Hoofdstuk 3 Diverse handelingen
3.11.4 De operator-ID selecteren
Zodra de operatorbeheerfunctie is ingeschakeld (zie "3.11.1. Operatorbeheer instellen" op pagina 3-44), moet u uw
operator-ID selecteren voordat u het instrument bedient. Sommige functies zijn beperkt en metingen kunnen pas
worden uitgevoerd als een operator-ID is geselecteerd.
Bij het opstarten van het instrument
Wanneer u het instrument opstart, wacht u tot het opwarmen is gestart en selecteert u vervolgens uw operator-ID aan
de hand van de onderstaande instructies.
a Tik op [Operator-ID].
b Tik op uw operator-ID.
c Tik op <Wachtwoord> om het wachtwoord in te voeren als dat is
ingesteld.
• Elk teken van uw invoer wordt weergegeven als een sterretje (*).
• Ga naar stap d als er geen wachtwoord is ingesteld.
REFERENTIE:
Als er twee korte pieptonen klinken tijdens het invoeren van
het wachtwoord:
De invoer is onjuist. Voer het juiste wachtwoord in.
Terugkeren naar het vorige scherm:
Tik op
d Tik op
• Het opstartscherm (opwarmen, afvullen) of het stand-byscherm verschijnt opnieuw.
• Hiermee wordt de functiebeperking opgeheven en kunt u bewerkingen uitvoeren, inclusief meten.
HA-8190V
3-48
.
Annuleer
.
OK