d Voer de controlemeting uit.
• Zie "2.7. Controlemeting HbA1c" op pagina 2-33.
LET OP:
Als de meetstand waarschijnlijk verandert tijdens achtereenvolgende metingen, voer dan in elke stand een
controlemeting uit indien nodig.
e Controleer de laatste kalibratiedatum en -coëfficiënten.
f Voer een automatische kalibratie HbA1c uit indien nodig.
• Zie "2.8. Kalibratie HbA1c" op pagina 2-38.
REFERENTIE:
Als een er probleem is met de kalibratiedatums op het scherm (bijvoorbeeld als kalibratie HbA1c voor de
verschillende standen op een andere dag is uitgevoerd of als er veel tijd is verstreken sinds de laatste kalibratie
HbA1c), wordt aanbevolen om opnieuw een kalibratie HbA1c uit te voeren.
2.4 Meetstand selecteren (Variant of Fast)
HA-8190V
2-15