5.4
Werkingspositie
➤ De brander is uitsluitend voorzien voor de
werking in de posities 1, 2, 4 en 5 (Afb. 14).
➤ Het beste kan hij in de positie 1 geïnstalleerd
worden omdat alleen in deze positie het
OPGELET
onderhoud uitgevoerd kan worden zoals in
deze handleiding beschreven wordt.
➤ De installaties 2, 4 en 5 staan de werking toe,
maar maken de onderhouds- en inspectie-
handelingen van de branderkop minder toe-
gankelijk.
➤ Alle posities vereisen de installatie van het
gasventiel met de spoelen naar boven gericht
of horizontaal geplaatst (Afb. 14).
5.5
Voorbereiding van de ketel
5.5.1
Boringen in de ketelplaat
Boor gaten in de dichtingsplaat van de verbrandingskamer, zoals
aangegeven wordt in Afb. 15. Met behulp van de thermische
flensdichting - samen met de brander geleverd - kunt u de juiste
positie van te boren gaten vinden.
mm
A
RX 700 S/PV
240
RX 850 S/PV
240
RX 1000 S/PV
240
5.5.2
Lengte van kop
De lengte van de verbrandingskop moet gekozen worden volgens
de aanduidingen van de constructeur van de ketel, en de zone van
de niet-verbranding moet alleszins groter zijn dan de dikte van de
deur van de ketel compleet met hittebestendige plaat.
De branders kunnen niet gebruikt worden op ke-
tels met vlaminversie.
OPGELET
Er kan een bescherming in hittebestendig materiaal geplaatst
worden tussen de branderkop en het hittebestendig materiaal
van de ketel.
De bescherming mag het uitnemen van de monding niet belem-
meren (Afb. 16).
Plaats de bescherming niet ter hoogte van de
groep elektroden, omdat dit de correcte werking
zal schaden.
OPGELET
20098652
1
2
20075311
B
C
D
325 ÷ 275
M10
135
325 ÷ 275
M10
135
325 ÷ 275
M10
135
Installatie
➤ Alle andere posities zijn niet goed voor een
➤ Positie 3 is om veiligheidsredenen verboden.
➤ Het is absoluut verboden om de spoelen naar
GEVAAR
3
E
75
75
75
Tab. M
mm
RX 700-850-1000 S/PV
22
NL
goede werking.
onder gericht te installeren.
4
5
D3367
Zone van niet-verbranding
Afb. 14
Afb. 15
20056488
Afb. 16
180
Tab. N