Het pulstype activeren
Ga als volgt te werk
als u dit pulstype
wilt activeren:
CW-Pulse
MicroPulse
LongPulse
Behandelingsparameters instellen
N.B. Aanpassingen kunnen niet worden doorgevoerd als u het voetpedaal indrukt.
Vermogen
Duur
Interval
(alleen CW-Pulse
en MicroPulse)
Teller
Richtstraal
LIO
Volume
13099-NL Rev H
Vanaf deze laserstatus
of -modus:
Na starten met sleutel of
met zelftest
MicroPulse
LongPulse
Elke status of modus
Elke status of modus
Stel de behandelingspulsenergie in.
Stel de behandelingspulsduur (CW-Pulse en LongPulse) of de pulsomhullende duur
(MicroPulse) in.
Interval tussen behandelingspulsen (CW-Pulse) of pulsomhullingen (MicroPulse).
CW-Pulse:
Om een enkele vaste-behandelingspuls te selecteren, draait u het
bedieningselement naar links totdat het intervalscherm leeg is.
Om meerdere behandelingspulsen te selecteren, draait u het bedieningselement
naar rechts.
MicroPulse:
Om de intervallen tussen pulsomhullingen te selecteren, draait u het
bedieningselement zo nodig naar rechts of links.
c
Druk op de knop
ountEr
Pas de richtstraalintensiteit aan.
Pas de lichtintensiteit van de LIO aan.
Pas het volume van de hoorbare indicatoren aan.
Doet u het volgende:
Geen actie. CW-Pulse is het standaardtype.
m
Houd
(Modus) ingedrukt totdat "NormalPulse"
odE
op het laserstatusscherm wordt weergegeven en druk
m
vervolgens opnieuw op
odE
in te schakelen.
Draai het bedieningselement Duration (Duur) naar links
totdat "CW-Pulse units" op het Duration (Duur)-scherm
wordt weergegeven.
m
Houd
(Modus) ingedrukt totdat "MicroPulse"
odE
op het laserstatusscherm wordt weergegeven en druk
m
vervolgens opnieuw op
odE
Draai het bedieningselement Duration (Duur) naar
links totdat "LP" op het laserstatusscherm wordt
weergegeven.
N.B. Een afgifteapparaat voor grote spots moet aan
de laser worden bevestigd.
r
(Teller opnieuw instellen) om naar nul te resetten.
ESEt
(Modus) om CW-Pulse
(Modus).
Bediening
11