4
Vervang de slangen.
Vervangen beschadigde of beknelde slangen door nieuwe.
a Leg gaasdoek onder de drainkneepafsluiters.
• Deze tissues nemen alle vloeistof op die overstroomt wanneer de
oude slangen worden verwijderd.
b Verwijder de beschadigde slang van de drainkneepafsluiter.
LET OP:
U ontkoppelt de slangen van het instrument door de slangen
in een rechte lijn uit de verbindingen te trekken, zoals in de
afbeelding rechts met de pijlen wordt getoond. De
verbindingen kunnen kapot gaan als er diagonaal kracht op
wordt uitgeoefend.
c Bereid een reserveslang voor van hetzelfde type als de
beschadigde slang.
LET OP:
Controleer de lengte en de markeringen om zeker te zijn dat
u de juiste slang kiest.
d Plaats beide uiteinden van de reserveslang over de
respectievelijke verbindingen, zoals rechts wordt getoond.
e Plaats de reserveslang in de achterste haak.
LET OP:
Er zitten twee haken op elke afsluiter. Zorg dat u de slang in
de ACHTERSTE haak met een pijlmarkering plaatst.
f Als er vloeistof is gelekt, veeg deze dan op.
5.5 Als dit gebeurt
Links "1"
Midden "2"
Aanzicht van bovenaf
Buis
Gaasdoek
Rechts "3"
d
HA-8190V
5-35