-ID's en het
type monsterrek.
2.5 Normale meting
1
2
3
4
5
6
7
Monsterbuis met barcode-etiket
Monsterbeker met monster
Geleider
Kant voor
uithalen
Kant voor laden
8
9
10
HA-8190V
2-21
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
